Discussie Opinie

Een interuniversitaire instelling voor de opleiding tot accountant kan het tij keren

Bij het nadenken over oplossingen voor de accountantsopleiding moeten we ons zo min mogelijk laten leiden door bestaande structuren en programma's. De oprichting van een interuniversitaire instelling kan de mismatch tussen theorie en praktijk helpen oplossen.

Ruud Vergoossen

Op 9 februari verscheen in het FD een opiniestuk van mijn hand, met een voorstel om de studeerbaarheid en aantrekkelijkheid van de accountantsopleiding te vergroten. Het voorstel behelst de oprichting van een interuniversitaire instelling, waarin het post-masterdeel en het praktijkdeel van de accountantsopleiding worden ondergebracht en in elkaar geschoven.

Aanleiding was het rapport 'Stip aan de horizon' van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) en de Raad voor de Praktijkopleidingen (RPO) van de NBA. De beschikbare ruimte in het FD om mijn idee te ventileren was beperkt en hoewel de kern van mijn boodschap in het opiniestuk onverkort is opgenomen, lijkt het mij goed op dit platform wat uitgebreider op het voorstel in te gaan.  

CEA en RPO signaleren dat studenten de accountantsopleiding als steeds minder studeerbaar en aantrekkelijk ervaren, met als gevolg een verminderde instroom en het vroegtijdig stoppen met de accountantsopleiding. Als belangrijke oorzaak wordt het onvoldoende op elkaar aansluiten van het theoretische deel en het praktijkdeel van de accountantsopleiding genoemd.

In het CEA/RPO-rapport worden onder meer de volgende kenmerken genoemd die een toekomstbestendige accountantsopleiding zou moeten hebben:

  • De accountantsopleiding faciliteert een brede(re) en meer diverse instroom en omvat een geïntegreerde beroepsopleiding, gevolgd door na-ervaringsonderwijs.
  • In de geïntegreerde beroepsopleiding lopen theorie en praktijk volledig gelijk op, waarbij de theorie wordt aangeboden wanneer dat voor de praktijkuitoefening relevant is.
  • Om optimale integratie van theorie en praktijk te realiseren wordt de opzet van het curriculum gekanteld van primair vakgericht onderwijs naar (modulair) onderwijs langs kritische beroeps- en leersituaties en specifieke thema's.
  • In de ideale situatie ligt het eigenaarschap van de geïntegreerde beroepsopleiding bij één partij.

Hoewel het CEA/RPO-rapport gaat over de hele accountantsopleiding - zowel de oriëntatie Assurance als de oriëntatie Accountancy-MKB - heeft mijn voorstel primair betrekking op de oriëntatie Assurance. Gezien de wettelijke bevoegdheid en taak van controlerend accountants, is de problematiek bij deze oriëntatie het meest urgent. Zij zijn het die jaarrekeningen mogen controleren en van een accountantsverklaring mogen voorzien. Daarnaast wordt op hen een steeds groter beroep gedaan, zoals voor het controleren of het verlenen van assurance bij milieurapportages of verslagen waarin ondernemingen verantwoording afleggen over sociale of ethische aangelegenheden. Het is maatschappelijk dan ook zeer ongewenst als er een chronisch tekort aan controlerend accountants ontstaat.  

Zoals bekend bestaat de accountantsopleiding uit een theoretisch deel en een praktijkdeel. Het theoretisch deel van de Assurance-oriëntatie wordt afgesloten met een master- en een post-masterdiploma aan een universiteit en duurt nominaal circa zes jaar, als de student de master fulltime volgt, en circa tien jaar als de student dat op parttime-basis doet, naast een baan bij een accountantskantoor. De post-masterfase is altijd parttime.

Het praktijkdeel van de accountantsopleiding, dat drie jaar omvat en wordt verzorgd onder verantwoordelijkheid van de RPO, kan op z'n snelst een jaar na het behalen van het post-masterdiploma worden afgerond maar vaak is dat pas veel later. Dit komt doordat het theoretisch deel in de post-master en het praktijkdeel in het geheel niet op elkaar zijn afgestemd. Het doel van het praktijkdeel is om wat op de universiteit wordt geleerd direct toe te passen in de praktijk, maar dat gebeurt dus niet of nauwelijks. Aan de andere kant zijn er juist ook doublures en is er sprake van overlap met de trainingen die studenten binnen hun accountantskantoor krijgen.

Bij het nadenken over oplossingen moeten we ons zo weinig mogelijk laten leiden door bestaande en ingesleten structuren en opleidingsprogramma's. Zo zou de oprichting van een interuniversitaire instelling, waarin het post-masterdeel en het praktijkdeel van de accountantsopleiding worden ondergebracht en in elkaar geschoven, de mismatch tussen theorie en praktijk kunnen oplossen. Ik ben ervan overtuigd dat een dergelijke postacademische beroepsopleiding effectiever en efficiënter is en daardoor de studeerbaarheid en aantrekkelijkheid van de accountantsopleiding als geheel vergroot.

Die interuniversitaire instelling, waarbinnen de krachten van de zeven universiteiten met een post-master accountantsopleiding zouden moeten worden gebundeld, zou dan nauw moeten gaan samenwerken met accountantskantoren die wettelijke controles mogen uitvoeren en met de RPO/NBA. Van de accountantskantoren wordt verwacht dat zij met name zorgen voor de inbreng van praktijkcasussen en praktijkdocenten die samen met universiteitsdocenten onderwijs geven. Ook zouden accountantskantoren hun interne, meer specialistische cursussen kunnen inbrengen.

De krachtenbundeling in een interuniversitaire instelling biedt ook de mogelijkheid om te komen tot een meer specialistisch of gedifferentieerd opleidingsaanbod aan het eind van de accountantsopleiding. De individuele post-master accountantsopleidingen zijn daar te klein voor, maar door de samenwerking zie ik hier wel mogelijkheden. Naast de 'traditionele'’ jaarrekeningcontrole kan daarbij worden gedacht aan de controle van niet-financiële rapportages op het gebied van milieu, sociale aspecten van de bedrijfsvoering, ethische aangelegenheden, corporate governance en cybersecurity. Hiermee zou tegemoet worden gekomen aan de groeiende behoefte aan betrouwbare informatieverschaffing in dergelijke rapportages.

Wellicht dat het Limperg Instituut - genoemd naar de aartsvader van het Nederlandse accountantsberoep Théodore Limperg - kan worden omgevormd tot zo'n interuniversitaire instelling. In het Limperg Instituut werken de zeven universiteiten met een accountantsopleiding en de NBA op dit moment samen vooral voor wat betreft de opleiding van PhD-studenten.

Hoewel het nog veel voeten in de aarde zal hebben om dit alles te realiseren, denk ik dat we daarmee een heel eind in de richting van de hiervoor genoemde kenmerken van een toekomstbestendige, studeerbare en aantrekkelijke accountantsopleiding kunnen komen.

Overigens zouden we ons oor te luisteren moeten leggen bij de Stichting Beroepsopleiding Notariaat, een samenwerkingsverband van de vijf universiteiten met een notariële studierichting en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB). Zij verzorgt de driejarige parttime beroepsopleiding voor kandidaat-notarissen aan het begin van hun beroepsuitoefening. Het doel van dit postacademisch deel van de notarisopleiding is het door middel van casusonderwijs leren toepassen van de theorie in praktijksituaties.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Prof. dr. Ruud Vergoossen RA is emeritus hoogleraar Nyenrode Business Universiteit, emeritus hoogleraar Universiteit Maastricht en oud-lid van de CEA.

Gerelateerd

5 reacties

Willem Buijink

@ Vergoossen: competitie tussen onderwijsaanbieders is, op basis van inzichten uit economie, te verkiezen. Competitie verdwijnt in dit voorstel voor het WO post-master (HBO post-bachelor ?) deel van de accountantsopleiding. In een Opinie van mij die eergisteren verscheen op deze site, schets ik twee wegen voorwaarts waarin competitie wel behouden blijft. Bovendien, in mijn 'tweede weg' verdwijnen de WO post-master en de HBO post-bachelor.

@ Bouwens: de accountantsopleiding kan zeker nog beter, uitdagender, wetenschappelijker, gemaakt worden. Vgl twee observaties in mijn september 2022 CEA column op deze site: (1) (vergelijkenderwijs) maar heel weinig WO Master Accountancy afgestudeerden denken aan promoveren, en (2) de discussies over de accountancy sector, ook op deze site, zijn nog steeds erg normatief van aard. Op dit punt, uitdagend, wetenschappelijk, is er bovendien, voor de WO weg, concurrentie van opleidingen die studenten ook kunnen kiezen. Studenten kunnen ook Financiering, Economie, Econometrie, Data Wetenschap Bachelors gaan doen. Daarnaast is inderdaad ook nodig: ' ... serieus onderzoek ... naar het afhaken en toetreden van accountants tot het beroep', niet lang na de WO of HBO opleiding.

@ Vissers: zeker, de Auditing Richtlijn is bepalend, ook in Nederland. Dat wordt te weinig onderkend. De 'vermenging' in Nederland van de AA en de RA opleiding is een (zelfgekozen door NBA en CEA) probleem. Die opleidingen worden best, per direct, helder gescheiden. Dat 'scheiden' kan makkelijk. De Richtlijn onderwijseisen gaan inderdaad alleen over de 'Assurance' variant en zijn voor de AA opleiding niet dwingend. Dat de AA Accountants wel 'gereguleerd' zijn en dat er titelbescherming bestaat: dat kan. Dat is ook zo in andere EU lidstaten, maar niet overal. Interessant vraagstuk.

Alexander Vissers

Ten aanzien van de richting assurance: de inhoud van de opleiding en voorwaarden liggen vast in de EU Richtlijn de Cta mag alleen de vakjes inkleuren. Er is helemaal geen ruimte voor discussie over de opleiding want Nederland gaat daar helemaal niet over, ook al hebben we een Cta en Raad voor de Praktijkopleidingen. En er worden ook helemaal niet te weinig accountants opgeleid, er worden er veel en veel te veel opgeleid, ze verdwijnen alleen (te snel) uit openbare beroep. En de AA accountants moeten helemaal door de wetgever met rust gelaten worden, volgens de eigen standaarden voor wet- en regelgeving is er geen rechtvaardiging voor het wettelijk reguleren van niet-certificerende AA.

Jan Bouwens

Ik weet niet welke analyse aan dit advies ten grondslag ligt. Ligt het aan de opleiding of ligt het aan de inhoud van de job, de combinatie?
Studenten zijn iha tevreden over opleiding en de aansluiting van opleiding in relatie tot hetgeen van hen wordt verlangd in hun beroep, zo blijkt duidelijk uit genoemd rapport. Dat duidtd niet op ene opleidingsprobleem!
Tegelijk zien we dat een toenemend aantal studenten na de PMA het praktijkdeel laat zitten en zich dus nooit inschrijft als RA. Dat is wel een probleem want dat houdt in dat nog voor de accountant volledig kan worden ingezet bij assurance, deze al uit het kernberoep verdwijnt.
We moeten ons eerder beraden op de vragen of de junior accountant voldoende interessant werk wordt geboden en of deze niet te vele druk ervaart. Inderdaad werken we binnen de opleidingen er hard aan om de scope van de opleiding in de richting van data science en accountant judgements verder vorm te geven. Ik stel voor dat we een serieus onderzoek doen naar het afhaken en toetreden van accounatnts tot het beroep alvorens we grote doelen stellen die (nog) slechts een wankele basis hebben in onderzoek.

j vd Water

Daarnaast wordt op hen een steeds groter beroep gedaan, zoals voor het controleren of het verlenen van assurance bij milieurapportages of verslagen waarin ondernemingen verantwoording afleggen over sociale of ethische aangelegenheden.

Dit is tegenstrijdig. Een tekort aan accountants zowel op gebied van aanbod, maar ook deskundigheid. Desondanks vindt de beroepsgroep het min of meer vanzelfsprekend dat deze werkzaamheden ook opgepakt moeten worden.

Mogelijk eens tijd voor een pas op de plaats en Nee durven zeggen. Als deze mind-set er is, ontstaat er wellicht ook een goede basis om inderdaad eens de studeerbaarheid en aantrekkelijkheid van de opleiding te vergroten.

Roy Gorter

Prima streven natuurlijk om te kijken hoe theorie en praktijk elkaar meer kunnen versterken. Tegelijkertijd lijkt het me ook een erg complex plan waarin zoveel partijen moeten samenwerken dat dit de komende jaren niet zal gebeuren.

Zijn er geen makkelijkere manieren om in ieder geval op korte termijn de opleiding al aantrekkelijker te maken, waar uw universiteit heel goed zelf aan zou kunnen bijdragen? Een paar voorbeelden:
- Verbied docenten om op vrijdag een opdracht te geven met een deadline op de eerstvolgende woensdag. Geef studenten minimaal twee weken de tijd (maar liefst nog veel meer, dat programma is toch al lang bekend….), zodat zij op een passend moment de opdracht kunnen maken;
- Stop met inleververplichtingen voor oefencasussen. Oefencasussen moeten een hulpmiddel zijn om je examen te halen, geen verplichting. En als een deel dan niet oefent, geeft dat meteen ruimte om het andere deel meer feedback te kunnen geven;
- Stop überhaupt met inleververplichtingen voor opdrachten die de docent eigenlijk toch niet echt inhoudelijk gaat beoordelen (zeg nu zelf: wie denkt dat de docent tachtig opdrachten in een week serieus gaat nakijken?)

Paar simpele stappen om ontzettend veel onnodige studiedruk weg te halen, simpelweg door de student meer ruimte te geven om dit goed en op passende momenten in te vullen.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.