Magazine

Accountantskantoren in de zorg

Welke accountantskantoren zijn de belangrijkste spelers in de zorgmarkt en hoe ontwikkelden hun posities zich het afgelopen jaar? Wat betalen zorginstellingen aan honoraria? En wat valt er verder op?

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 11, 2012

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Verschuivingen, honoraria en een opvallende kleine partij

Zorginstellingen publiceren hun jaarverantwoording op de website Jaarverslagenzorg.nl. Het aantal jaarverslagen groeide de afgelopen vier jaren van 1.100 in boekjaar 2008, naar 1.237 in 2009 en 1.411 in 2010, en de stand per 14 juni 2012 voor het afgelopen boekjaar 2011 was 1.503 stuks. De deadline voor 2011 was 1 juni 2012. Toen was de score 1.370, maar daarna bleven er verslagen binnendruppelen. Veel instellingen, waaronder twee algemene ziekenhuizen, slaagden er niet in tijdig te rapporteren en de verslaglegging was ook lang niet altijd compleet.

Externe accountantskantoren spelen een belangrijke rol bij de financiële huishouding in deze markt. Ze controleren de jaarrekening, de administratieve organisatie en interne controle (AO/IC), geven fiscaal en ander advies en zorgen voor diverse verklaringen.

De zorgmarkt is groeiende, ook door de komst van een flink aantal ‘nieuwkomers’ in deze sector: zelfstandige behandel- en expertisecentra, andere zorgverleners (van zorgboerderijen tot zorghotels) en diverse intermediaire dienstverleners.

Ruim zeshonderd instellingen

Welke accountantskantoren zijn de belangrijkste spelers in deze markt? Om die vraag te beantwoorden zijn de op de genoemde website jaarverslagen opgenomen jaarverslagen geanalyseerd. Onderwerp van het onderzoek (per medio juni) zijn de instellingen met een omzet boven de vijf miljoen euro (en daarmee meestal een personeelsbezetting van zo'n zestig à zeventig fte's), voor zover gegevens over de controlerend accountant en de kosten daarvan uit de verslagen vielen te achterhalen.

Met 87 cure-instellingen en 533 in de care werd het leeuwendeel van de zorgmarkt geanalyseerd. De cure omvat de universitaire, algemene en topklinische ziekenhuizen (STZ). De care omvat de instellingen in de gehandicaptenzorg (GHZ), geestelijke gezondheid (GGZ) en de instellingen voor verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT).

Belangrijkste spelers, wie en waar?

In de zorgsector zijn de big four-kantoren veruit dominant. Deloitte, Ernst & Young, KPMG en PwC nemen in bijna alle deelmarkten een prominente positie in. Wel blijkt zowel in cure als care de Nederlandse nummer vijf BDO een serieus alternatief voor de big four. Daarnaast is een zeer opvallende speler Verstegen Accountants en Adviseurs. Dat 125 medewerkers tellende kantoor uit Dordrecht heeft een relatief sterke positie in de care-sector, vooral in de verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT).

Naast deze zes spelers is een veelheid van andere internationale, regionale of lokale kantoren op de zorgmarkt actief.

Cure-markt

Het cure-segment van de markt (ziekenhuizen) is vrijwel exclusief het speelveld van de big four. In cure gaat Ernst & Young aan kop met 34 controleklanten, gevolgd door PwC (28), KPMG (15) en Deloitte (8). Slechts twee ziekenhuizen hebben een accountant buiten deze vier grote kantoren en kozen voor BDO.

De dominantie van Ernst & Young is opvallend sterk binnen de universitaire medische centra: vier van de acht UMC's worden gecontroleerd door dit kantoor.

In de care-markt zijn de big four eveneens toonaangevend, maar toch in minder extreme mate dan bij de ziekenhuizen. Daarbij is er wat de marktposities van kantoren betreft zowel verschil te zien naar grootte van de gecontroleerde instellingen als naar deelsegment.

GGZ

In de geestelijke gezondheidsmarkt (GGZ) zijn bij de instellingen met minstens vijftig miljoen euro omzet vooral Ernst & Young, KPMG en PwC actief. Deloitte speelt daar een veel bescheidener rol. In het segment twintig-vijftig miljoen euro omzet is Deloitte daarentegen wel volop aanwezig en bij enkele instellingen ook BDO.

Onder de wat kleinere GGZ-instellingen (minder dan twintig miljoen euro) wordt dit beeld verder versterkt. Daar domineren nog steeds de big four, maar is Deloitte daarbinnen wat sterker vertegenwoordigd dan bij de grotere instellingen, en bovendien is in dat segment ook een beperkt aantal andere kantoren actief. In de categorie tien tot twintig miljoen euro omzet is KPMG nog nauwelijks vertegenwoordigd en onder de instellingen met minder dan 10 miljoen omzet is Deloitte vaak de controlerend accountant. Vooral bij de Jeugd GGZ's komt ook BDO herhaaldelijk voor.

GHZ

De gehandicaptenzorg (GHZ) vertoont een soortgelijk beeld. De grote vier kantoren zijn zeer sterk vertegenwoordigd bij de instellingen met meer dan vijftig miljoen euro omzet. Daarnaast worden sommige van die instellingen gecontroleerd door BDO. In de segmenten daaronder duiken naast de big four ook meermalen Verstegen en BDO op. En in de categorie met een omzet beneden de 20 miljoen wordt dit beeld nog aangevuld met kleinere kantoren.

VVT

In de VVT-markt (verpleging, verzorging en thuiszorg) is het beeld wisselender en meer verdeeld. Aan de bovenkant van dit segment opereren naast de ook hier dominante big four ook BDO en Verstegen regelmatig als controlerend accountant.

Vooral de positie van het veel kleinere Verstegen is hier opmerkelijk. Dat kantoor is bezig aan een stevige opmars in deze sector en duikt zelfs in de klasse van vijftig tot honderd miljoen euro omzet regelmatig op naast de big four. In de categorie van iets kleinere VVT- instellingen (twintig-vijftig miljoen euro) is Deloitte veruit het sterkst, gevolgd door Ernst & Young, en ook hier is Verstegen nadrukkelijk aanwezig.

Nog sterker geldt dat bij de VVT-instellingen met tien tot twintig miljoen omzet. Daar is Verstegen zelfs dominant, op de voet gevolgd door Deloitte en PwC. Bij de nog kleinere instellingen gaat Verstegen samen met Deloitte aan de leiding, gevolgd door PwC.

Verstegen valt ook op door een forse groei. KPMG is bij de kleine instellingen nauwelijks zichtbaar als controlerend accountant. BDO en een handvol andere kantoren komen daar wel bij herhaling voor, maar op bescheiden schaal.

Accountantswisselingen: Deloitte levert in

De zorgsector is geen statische markt. Van alle instellingen wisselt jaarlijks gemiddeld ongeveer zeven procent van accountantskantoor.

In de cure was het aantal wisselingen onder de 87 onderzochte instellingen vorig jaar beperkt. Vijf ziekenhuizen veranderden van kantoor: AMC, Deventer Ziekenhuis, Flevoziekenhuis, Rivierenland Tiel en het Westfries Gasthuis. Tussen PwC en Ernst & Young was het ‘stuivertje wisselen’: beide wonnen en verloren twee klanten dus per saldo bleef hun klantenaantal gelijk. Deloitte verwierf één ziekenhuis als nieuwe controleklant en KPMG leverde er een in. In de care waren meer bewegingen te zien. Opvallend is vooral dat de vier grote kantoren daar steeds krachtiger tegenspel ontmoeten, onder meer van het eerdergenoemde Verstegen. Het meest opvallend is de relatief forse terugval Deloitte. Twaalf controleklanten van dat kantoor vertrokken naar elders en drie nieuwe kwamen er bij, waardoor Deloitte per saldo negen klanten inleverde. Van de bij Deloitte vertrekkende instellingen gingen er vijf naar KPMG, drie naar PwC, drie naar Verstegen en een naar Ernst & Young.

Verstegen wist haar positie in de care-sector het meest te versterken. Het voegde zeven instellingen toe aan zijn klantenportefeuille. Deze zeven nieuwe relaties kwamen op een uitzondering na alle van de big four. Drie vertrokken er bij Deloitte en KPMG. Ernst & Young en PwC zagen elk een cliënt naar Verstegen vertrekken. Verstegen is een ‘geval apart’ in deze markt en de enige ‘buitenstaander’ die serieus terrein wint. Verder springt namelijk in het oog dat het aantal klanten dat door ‘overige kantoren’ wordt bediend afnam, per saldo met vijf.

Totale omzet stabiliseert

De totale accountantsomzetten in de cure-markt daalden licht met 1,3 procent. Alleen BDO en KPMG wisten een stijging van hun totale honoraria in die sector te realiseren, met respectievelijk elf en zestien procent. De totale accountantsomzet in de care-markt bleef nagenoeg stabiel (0,12 procent groei). In die care-markt is Verstegen niet alleen in aantal klanten maar ook in omzet gemeten (fee-inkomsten) het kantoor dat zijn positie het meest wist te versterken: het boekte een vijftien procent hogere omzet dan in 2010. Ook bij BDO steeg de totale fee met dertien procent aanzienlijk, maar anders dan bij Verstegen zonder netto klantengroei. De totale omzet van big four in dit marktsegment bleef stabiel (-0,2 procent), evenals hun aantal klanten (min twee op een totaal van ruim vierhonderd). Het vertrek van een fors aantal klanten bij Deloitte weerspiegelt zich ook in de daling van de omzet van dat kantoor in de care-markt: min ruim drie procent.

Accountantskosten

De kosten voor accountantsdiensten verschillen sterk per instelling. Uiteraard speelt daarbij ook de uiteenlopende omvang van instellingen een rol. Om een indruk te krijgen van de tarieven en verschillen zijn op basis van de gegevens in de beschikbare jaarrekeningen de gemiddelde accountantshonoraria binnen elk van de onderscheiden categorieën instellingen uitgedrukt in euro's per gemiddeld aantal fte's in die instellingen. Bij de procentuele verdeling van de fees over de verschillende verrichte werkzaamheden is onderscheid gemaakt tussen controle, AO/IC, fiscaal en overig (zie tabellen).

Uit die verdeling blijkt dat in de care-sector het percentage controlekosten binnen de totale fee daalt met de omvang van de instelling. Anders gezegd: bij grotere instellingen nemen overige en advieskosten een grotere plaats in.

Ook is in de tabellen voor elke categorie instelling de standaarddeviatie opgenomen, als maatstaf voor de spreiding van de fee per fte.

Opvallend is de uitzonderlijke grote spreiding in fee/fte (277) bij de instellingen in de verpleging, verzorging en thuiszorg met een omzet van tien-twintig miljoen. Hier gaat het om 39 klanten van de big four, vijftien van Verstegen en zeven instellingen met een accountantskantoor in de categorie ‘overig’.

De fee van de big four bedroeg gemiddeld 193 euro/fte met een standaarddeviatie van 342 en een verdeling van de fee in 69, 19, 4 en 8 procent. Bij klanten van Verstegen, in deze deelmarkt van de zorg het belangrijkste alternatief voor de big four, lagen de accountantskosten aanzienlijk lager: 163 euro/fte, met een standaardafwijking van 87 en een verdeling over de verschillende diensten van 53, 25, 10 en 12 procent.

Accountantswissel leidt tot kostendaling

Zoals vermeld wisselt jaarlijks zo'n zeven procent van de zorginstellingen van controlerend accountantskantoor. Doorgaans leidt zo'n wisseling tot aanzienlijk lagere accountantskosten. Hoewel de specifieke situatie uiteraard kan variëren, lijken nieuwe klanten in deze competitieve markt ook wel eens deels te worden ‘gekocht’.

Een analyse van 36 transities in de care leert dat de fee van de nieuwe accountant in 2011 gemiddeld ongeveer dertig procent lager was dan die van de voorganger in 2010. Daarbij zijn er opvallend grote verschillen. Bij PwC daalden de kosten in het eerste jaar met gemiddeld zeven procent (negen waarnemingen) en bij Deloitte met een even bescheiden zeven procent (drie waarnemingen). Bij de andere kantoren zijn de kostendalingen veel groter. Bij nieuwe klanten van KPMG daalden de kosten in het eerste jaar met gemiddeld 46 procent (zeven waarnemingen), bij Ernst & Young met 45 procent (zes waarnemingen) en bij Verstegen met 39 procent (zeven waarnemingen).

Bij deze daling van gemiddeld dertig procent gaat het over de totale accountantskosten, dus zowel controle als advies. Die totale daling is opgebouwd uit een daling van de controlekosten (in absoluut bedrag het grootste kostendeel) met gemiddeld twaalf procent, van de AO/IC met veertig procent, van fiscale advisering met zestig procent en van overige advisering met zeventig procent.

De zorgmarkt is in beweging en marktwerking doet zich in de sector steeds sterker gelden. Dat geldt eveneens voor de belangrijkste accountantskantoren die er actief zijn.

Noot
Jan Popping van J.P. Adviesbureau BV is zelfstandig adviseur in de zorgmarkt.

Correcties

Bij circa tien procent van alle instellingen werden correcties aangebracht in hun financiële cijfers van een jaar eerder. Dit viel meestal samen met een aanpassing van de fee, met terugwerkende kracht. Een aanpassing van de eerdere fee betekende ook in andere gevallen (uitzonderingen nagelaten), een verhoging.

Jan Popping is directeur van J.P. Adviesbureau BV en adviseur/onderzoeker in de zorgmarkt.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.