Nieuws

'AFM-vergunningen tasten concurrentieverhoudingen aan'

Terwijl de eerste vijftien accountantskantoren met een AFM-vergunning de markt op kunnen, zijn de aanvragen van zevenhonderd kleinere kantoren een jaar in de ijskast gezet. Dit uitstel kan de concurrentieverhoudingen tussen de kantoren beïnvloeden, aldus Willem Verbeke, hoogleraar marketing aan de Erasmus Universiteit.

Hoewel het in dertien gevallen gaat om oob-vergunningen (organisatie van openbaar belang), kan hier ook een wervende werking vanuit gaan op de markt voor kleinere bedrijven.

De kans dat zij daarin succesvol zijn, is meer dan denkbeeldig, zegt Verbeke, die onder meer onderzoek doet naar sales en accountmanagement binnen professionele organisaties. "Als u het mij vraagt kan een accountantskantoor dat voorop loopt met zo'n vergunning daar veel voordeel mee behalen. Bij het inkopen van diensten heb je nauwelijks zicht op kwaliteit. Een licentie geeft daarom legitimiteit. Dit heeft alles te maken met reputatie."

Die reputatie kan inderdaad een rol spelen. De zevenhonderd kantoren die een jaar lang moeten wachten, voldoen volgens de AFM nog lang niet allemaal aan de eisen die de Wta aan hen stelt. Een jaar lang onderzoek is nodig om meer hier zicht op te krijgen. Die kantoren kunnen hun (potentiële) cliënten dus niet garanderen dat ze eind 2008 over een vergunning zullen beschikken.

Maar SRA, de vereniging van kleinere en middelgrote accountantskantoren, wuift de risico's weg. Voorzitter Jan Los: "Dat de grote kantoren een oob-vergunning zouden krijgen, viel te verwachten. Dat vind ik niet concurrentievervalsend. Op zich is het waar dat je in de marketing je voordeel kunt doen met een vergunning. Maar kleinere kantoren die een niet-oob-vergunning hebben aangevraagd, werken vooral regionaal."

Toch zijn er ook al twee kleinere kantoren die een niet-oob-vergunning hebben: Kromhout Accountants BV te Lisse en Uittenbroek en partners in Assen. Dit zijn nieuwe kantoren die een niet-OOB vergunning hebben aangevraagd en gekregen. De AFM is wettelijk verplicht om nieuwe aanvragen binnen twee maanden te beoordelen.

Maar ook hier schrikt Los niet van. "We hebben geen protesten gehoord van omliggende kantoren. Zo lang het er geen honderd nieuwe kantoren zijn die de markt met een vergunning betreden, zie ik de concurrentie niet. Cliënten kiezen  niet alleen vanwege een vergunning, maar ook om de persoonlijke relatie en het tarief."

Hoogleraar Verbeke erkent dat die aspecten inderdaad van invloed zijn. "Fysieke nabijheid, kennis van zaken en het productassortiment spelen en hele grote rol bij de keuze van een klant", zegt hij. "Wat precies de invloed is van het wel of niet hebben van een vergunning is dan ook niet zeker. Maar er liggen zeker mogelijkheden voor de kantoren die nu al een vergunning hebben."

De AFM laat weten het punt van scheve concurrentieverhoudingen tussen de aanvragers in de wacht en degene met reeds toegekende vergunningen niet te begrijpen. "Alle kantoren die een niet-oob-vergunning hebben aangevraagd mogen gewoon de markt op", zegt woordvoerster Drea Berghorst van de AFM. "Iedereen kan dus gewoon zijn werk doen."

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.