Acht kabinetsleden in brandstofslurpers
Al wekt het Nederlandse kabinet met beleidsvoornemens de indruk zeer begaan te zijn met het klimaat en terugdringing van CO2-uitstoot, individuele bewindslieden nemen het op dat punt niet altijd even nauw.
Anders dan de eigen regels voorschrijven, hebben acht ministers en staatssecretarissen een ‘benzineslurper' als dienstauto.
De in dit soort zaken zo belangrijk gevonden tone at the top is dus puur ‘geluidstechnisch' wel in orde, maar bijpassend concreet gedrag ligt blijkbaar moeilijker. Dat blijkt uit gegevens die de NOS heeft opgevraagd via de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB).
Voor auto's geldt een classificatie van A tot en met G. De schoonste auto's krijgen een A, de meest vervuilende een G. Bij het aanschaffen van een nieuwe dienstauto, moet een minister of staatssecretaris kiezen uit modellen met een energielabel van A tot en met D.
Naast premier Balkenende rijden acht kabinetsleden in een auto die niet aan die eigen milieuregels voldoet. Deze voertuigen (zie hier merk, type en bijbehorend bewindspersoon) hebben een energielabel E, F of G. Zij zijn te vervuilend en verbruiken te veel brandstof.
Het excuus is volgens milieuminister Jacqueline Cramer dat de betreffende auto's nog niet zijn afgeschreven.
De immer betrouwbare klimaatredder en minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen had een medisch excuus voor zijn persoonlijk vervoer in een Citroen C6 diesel (categorie F). In een NOS Journaal uitzending van zaterdag 19 januari formuleerde hij het letterlijk aldus: "De gezondheidstoestand van mij, met name ook van mijn rug, vereist dat ik, ook met betrekking tot vering, speciaal vervoer nodig heb."
