Nieuws

Onderzoek: creatief boekhouden is controller niet vreemd

Bijna een derde van de controllers past wel eens boekhoudtrucs toe om de bedrijfsresultaten te beïnvloeden. Dat blijkt uit een onderzoek van het Controllers Instituut (CI) in samenwerking met recruitingbureau Robert Walters. Een sterke verbondenheid met het bedrijfsmanagement lijkt debet aan dit verschijnsel.

De resultaten zijn afkomstig uit de Salary Survey 2009, op 24 november gepresenteerd tijdens een bijeenkomst bij het NIVRA in Amsterdam. Aan het onderzoek deden 701 RA's en RC's mee. 

Jan Bouwens, hoogleraar Accounting aan de Universiteit van Tilburg, analyseerde de door Rutger Kamphuis (Robert Walters) gepresenteerde onderzoeksresultaten. 

Van de respondenten geeft 31 procent aan noodzakelijke uitgaven soms uit te stellen. Het naar voren halen van opbrengsten om zo de bedrijfswinst te kleuren, gebeurt door een kwart van de ondervraagden. Eén op de vijf ondervraagden koopt extern in om een balanspost te creëren teneinde een betere eindafrekening te kunnen laten zien. Omboekingen doen eveneens twintig procent van de ondervraagden. 

"Ik wist niet dat dit in deze mate speelde", zegt Bouwens. "Deze vorm van boekhouden lijkt niet netjes, het is niet de taak van de controller winst bij te stellen. Maar we kennen onvoldoende van de aard van de aanpassingen om hier definitieve uitspraken over te doen." 

"Maar het verbaast me ook niet totaal dat controllers creatief boekhouden. Vaak moeten ze meebuigen met het management. Als ze opdracht krijgen om boekhoudkundige aanpassingen te maken, dan moeten ze daar gehoor aan geven. Of ze melden aan een hogere manager dat creatief boekhouden niet door de beugel kan, maar dat betekent dat ze klokkenluiden. Dat is niet altijd een aantrekkelijk vooruitzicht. We weten hoe het klokkenluiders vergaat." 

Dezelfde problematiek ziet Bouwens bij accountants. "Die hebben het net zo moeilijk, ook de externe accountants. Zij hebben ook te maken met cfo's die hun ideeën hebben over wat moet gebeuren." 

Volgens Bouwens wordt de onafhankelijkheid van een controller mede bepaald door de positie binnen de organisatie. "Het maakt veel verschil of een controller opereert vanuit een afdeling finance & accounting, of wanneer er een directe aansturing is vanuit het management." 

Vorige maand verwees Bouwens in een artikel in MCA, het tijdschrift van het CI, naar een dit jaar verschenen onderzoek van Victor Maas en Michal Matejka. Daaruit blijkt dat controllers zich meer verbonden weten met de manager dan met hun functionele rol als controller. Daaruit kan een rolconflict ontstaan, aldus Bouwens. 

Dit rolconflict wordt sterker naargelang de functionele lijnen strakker worden aangetrokken. De onderzoekers zien dat dan de kans toeneemt dat de controller rapportages bijstelt ten gunste van de lokale manager. Ook neemt de kans toe dat de almaar aangetrokken centrale regels worden geschonden. 

"Ik weet geen pasklare oplossing voor dit probleem", zegt Bouwens. "Daarvoor moeten we eerst meer onderzoek doen. Het CI-onderzoek is vooral beschrijvend. Een oplossing zou kunnen zijn om een controller toe te voegen als de control-functie dicht bij de business staat." 

Voor het Controllers Instituut zijn de resultaten reden om zich "continu sterk te maken voor de naleving van de gedragscodes voor RA's en RC's en te stimuleren dat beroepsgenoten met elkaar in gesprek blijven over integriteit en ethische dillemma's tijdens de vele cursussen en bijeenkomsten die we over deze thema's organiseren," aldus CI-voorzitter Paul Kelder.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.