Nieuws

Commissie Scheltema: 'DNB schoot tekort bij toezicht op DSB'

De Nederlandsche Bank is ernstig tekort geschoten in zijn rol als toezichthouder bij DSB. DNB heeft de gebreken in de bedrijfsvoering van DSB ten tijde van de vergunningverlening in 2005 onvoldoende onderkend en was bij het lopende toezicht te weinig doortastend. Dat concludeert de commissie-Scheltema in haar vanmorgen gepubliceerde rapport over het faillissement van DSB, na onderzoek in opdracht van toenmalig minister Wouter Bos van Financiën.

De oorzaak van de ondergang van de bank van Dirk Scheringa is volgens Scheltema niet eenduidig te beantwoorden. Kern van de problematiek bij DSB was gelegen in de eenzijdige en weinig professionele wijze waarop de bank werd geleid en het beleid werd vormgegeven. Haar verdienmodel was te commercieel en niet gericht op het belang van de klant. DSB Bank heeft ook niet voldoende oog gehad voor de eisen van prudent bancair beleid.

De positie van Scheringa als directeur-grootaandeelhouder was volgens de commissie zodanig sterk dat van een stelsel van checks and balances geen sprake was. Zijn invalshoek was de commerciële; op bancair gebied miste hij deskundigheid. Het functioneren van de bank was daardoor gericht op het ontplooien van commerciële activiteiten en veel minder op het beheersen van risico's en financiële stabiliteit.

Ook heeft DSB haar verdienmodel, dat onvoldoende gericht was op het belang van de klant en onder toenemende kritiek kwam, niet tijdig aangepast. Structurele tekortkomingen bij de klantbehandeling hebben tot een wassende stroom van klachten geleid, waarop niet goed is gereageerd. DSB heeft bovendien de gevolgen van de kredietcrisis niet goed onderkend en risico's genomen die niet passen bij een prudent bancair beleid. Die risico's werden onder meer gelopen in de ongezonde verhouding met DSB Beheer, waarin Scheringa museale en sportactiviteiten had ondergebracht. De Raad van Commissarissen hield onvoldoende toezicht.

Door dit alles was de winstgevendheid en de vermogenspositie van DSB tegen de zomer van 2009 zodanig uitgehold dat voor het voortbestaan van de bank moest worden gevreesd.

DNB

De Commissie meent dat DNB de gebreken in de opzet van DSB bij de vergunningverlening onvoldoende heeft onderkend. Hoewel de bank toen financieel gezond was, waren er zodanige tekortkomingen in de leiding en de organisatie van DSB Bank dat het verlenen van een vergunning een te groot risico inhield. Aan de eisen die de wet in dit opzicht stelt was dan ook onvoldoende voldaan: DNB had op deze punten meer moeten verlangen.

Bij het houden van toezicht naderhand is DNB te geduldig geweest en heeft te weinig haar tanden laten zien. Krachtdadiger optreden tegen de onbalans in de leiding en tegen belangenverstrengeling met DSB Beheer was mogelijk en gerechtvaardigd geweest. Het ingrijpen dat DNB uiteindelijk in de zomer van 2009 voorbereidde werd doorkruist door de oproep van Lakeman. Indien deze niet had plaatsgevonden, had een faillissement wellicht voorkomen kunnen worden. Maar inmiddels was DSB Bank wel zeer kwetsbaar geworden. In een situatie als deze had het op de weg van de toezichthouder gelegen een dergelijke risicovolle situatie zoveel mogelijk te voorkomen.

AFM

Met inachtneming van het feit dat AFM pas later in de onderzochte periode voldoende wettelijke middelen in handen kreeg, heeft AFM in het algemeen adequaat op DSB toegezien. Zij heeft al snel gewaarschuwd tegen koopsompolissen en een stevig transparantiebeleid gevoerd. Wel had volgens de Commissie de AFM na uitbreiding van haar bevoegdheden slagvaardiger kunnen optreden ten aanzien van de belangrijkste problemen: overkreditering, koopsompolissen en beleggingsverzekeringen. De AFM had bovendien bij DNB steviger kunnen aandringen op ingrijpen in de governance van DSB.

De crisis

De crisissituatie, ontstaan door het massaal opvragen van tegoeden na de oproep van Lakeman, heeft geleid tot een veelheid van activiteiten. Het was beter geweest wanneer DNB voor een krachtiger aansturing daarvan had gezorgd. Nu werd het maken van een reddingsplan sterk op het bord van een consortium van banken gelegd.

Tegelijk werd een 'haircut' toegepast waardoor de toegang van DSB tot ECB-liquiditeiten met euro 875 miljoen verminderde. De Commissie heeft begrip voor deze maatregel, maar is kritisch over de gebrekkige communicatie daarover door DNB.

De Commissie acht het overigens niet aannemelijk dat een ander optreden van DNB de ondergang van DSB had voorkomen.

Minister van Financiën

De banken presenteerden een reddingsplan waarin een kapitaaldeelname en een garantiestelling van de Staat werd gevraagd. De Commissie acht het gerechtvaardigd dat de minister van Financiën niet wilde voldoen aan de door de banken voorgestelde bijdragen. Aan de voorwaarden voor steun aan een bank werd bij DSB niet voldaan.

Lessen voor de toekomst

Uit de ervaringen met DSB Bank moet de les worden getrokken dat de wijze waarop een financiële onderneming wordt geleid van doorslaggevend betekenis is, ook voor de publieke belangen die daarbij zijn betrokken. Indien de leiding niet berekend is op het voeren van een prudent bancair beleid in wisselende omstandigheden, of indien zij het klantbelang ondergeschikt maakt aan het streven naar groei en winst, is het voor een toezichthouder haast onmogelijk voldoende corrigerend op te treden.

In de wetgeving moeten daarom meer mogelijkheden worden opgenomen om niet alleen de geschiktheid van individuele bestuurders te toetsen, maar ook de professionaliteit en evenwichtigheid van de organisatie als geheel. Ook in het toezicht zal de governance en de daarmee samenhangende cultuur van de bank een meer centrale positie moeten krijgen.

  • Reactie ministerie van Financiën

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.