Nieuws 23 november 2012

Ernst & Young verwerpt berisping Accountantskamer

Ernst & Young is het oneens met de berisping door de Accountantskamer van een van haar controlerend accountants. De desbetreffende accountant controleerde de jaarrekening 2008 van de DSB-bank. Ernst & Young vindt dat de accountant aan alle eisen heeft voldaan en overweegt beroep aan te tekenen.

"Wij zijn het niet eens met de uitspraak van de Accountantskamer op de gegrond bevonden klachtonderdelen", aldus een schriftelijke verklaring van Ernst & Young. "In ons interne onderzoek hebben wij geconcludeerd dat de accountant de controlewerkzaamheden heeft uitgevoerd en gedocumenteerd in overeenstemming met daaraan te stellen eisen." 

De berisping volgt op een klacht die toezichthouder AFM heeft ingediend tegen de DSB-accountant van Ernst & Young. Ernst & Young verzet zich met name tegen de constatering van de Accountantskamer dat de dossiervorming onvoldoende was. 

Hieronder de volledige reactie van Ernst & Young: 

Ernst & Young: reactie op uitspraak Accountantskamer

23 nov 2012 - De AFM heeft een tuchtklacht ingediend bij de Accountantskamer tegen één van onze accountants, inzake zijn werkzaamheden als externe accountant voor DSB Bank N.V. over het boekjaar 2008. De behandeling van de tuchtklacht heeft aan het begin van dit jaar plaatsgevonden en de Accountantskamer heeft zich vandaag over deze zaak uitgesproken.

De Accountantskamer heeft een deel van de klacht van de AFM, waaronder de belangrijke onderdelen die zijn gericht tegen de continuïteitsveronderstelling, de juistheid van de vordering op DSB Beheer en de juiste verwerking van de verkoop deelnemingen ongegrond verklaard. De Accountantskamer acht een ander deel van de klacht van de AFM gegrond. De Accountantskamer is met name van mening dat de externe accountant t.a.v. de post kredieten een aantal van zijn controlewerkzaamheden onvoldoende in het controledossier heeft vastgelegd. Daarnaast is zij van mening dat de externe accountant onvoldoende heeft gedocumenteerd omtrent het steunen op de interne accountantsdienst. De Accountantskamer legt de externe accountant daarvoor de maatregel van berisping op. De Accountantskamer motiveert dit besluit door te stellen dat het hier gaat om een organisatie van openbaar belang waarbij de balanspost kredieten een relatief groot belang vertegenwoordigt. Overigens stelt de Accountantskamer dat uit het voorgaande niet blijkt dat kredieten voor een onjuist bedrag in de jaarrekening zijn opgenomen. 

Ernst & Young voelt zich gesterkt in het feit dat de Accountantskamer een aantal belangrijke onderdelen van de klacht ongegrond heeft verklaard. Wij zijn het echter niet eens met de uitspraak van de Accountantskamer op de gegrond bevonden klachtonderdelen. In ons interne onderzoek hebben wij geconcludeerd dat de accountant de controlewerkzaamheden heeft uitgevoerd en gedocumenteerd in overeenstemming met daaraan te stellen eisen. Uit de klacht van de AFM en de behandeling door de Accountantskamer trekken wij uiteraard lessen die ons in staat stellen onze werkzaamheden nog beter uit te voeren. Tegelijkertijd zijn wij van mening dat de Accountantskamer de onderdelen waar de controle of documentatie nog beter hadden gekund ten onrechte bestraft met een berisping. Wij bestuderen momenteel de uitspraak in detail en beraden ons op de mogelijkheden om in hoger beroep te gaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.