Nieuws 12 juni 2013

Toch knip risicopartnerpensioen

Er komt toch een risicopartnerpensioenknip. De staatssecretaris heeft inmiddels toegezegd dat het wetsvoorstel hierop wordt aangepast, waarmee de gevolgen voor het partnerpensioen minder desastreus zijn dan werd gevreesd.

Volgens een op 15 april 2013 ingediend wetsvoorstel (Wet verlaging maximum opbouw- en premiepercentages pensioenen en maximering pensioengevend inkomen), wordt vanaf 2015 opnieuw de maximale pensioenopbouw verlaagd. Dit betekent dat een middelloonregeling nog een maximaal opbouwpercentage voor het ouderdomspensioen van 1,75 procent mag hebben (partnerpensioen maximaal 1,225 procent) en een eindloonregeling maximaal 1,55 procent (partnerpensioen maximaal 1,09 procent). Verder regelt het wetsvoorstel dat met het inkomen boven € 100.000 niet langer fiscaal gunstig pensioen kan worden opgebouwd.

De aangekondigde maatregelen hebben veel gevolgen voor werknemers met een beschikbare premieregeling. Allereerst daalt de maximale spaarpremie voor elke werknemer die jonger is dan 65 jaar met bijna 30 procent ten opzichte van 2013. Dat zou belangrijke gevolgen hebben voor het partnerpensioen na pensioendatum. Dat wordt, als slechts wordt gekeken naar de toekomstige opbouw, naar verwachting bijna 30 procent lager. De verlaging voor het partnerpensioen vóór de pensioendatum zou echter nog forser zijn.

Bij bijna alle beschikbare premieregelingen en het merendeel van de salaris-diensttijdregelingen wordt het partnerpensioen bij vooroverlijden op risicobasis verzekerd. Het lijkt wenselijk om een knip aan te brengen in het partnerpensioen.

De staatssecretaris heeft dit inmiddels onderkend: op 6 juni 2013 heeft hij toegezegd dat een dergelijk risicopartnerpensioenknip mogelijk wordt gemaakt. Het wetsvoorstel wordt hierop aangepast.

In het juninummer van Accountant bespreekt Robbert van Woerden het oorspronkelijke wetsvoorstel. Daarbij werd ook een voorbeeld uitgewerkt. De toezegging van de staatssecretaris betekent voor het voorbeeld in het artikel dat het partnerpensioen daalt van € 126.000 naar € 66.628 (in plaats van naar € 29.996).