Nieuws 02 juni 2015

Kleine verzekeraars geen oob

Noodlijdende kleine verzekeraars zullen niet als oob's worden aangemerkt. Dat bespaart hen de nodige kosten voor accountantscontroles.

Dit is een van de beslissingen die is genomen om kleine verzekeraars de helpende hand te reiken. Dat blijkt uit een schriftelijke reactie van minister Dijsselbloem van Financiën op Kamervragen naar de hachelijke positie van kleine verzekeraars.

Een van de steunmaatregelen is het niet toekennen van de oob-status aan kleine verzekeraars. “Kleine verzekeraars zullen niet aangemerkt worden als organisaties van openbaar belang (oob’s). Dit voorkomt administratieve lasten en kosten, omdat aan de accountant en zijn accountantscontrole meer regels worden gesteld wanneer een onderneming wordt aangemerkt als oob.”
De meeste kleine verzekeraars zijn overigens nu ook geen oob, aldus de minister.

Aanleiding voor de Kamervragen is een artikel in het tijdschrift AM. Dat beschrijft hoe kleine verzekeraars in de problemen komen door de inwerkingtreding van Solvency II in 2016. Zij zouden grote moeite hebben om te voldoen aan de solvabiliteitseisen van dit nieuwe, risicogebaseerde toezichtraamwerk voor verzekeraars.

De minister zegt toe dat het toezichtregime voor de kleine verzekeraar iets lichter zal worden. "Teneinde de toezichtkosten zo veel mogelijk te beperken, zijn versoepelingen aangebracht in het toezichtregime voor kleine verzekeraars, overigens zonder de handhaving van goed toezicht in gevaar te brengen."

Het ministerie van Financiën schat dat de ongeveer vijftig kleine verzekeraars. Samen zijn zij 11,8 miljoen euro kwijt aan de overgang naar Solvency II. Daarnaast kost Solvancy II hen structureel nog eens 2,2 miljoen euro per jaar. Dat is volgens AM 44.000 aan structurele kosten per jaar per verzekeraar.