Nieuws 29 juni 2017

Hof bevestigt celstraf frauderende AA

Een AA die jarenlang fraudeerde met aangiften omzetbelasting mag "zijn handen dichtknijpen" met de straf die rechtbank Midden-Nederland hem heeft opgelegd. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigt het vonnis van de rechtbank in hoger beroep, maar heeft overwogen een hogere straf op te leggen.

De rechtbank veroordeelde de accountant in november vorig jaar tot twaalf maanden gevangenisstraf waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, omdat hij jarenlang te hoge bedragen aan voorbelasting en te lage bedragen aan omzetbelasting had opgegeven.

In totaal ging het om een bedrag van 273 duizend euro aan te weinig geheven omzetbelasting. Bij zo'n benadelingsbedrag is naar de 'rechterlijke oriëntatiepunten van straftoemeting' een onvoorwaardelijke gevangenisstraf tussen de twaalf en achttien maanden passend. Daarom oordeelt het hof dat het "met het oog op een juiste normhandhaving op dergelijke feiten" niet anders kan doen dan het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarbij laat het hof zwaar meetellen "dat verdachte de feiten heeft gepleegd, terwijl hij AA-accountant was".

In het voordeel van de accountant weegt volgens het hof mee dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Daarnaast heeft de Accountantskamer hem al een doorhaling voor zeven jaar opgelegd. Ook heeft hij een deel van de naheffingen inmiddels voldaan.

"Het hof is van oordeel dat verdachte zijn handen dicht mag knijpen met de door de rechtbank opgelegde straf. De ondergrens van de oriëntatiepunten is in beginsel voor een first-offender twaalf maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof is van oordeel dat de rechtbank verdachte met de hem opgelegde straf tot het uiterste tegemoet is gekomen en het hof heeft zich er langdurig over beraden of toch niet een hogere straf zou moeten worden opgelegd. Het hof zal, al hetgeen in het voordeel van verdachte naar voren is gebracht meewegende, verdachte uiteindelijk geen hogere straf dan de rechtbank opleggen, maar ontkomt er niet aan, mede gelet op hetgeen wordt opgelegd in soortgelijke strafzaken en uit oogpunt van generale preventie, om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen en de straf van de rechtbank te bevestigen."