Nieuws 09 november 2018

'Algemene reserves universiteiten niet letterlijk vrij besteedbaar'

Volgens D66 hebben universiteiten veel geld op de plank liggen dat vrij besteedbaar is, maar die uitleg is gebaseerd op verwarring van boekhoudkundige begrippen.

Dat zegt KPMG-accountant Wim Touw, tevens voorzitter van de Werkgroep Onderwijs van de NBA, in het Financieele Dagblad. "'Dat er geld op de plank ligt, is niet juist en een veel te simpele benadering", aldus Touw.

De verwarring is ontstaan doordat D66-kamerlid Paul van Meenen heeft gekeken naar de algemene reserves in de jaarrekening van dertien universiteiten. Volgens Van Meenen en ook volgens de jaarverslagen is dit geld "vrij besteedbaar" en kan het per direct worden uitgegeven. Maar Touw legt uit dat "vrij besteedbaar" boekhoudkundige taal is en dat men naar de post liquide middelen moet kijken voor geld dat daadwerkelijk vrij kan worden uitgegeven.

Algemene reserves hoog

De Onderwijsinspectie en accountants kijken dan ook vooral naar de solvabiliteit, legt Touw uit. Die is bij universiteiten gemiddeld 49 procent. Wanneer die onder de 30 procent zakt, grijpt de Onderwijsinspectie in. Bij geen van de universiteiten is dit momenteel het geval.

Zowel de Onderwijsinspectie als de universiteiten geven zelf aan dat de algemene reserves hoog zijn omdat de universiteiten vaak plannen voor de lange termijn op het gebied van investeringen in huisvesting en onderzoek. Veel van de algemene reserve bestaat ook vaak uit de waarde van gebouwen, terreinen, apparatuur en inrichting. Wat er overblijft is spaargeld voor toekomstige uitgaven.

• FD-artikel: 'Universiteiten bulken van het geld, althans op papier'