Nieuws 16 augustus 2018

Rijksbijdrage voor middelbare scholen versimpeld

Onderwijsminister Arie Slob gaat het voor schoolbesturen van middelbare scholen inzichtelijker maken hoeveel geld zij van de rijksoverheid krijgen. Nu gaat er een ingewikkelde rekensom vooraf aan het vaststellen van de zogeheten lumpsum.

Die rekensom leidt ertoe dat voor leerlingen op verschillende scholen niet altijd hetzelfde wordt bekostigd. In de toekomst krijgen scholen een vast bedrag per vestiging en per leerling en wordt hun budget dus makkelijker te berekenen. Dat schrijft Slob in een brief aan de Tweede Kamer.

Volgens de minister is het hard nodig om de rekenmethode van de basisbekostiging te versimpelen. "De bekostiging was voor middelbare scholen veel te onoverzichtelijk geworden. Door een simpeler model te kiezen weten schoolbesturen voortaan beter waar ze financieel aan toe zijn. Ze kunnen bij wijze van spreken zelf uitrekenen hoeveel geld ze van het Rijk moeten krijgen. Met vier parameters is dat simpeler dan met ongeveer veertig."

Kosten per leerling

Door de ingewikkelde rekensom te schrappen wordt ook een einde gemaakt aan enkele "onrechtvaardige verschillen", aldus het ministerie. Hoeveel bekostiging scholen nu krijgen voor een leerling, hangt bijvoorbeeld af van de scholengemeenschap waarop die leerling zit. Die financiële prikkels kunnen voor een schoolbestuur reden zijn om niet samen te werken. Het nieuwe systeem volgt de kosten en maakt daar een einde aan. Ook zorgt de verandering ervoor dat niet alleen voor het bestuur duidelijk is hoeveel geld er beschikbaar is, maar ook voor de school zelf. Daardoor kan een school of medezeggenschapsraad beter het gesprek aan gaan met het bestuur over de verdeling van gelden.

Steun VO-raad

De VO-raad, de koepelorganisatie van schoolbesturen in het voortgezet onderwijs, steunt het voorstel van de minister om de bekostiging te vereenvoudigen. Ook de Onderwijsraad pleitte onlangs voor versimpeling. Slob wil het wetsvoorstel zo snel mogelijk naar de Tweede Kamer sturen. Hij hoopt dat de basisbekostiging vanaf 2021 op basis van de nieuwe rekenmethode kan worden uitgekeerd.

De wisseling van rekenmethode kan ook betekenen dat sommige scholen minder geld krijgen. Daarom belooft de minister om een overgangsregeling voor alle schoolbesturen in te voeren. De schoolbesturen die de meest negatieve effecten voelen krijgen een extra tegemoetkoming.

De vereenvoudiging geldt alleen voor de lumpsum. Het geld dat schoolbesturen via samenwerkingsverbanden krijgen voor ondersteuning van leerlingen en aparte subsidieregelingen blijven zij op dezelfde manier ontvangen als nu.

In het primair onderwijs is de bekostiging nog niet vereenvoudigd. Samen met de PO-Raad wordt daar wel aan gewerkt.