Nieuws

Toetsingstarief staat los van bestede uren

De kosten die de NBA in rekening brengt voor (her)toetsingen zijn niet afhankelijk van het aantal uren dat de toetsers daadwerkelijk hebben besteed. Dat zegt het College van Beroep voor het bedrijfsleven, naar aanleiding van het bezwaar en beroep van AuditNL Oost.

Lex van Almelo

Eigenaar Gert Slijkhuis van AuditNL Oost kreeg een factuur van 6624,75 euro inclusief btw voor de hertoetsing van een wettelijk respectievelijk vrijwillig controledossier. Voor de periodieke toetsing in 2016 had hij al 6037,90 euro inclusief btw betaald. Slijkhuis vindt de bedragen “exorbitant” gezien zijn jaaromzet van 135 duizend euro (in 2016) en het aantal uren dat de (her)toetsers nodig hadden.

Zo heeft de hertoetsing slechts een dag geduurd en niet de geplande twee dagen. Ook ging het om één wettelijk controledossier, terwijl het tarief uitgaat van meerdere dossiers. Omdat de wettelijke controles de toetsers geen extra werk bezorgen, is er bovendien geen reden om daarvoor een extra tarief in rekening te brengen. Tot slot betaalt hij dubbel, omdat hij jaarlijks ook al moet lappen voor het toezicht van de AFM.

Geen dubbele kosten

Volgens het college is er geen sprake van dubbele kosten voor de kwaliteitstoetsingen. Zowel de NBA als de AFM moeten minstens één keer in de zes jaar een kwaliteitscontrole uitvoeren bij kantoren die geen wettelijke controles verrichten bij organisaties van openbaar belang. Om te voorkomen dat zij de kantoren twee keer onderwerpen aan een gelijksoortige toets hebben NBA en AFM bij convenant afgesproken dat de NBA in beginsel de kwaliteitstoetsingen uitvoert.

De AFM brengt op grond van de Wet bekostiging financieel toezicht een bedrag in rekening voor het doorlopende toezicht. De NBA rekent voor een kwaliteitstoetsing een tarief op grond van de Wet op het accountantsberoep en de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen. Dat zou de NBA ook doen zonder het convenant.

Volgens de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen gelden aanvullende tarieven voor de beoordeling van een wettelijk controledossier, omdat het beoordelen van zo’n dossier intensiever is dan de beoordeling van een vrijwillig controledossier. Het tarief hangt af van de omvang en de omzet van het kantoor.

Vergoeding wegens lange duur

Slijkhuis plaatst vraagtekens bij de onafhankelijkheid van de commissie bezwaarschriften, die heeft geadviseerd zijn bezwaar tegen de facturen af te wijzen. Wie het advies heeft opgesteld en ondertekend is namelijk onduidelijk. Volgens het college hoeft het advies niet ondertekend te zijn, maar moet wel duidelijk zijn wie lid is van de commissie, zodat de bezwaarmaker kan controleren of de commissie voldoet aan de eisen. Op de website van de NBA staat wie deel uitmaken van de commissie. Omwille van de transparantie zou het in de ogen van het college wel de voorkeur verdienen dat de namen van de leden ook in het advies staan.

Het college is het met Slijkhuis eens dat hij te lang op een beslissing heeft moeten wachten. In een niet-punitieve procedure als deze mogen de bezwaar- en beroepsfase samen niet langer duren dan twee jaar (de behandeling van het bezwaar maximaal een half jaar en die van het beroep maximaal anderhalf jaar). Nadat de NBA het bezwaarschrift heeft ontvangen zijn echter twee jaar en negen maanden verstreken.

Er zijn geen omstandigheden die de overschrijding met negen maanden rechtvaardigen. En de vertraging komt volledig op het conto van de NBA. Als je uitgaat van vijfhonderd euro voor elk half jaar overschrijding, moet de NBA Slijkhuis duizend euro vergoeden.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.