Nieuws 06 maart 2019

'Tuchtcolleges krijgen niet genoeg zware zaken'

Tuchtcolleges krijgen te veel lichte zaken voorgeschoteld die eindigen in een ongegrond- of niet-ontvankelijkheidsverklaring. Ze zouden vaker zware zaken moeten behandelen.

Dat betoogt voormalig advocaat Rianne Herregodts in haar onlangs gepubliceerde proefschrift over de tuchtcolleges van accountants, advocaten en artsen. Herregodts, sinds 2016 docent bij de vakgroep Staatsrecht, Bestuursrecht en Bestuurskunde van de Rijksuniversiteit Groningen, zocht op het gebied van normen naar de gemeenschappelijke deler van de drie beroepen en kwam uit op vijf gemeenschappelijke normen: professionele autonomie en professionele oordeelsvorming, zorgvuldige omgang met klantbelangen, technische kwaliteit, geheimhouding en zorgvuldige omgang met vertrouwelijke informatie, en professioneel gedrag. De RUG schrijft op haar website dat haar onderzoek een bijdrage levert "aan de discussie over de toekomst van tuchtrecht, onder meer op het punt van de positie van de cliënt".

Herregodts is van mening dat het goed is als de tuchtcolleges meer aan rechtsvergelijking zouden doen, om het tuchtrecht beter te maken en meer zware, principiële zaken te kunnen behandelen. "Wanneer tuchtstelsels bij elkaar kijken hoe daar met bepaalde rechtsvragen wordt omgegaan, kunnen ze beter nadenken over wat ze in de procedure kunnen veranderen om tot een betere kwaliteitsbewaking te komen. Want uiteindelijk gaat de tuchtprocedure daarover: over het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de leden van de beroepsgroep. Een brede discussie hoe we het tuchtrecht beter kunnen maken, ontbreekt nog", zegt Herregodts tegen SC Online.

• Aankondiging proefschrift Rianne Herregodts