Opinie

Deconfiture na goedkeurende verklaring: keer bewijslast om

"Als binnen één jaar na afgeven van een goedkeurende verklaring blijkt dat er in gecontroleerde periode fraude is gepleegd, deconfiture dreigde of faillissement, dan wordt vermoed dat de accountant ten onrechte de goedkeurende verklaring heeft afgegeven." Voorstel voor een nieuwe regel.

Als het gaat over het vertrouwen in accountancy hoort men vaak twee opmerkingen:

Het is de laatste jaren vrij vaak voorgekomen dat kort na het verstrekken van een goedkeurende verklaring, de betrokken onderneming blijkt in déconfiture te zijn of zelfs in faillissement. Omdat dan vaak wordt aangenomen dat de accountant te kort is geschoten in zijn controletaak en daardoor ten onrechte een goedkeurende verklaring heeft afgegeven, verliest de accountant het vertrouwen.

Een tweede reden voor wantrouwen is dat als een accountant wordt geconfronteerd met een ten onrechte afgegeven goedkeurende verklaring, hij vaak antwoordt dat hem niets is te verwijten. Er is niet zelden sprake van zelfingenomenheid: "Het bestuur is verantwoordelijk voor de jaarrekening. De goedkeurende verklaring heeft slechts betrekking op de cijfers, die grotendeels door het bestuur zijn verstrekt."

Het lijkt er een beetje naar dat de accountant er mee volstaat om na te gaan of aan alle formaliteiten is voldaan en of de gegevens cijfermatig juist zijn, maar zich onttrekt aan de achter die cijfers liggende eventueel verkeerde beleidsbeslissingen.

Indien men het takenterrein van de accountant in dit opzicht zou willen uitbreiden, zou daar tegenover moeten staan dat een einde wordt gemaakt aan de eis dat controle en advies niet in eenzelfde onderneming mogen worden gecombineerd. Dat advies kan immers juist betrekking hebben op de achter de cijfers liggende problemen.

Hoogstens kan dan nog de vraag worden gesteld of het de accountant wel is toegestaan om adviezen uit te brengen in samenhang met de controle van de jaarrekening, maar bij die cliënt niet zelfstandige adviesopdrachten zou mogen aanvaarden. 

Ik zou daarom van de volgende regel willen uitgaan: indien binnen één jaar na het afgeven van een goedkeurende verklaring blijkt dat er in de periode waarover de controle zich uitstrekt, fraude is gepleegd, of déconfiture dreigde of wellicht zelfs faillissement, dan wordt vermoed dat de accountant ten onrechte de goedkeurende verklaring heeft afgegeven.

Let wel: het is slechts een vermoeden, dat leidt tot een omkering van de bewijslast. De accountant kan derhalve nog steeds bewijzen dat er ten tijde van de accountantscontrole geen vuiltje aan de lucht was en dat pas daarna is gebleken van verliezen en fraude.

Een ander tegenbewijs kan zijn gelegen in het geval dat alle bestuurders met elkaar samenspannen om fraude te bedekken. Niettemin zou in sommige gevallen van ernstige fraude of corruptie door de grootte van de bedragen gewerkt kunnen worden met een koppeling van bestanden, waardoor er onverklaarde verschillen zouden blijken. Er ontstaat dan een vermoeden van fraude of verliezen, zodat de accountant zich genoopt moet zien om een nader onderzoek in te stellen.

Indien bovenstaande regel zou worden ingevoerd, zal de accountant, zolang hij slechts het vermoeden heeft dat er iets niet pluis is, veel vaker moeten aarzelen een goedkeurende verklaring af te geven.

Het bestuur is verantwoordelijk voor de inhoud van de jaarrekening, maar dit neemt niet weg dat de accountant belast is met de controle en dat die controle vaak onvoldoende lijkt te zijn geweest, indien achteraf blijkt van fraude of verliezen. Men denke aan DSB, Vestia en het Japanse Olympus. In al die gevallen heeft de accountant gezwegen over het gevaar van een deconfiture en de mogelijkheid dat activa niet langer op basis van going concern zouden kunnen worden gewaardeerd. In enkele gevallen is er duidelijk sprake geweest van (ten onrechte niet ontdekte) fraude, zoals bij het Philips Pensioenfonds, het vleesbedrijf Weijl en Ahold.

Uit het feit dat de accountant zich in al die gevallen verweert met de stelling dat op de controle niets is aan te merken, blijkt dat hij een te beperkt beeld heeft van zijn taak. Tot die taak behoort immers mede management control en beoordeling van de risico's.

Terecht stelt de AFM dat de accountant (zoals in het geval van Philips Pensioenfonds) verbanden had moeten leggen, de risico's op een rijtje had moeten zetten en aanvullende controles had moeten verrichten.

Het is niet zo dat het publiek ten onrechte te hoge verwachtingen heeft van de controle van de accountant, maar omgekeerd: dat de accountant zijn taak te beperkt opvat. Door zelfgenoegzaamheid wordt geen vertrouwen herwonnen.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Wiek Slagter is emeritus hoogleraar aan de economische, juridische en bedrijfskunde faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

7 reacties

Toine Goossens

Ja hier moeten we zonder meer mee aan de slag. Het is maatschappelijk niet meer verantwoord dat risico's en fraude onderbelicht of toegedekt blijven. Zolang bestuurders vrijwel risicoloos geldstromen en verantwoordingen daarover kunnen manipuleren loopt de accountant altijd achter de feiten aan.Het probleem van de accountant is het steeds opnieuw inschatten van de Inherente Controle Risico"s in een zeer sterk veranderende omgeving. Onze traditionele werkwijze is het, ex-post, bijstellen van controleplannen naar aanleiding van bevindingen en ervaringen (leren van fouten en rampen). Ook wetenschappelijk onderzoek is vrijwel geheel ex-post gericht. Dat is in de huidige omstandigheden niet meer voldoende. Het is nodig dat er ex-ante onderzoek wordt gedaan in markten, naar producten en naar technieken die een bedreiging zijn voor het Controlerisico Ex-ante onderzoek dat niet alleen de accountant, maar ook Internationale instituties, regeringen en toezichthouders de richting wijst voor nieuwe controletechnieken, en voor nieuwe wet- en regelgeving. Mijns inziens moeten de maatregelen niet alleen op marktpartijen, maar ook op alle publieke organisaties en instellingen van toepassing zijn, ook als er geen sprake van deconfiture is. Zie Forensisch accountant pleit pensioenfonds CBR vrij. vraag mij echter af of individuele accountants nog wel in staat zijn

Hans Dijkstra

Je kan wellicht ook de door Slagter genoemde (going concern) periode van één jaar verlengen, tot bijvoorbeeld drie of vier jaar. Dat voorkomt het hele gedoe met omkering van bewijslast. Bovendien past dat ook bij de ontwikkelingen in governanceland rond (uitbetaling van) uitgestelde beloningen en het verplicht vasthouden van als beloning verkregen aandelen.

Marcel Eikelenstam

Het is de kerntaak van de accountant om gebruikers van een jaarrekening van zekerheid te voorzien. Zekerheid dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft en vrij is van materiele fouten die dit beeld zouden kunnen verstoren. Als er sprake is van materiele fraude of discontinuïteit binnen een jaar na afgifte van een schone accountantsverklaring heeft de accountant de gebruikers iets uit te leggen. Om het vertrouwen van gebruikers niet te verliezen is het mijns inziens essentieel dat gebruikers teruggekoppeld krijgen wat er is misgegaan bij de desbetreffende casus en hoe het accountantsberoep zal proberen herhaling van het ‘ongeval’ te voorkomen. Wellicht dat we als beroepsgroep op dit punt kunnen leren van de burgerluchtvaart. In tegenstelling tot de accountancy heeft tuchtrecht in de burgerluchtvaart nauwelijks een praktische uitwerking gekregen. Daar was een goede reden voor: om een snel onderzoek te kunnen garanderen, is het belangrijk dat het onderzoek niet belast wordt met het aanwijzen van schuldigen of het vellen van een oordeel over aansprakelijkheid. In analogie met de burgerluchtvaart pleit ik voor een ‘ongevalsanalyse’ door een deskundige en onafhankelijke organisatie en niet voor een juridische of tuchtrechtelijke aanpak. Deze organisatie zou een feitenonderzoek moeten uitvoeren en de achterliggende factoren moeten analyseren bij een ‘ongeval’. Het resultaat is een scenario dat het ‘ongeval’ in detail beschrijft, verklaart en dat aangeeft waar, door wie en hoe mogelijke verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. Ik realiseer me dat deze aanpak niet gebruikelijk is en daardoor in het buitenland wellicht (extra) gewantrouwd zal worden. Wellicht kunnen we daarom beter op eigen bodem starten. Wat te denken van de Vestia-casus? Op accountancygebied is Nederland in de 20e eeuw eerder vooruitstrevend geweest, dus waarom nu niet?

Rob van Meer

Ik heb toch wel moeite met het volgende deel van het stuk: "Het lijkt er een beetje naar dat de accountant er mee volstaat om na te gaan of aan alle formaliteiten is voldaan en of de gegevens cijfermatig juist zijn, maar zich onttrekt aan de achter die cijfers liggende eventueel verkeerde beleidsbeslissingen. " Dit is iets wat we als beroep echt niet moeten willen, (mede) verantwoordelijk worden voor het beleid van een onderneming. Dat druist in tegen alles wat onafhankelijkheid ademt. Dat je als controlerend accountant kritisch moet zijn richting bestuur zeker, maar dit gaat me te ver.

Harry Mock RA

Heer Slagter, uw voorstel is het overwegen meer dan waard. De laatste goedkeurende verklaring zit bij een faillissement te vaak in de beklaagdenbank .Deze verklaring met de goedkeurende standaardtekst vergroot de vertrouwenskloof met de gebruikers van de jaarrekening die aan deze verklaring de verkeerde betekenis hebben gehecht,en nu met een strop zitten. Een recent voorbeeld : Op 31 juli 2012 is IQ Therapeutics BV te Groningen failliet gegaan, dit is geen beursfonds,maar heeft wel veel Overheidssubsidie ontvangen om bepaalde strategische medicijnen te ontwikkelen. Op 31 oktober 2011, dus minder dan een jaar geleden, is een goedkeurende controle verklaring afgegeven bij de publicatiestukken tbv het handelsregister inzake boekjaar 2010. Deze was gebaseerd op de jaarrekening die reeds op 31 mei 2011 van een goedkeurende verklaring was voorzien. Merkwaardig is dat deze jaarrekening 2010 al op 26 mei 2011 is goedgekeurd door de AVA en getekend door de commissarissen.. In het jaarverslag met de verklaring van 31 mei 2011 heeft het Bestuur een paragraaf gewijd aan de continuiteitsveronderstelling,de hoofdmoot is het vaststellen dat nieuwe investeerders ter grootte van 4 miljoen en een overheidslening van 1 a 2 miljoen gerealiseerd dienen te worden. Dat is logisch als de accountant in zijn verklaring er de aandacht op vestigt dat de kortlopende schulden van de vennootschap de totale aktiva overstijgen met bijna 900.000 euro. Nu de tegenstrijdigheden in de verklaring van 31 oktober 2011: ""Naar ons oordeel is de deponeringsbalans per 31 december 2010 IN ALLE VAN MATERIEEL BELANG ZIJNDE ASPECTEN consistent met de gecontroleerde jaarrekening onder toepassing van 2:396 lid 8 BW"" En verder :""Deze situatie,samen met andere omstandigheden (de 4 en 1 a 2 miljoen euro) duiden op het bestaan van een onzekerheid van MATERIEEL BELANG op grond waarvan gerede TWIJFEL zou kunnen bestaan over de continuiteitsveronderstelling van de vennootschap. DEZE SITUATIE DOET GEEN AFBREUK AAN ONS OORDEEL."" Hoewel de accountant zich volgens Standaard 810 punt 14 C IV niet hoeft te vermoeien met gebeurtenissen na balansdatum is dat in dit geval een aanfluiting. De deponering die volgens art 2: 394 BW binnen 8 dagen na vaststelling openbaar dient te worden gemaakt, blijft 5 maanden liggen en wordt dan voorzien van een naar Standaard 810 gemodelleerd onderzoek, waarbij nader onderzoek naar de continuiteit volgens Standaard 570 achterwege is gebleven. In de verstreken 5 maanden had toch duidelijk moeten zijn of de in mei aangekondigde financiers en subsidieverstrekkers geld hebben toegezegd/gestort.` Dat hoort toch bij een minimale risico inschatting Dat is kennelijk niet gebeurd zodat een faillissement onvermijdelijk werd. Een goedkeurende verklaring bij continuiteits onzekerheid van materieel belang is een monstrum dat zo snel mogelijk verbannen dient te worden.

Paul Stoele

Waarde Wiek, Denkt u, dat de voorgestelde (op zich niet zo'n vreemde) regel opgenomen zou moeten worden als, bijvoorbeeld, ;id 6a van artikel 2:393 BW? Moet dan de handhaving plaatsvinden volgens de regeling van Afdeling 16 van Titel 2:9 BW? Of moet er toch via het tuchtrecht worden opgetreden? Vriendelijke groet, Paul Stoele

Arnout van Kempen

Het klinkt zonder meer goed. Ik ben wel benieuwd naar de praktische uitwerking. Zou deze regel betekenen dat dat vermoeden tot een automatische tuchtklacht moet leiden, waarbij de accountant veroordeeld wordt tenzij hij kan aantonen afdoende zijn werk te hebben gedaan? Ik weet dat tuchtrecht geen strafrecht is, dus het principe van "onschuldig tot schuld bewezen is" is misschien niet van toepassing, maar toch voelt het minstens wat ongemakkelijk. Natuurlijk voelt iedereen wel aan dat het raar is als accountants altijd maar weer roepen "kan ik er wat aan doen?" (denk aan de reclame over open vuur in bossen in de zomer van jaren geleden, en u hoort de bijpassende galm). Maar de hoofdfunctie van het tuchtrecht is nog steeds het beteugelen van misslagen in de beroepsuitoefening, niet het bouwen van schandpalen. Met het aannemen van de AA of RA-titel onderwerp je je vrijwillig aan dat tuchtrecht, maar ik waag te betwijfelen of aanstormende talenten zich ook zo vrijwillig onderwerpen aan onbewezen schuld, op basis van een vermoeden. Via vermoedens gaat het gesundes Volksempfinden al snel een factor van belang worden, tenzij het bij vermoedens blijft en daar geen consequenties aan worden verbonden. Maar wat heb je dan nog aan een vermoeden? Ik ben niet zo van de redenering van de glijdende schaal of het hellende vlak, maar ik ben wel een erg groot voorstander van rechtsbescherming voor alle partijen. Overigens zal een accountant op grond van de wet altijd, ook nu al, moeten kunnen aantonen dat hij zijn werk adequaat heeft uitgevoerd, en ook nu al kan de toezichthouder daar onderzoek naar doen. Maar voor een tuchtklacht blijft de bewijslast bij de klager liggen. Dat lijkt me een heel gezond en evenwichtig stelsel.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.