Opinie 09 oktober 2013

Verplicht controlerend accountants tot helft pe-uren over controle

Ter verbetering van de controlekwaliteit heeft de NBA onder andere de cursus Professioneel-kritische instelling in 2012 verplicht gesteld. Hierop volgde de nodige kritiek.

De NBA is, terecht, van mening dat er meer moet veranderen om de kwaliteit te verbeteren. Ook voor 2014 zijn daarom cursussen verplicht gesteld. Op het verplichte karakter van de van de cursussen is vaak de nodige kritiek.

Mijns inziens zou de discussie zich meer moeten richten op het bedenken van concrete en uitvoerbare alternatieve voorstellen. Als NBA Young Prof doe ik daarom onderstaand voorstel. Dit voorstel is eenvoudig, én uitvoerbaar binnen de huidige regelgeving.

Openbaar accountants zijn verplicht per jaar 40 PE-punten te behalen. In de huidige situatie worden aan de vakinhoudelijke invulling hiervan  weinig eisen gesteld, anders dan dat cursussen op de 'voor hen relevante gebieden' dienen te worden gevolgd. Het bepalen van wat relevant is, is echter geheel aan de accountant zelf.

Deze vrijheid draagt er aan bij dat controlerend accountants soms veel te weinig kennis hebben op het gebied van accountantscontrole. Volgens Peter Diekman wordt een toenemend aantal cursussen met als thema accountantscontrole geannuleerd . Blijkbaar zijn er toch nog steeds veel controlerend accountants die permanente educatie op dit gebied niet noodzakelijk vinden.  Onbegrijpelijk, gezien de conclusies van de AFM.

Als beroepsgroep zouden we dit onacceptabel moeten vinden. Willen we de kwaliteit verbeteren, dan moeten de eisen op het gebied van permanente educatie  voor controlerend accountants worden aangescherpt.

Mijn voorstel is om voor controlerend accountants nadere invulling te geven aan de term 'relevant vakgebied'. Accountantscontrole is voor deze groep  zo relevant, dat minstens 50 procent van de pe-uren uit pe-activiteiten op het gebied van accountantscontrole zou moeten bestaan. 

Deze nadere invulling van het begrip ‘relevant vakgebied' waarborgt, beter dan nu, dat accountants die een jaarrekeningcontrole uitvoeren ten minste voldoende geschoold zijn op het gebied van controle. En tegelijkertijd biedt het, binnen die randvoorwaarde, accountants nog voldoende vrijheden om de pe-verplichting daarnaast op een anderszins nuttige wijze in te vullen.

Deze regel zal voor een aantal accountants met een beperkt aantal controleopdrachten, of met beperkte interesse om zich daarin te ontwikkelen, ook betekenen dat zij tot de conclusie komen dat het beter is om geen controles meer uit te voeren.

Wat overblijft is dan een kleinere groep accountants die voor een belangrijk deel met controles bezig is, hier jaarlijks goed voor wordt bijgeschoold en er voor heeft gekozen om zich in die richting te blijven ontwikkelen.