Accountants en vertrouwen
Bij de discussie rondom het vertrouwen in het accountantsberoep is het nuttig te kijken naar de wijze waarop dit vertrouwen ooit is ontstaan en gegroeid.
Ik gebruik hierbij een lezing door Jacob Kraayenhof, gehouden in 1955 ter gelegenheid van het 60-jarig jubileum van het accountantsberoep in Nederland.
Met grote trots vertelt Kraayenhof over het ontstaan van het beroep in Nederland, als een puur particulier initiatief van de beste boekhouders die anticipeerden op een groeiende maatschappelijke behoefte. Het beroep en de titel waren niet wettelijk beschermd en accountantscontrole was vrijwillig. Ondernemingen groeiden snel, werden steeds complexer en deden in toenemende mate een beroep op banken en de kapitaalmarkt; daardoor werd de financiële beheersing en het afleggen van verantwoording complexer voor het management en de commissarissen.
Een belangrijke pijler was deskundigheid. De accountantsopleiding werd vanuit de praktijk naar academisch niveau getild. Het werd de beste opleiding op het gebied van financieel management, vervolgens doorontwikkeld naar controle van financiële verantwoordingen. Limperg legde een fundament onder het beroep: de leer van het gewekte vertrouwen. Kraayenhof besteedt hier in zijn lezing weinig aandacht aan. De accountant was vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer. Punt uit, geen nadere toelichting nodig. En hier verlaat ik Kraayenhof voor andere bronnen.
Limperg stelde: het maatschappelijk verkeer is verstandig en redelijk en weet dus wat van een bekwame en zorgvuldig werkende accountant verwacht mag worden. Er kan dus geen sprake zijn van te hoge verwachtingen. Niet iedereen was het met Limperg eens. Het maatschappelijk verkeer had lange tijd geen mening en had in ieder geval dat vertrouwen niet gedefinieerd.
De accountant controleert en neemt onzekerheden weg. Bindenga stelde pragmatisch: de accountantsfunctie is ontstaan vanuit de historisch gegroeide behoeften van de leiding van ondernemingen. De accountant ontwikkelde zich van samensteller tot controleur. De gecontroleerde was de feitelijke en eigenlijke opdrachtgever. Het accountantsberoep was volgens Bindenga niet wezenlijk anders dan andere vrije beroepen. De vertrouwensleer heeft een nuttige rol gehad om accountants er bewust van te laten worden dat hun oordelen ook bij derden terecht komen.
Ook buiten het accountantsberoep resoneerde de vertrouwensleer niet echt. Er was geen duidelijk waarneembaar maatschappelijk verkeer en ook geen 'verstandige leek'. In een onderzoek van het Limperg Instituut wordt waargenomen dat de ondervraagden menen dat de accountant er primair is voor de onderneming en geen brede maatschappelijke functie heeft.
Het lijkt er op dat het maatschappelijk verkeer van in de tijd van Limperg een vrij besloten groep was. Ondernemingsleiding en aandeelhouders, bankiers en financiële pers vormden een besloten groep die redelijk dicht op elkaar zaten en die elkaar goed verstonden. Die kleine groep verstandige leken is ontwikkeld tot een maatschappij met grote financiële belangen, maar zonder kennis van het werk (en de inherente beperkingen) van de openbare accountant. Daarmee gaat de vertrouwensleer van Limperg niet meer op. De accountant kan niet meer op de automatische piloot de behoeften van het maatschappelijk verkeer ‘lezen' en dus ook niet door zijn werkzaamheden het vertrouwen waarmaken.
Moeten we de vertrouwensfunctie dan maar bij het vuilnis zetten? De basis voor vertrouwen is nog steeds redelijk simpel: onafhankelijkheid, deskundigheid en integriteit.
In onze door de markt gedreven maatschappij is geen plaats voor openbare accountants in overheidsdienst. Daar zal het maatschappelijk verkeer mee moeten leren leven. Het accountantsberoep moet duidelijk maken hoe onafhankelijkheid en integriteit worden gewaarborgd.
Wellicht zijn de huidige multifunctionele samenwerkingsvormen niet geschikt voor openbare accountants en moeten we terug naar de oude partnerships, zodat openbare accountants zich op hun vak kunnen concentreren en niet door (belangen van) niet-vakgenoten worden afgeleid. De deskundigheid kan ook veel beter. De accountantsopleiding leidt niet meer op tot top-boekhouders. Zijn dit de lessen van Kraayenhof?
Gerelateerd
Een slagvaardige NBA, voor vertrouwen in het maatschappelijk verkeer
Aan het begin van mijn voorzitterschap van de NBA heeft het (toenmalige) bestuur een proces Strategische update doorlopen. Dat leidde tot vijf strategische keuzes.
FD: Vertrekkend NBA-voorzitter Douma ziet heil in één accountantstitel
Kris Douma was vier jaar lang als eerste niet-accountant voorzitter van de NBA. Hij geeft nu het stokje door. In een afscheidsinterview met het FD zegt hij in de...
NBA-voorzitter is blij dat het rondom het beroep rustiger is geworden
De vertrekkend NBA-voorzitter Kris Douma, die op 15 december aanstaande de voorzittershamer doorgeeft aan zijn opvolger, is blij dat het rondom het accountantsberoep...
Financiën consulteert Wijzigingsbesluit accountancysector
Het ministerie van Financiën legt een ‘Wijzigingsbesluit accountancysector’ ter consultatie voor. Reageren kan tot en met 21 december aanstaande.
Eerste Kamer hamert accountantswet op 7 oktober af
De Wijzigingswet accountancysector staat al op 7 oktober op de agenda van de Eerste Kamer. Pas zeer recent besloot de Commissie Financiën van de senaat om de accountantswet...
