Opinie

Het einde van de relevantie van de jaarrekening

De externe gebruiker ontleent bijna geen betekenis meer aan de jaarrekening. Dit kan worden veranderd als toezichthouders en accountants gedurfder verslaggeving introduceren.

Voor ondernemingen die in het huidige tijdsgewricht naar de beurs worden gebracht, geldt dat het winstcijfer nog slechts voor 2,6 procent de prijs van het aandeel verklaart. In de periode 1970-1974 was dat nog 20,4 procent, een reductie van de relevantie met ruim 87 procent. Deze cijfers zijn afkomstig van Anup Srivastava. Hij laat zien dat de relevantie van het winstcijfer sterk aan betekenis heeft ingeboet als informatiebron voor de belanghebbenden buiten het bedrijf.

De hoofdverklaring die Srivastava geeft voor deze ontwikkeling is dat kennis thans een veel groter aandeel van de waarde van een product of dienst vertegenwoordigt dan in de jaren zeventig. De kennisintensiteit komt in onze verslaggeving tot uitdrukking in onder meer de grootboekrekeningen goodwill en ontwikkelkosten.

De matching tussen de consumptie van de onderliggende activiteiten en de erkenning van opbrengsten in de jaarrekening, is met de toename in betekenis van dit ontastbare deel van het  geleverde product (de dienst) teruggelopen.
Zo zien we dat immateriële activa slechts in beperkte mate mogen worden geactiveerd (goodwill) terwijl de kosten verbonden aan kennis die men zelf ontwikkelt bijna zonder uitzondering in het jaar van uitgave in de resultatenrekening verschijnen en niet op het moment dat de bijbehorende omzet ontstaat.
Het gevolg is dat de matching tussen opbrengsten en bijbehorende kosten - gemeten als hoe de huidige omzet wordt verklaard door huidige uitgaven - sinds de jaren zeventig is gehalveerd. Het gevolg is dat de gebruiker geen informatie meer kan ontlenen aan de jaarrekening.

Het gebrek aan matching kon ontstaan omdat de opstellers van jaarrekeningen en regelgevers er niet in zijn geslaagd werkbare modellen te ontwikkelen. Helaas weten we maar weinig van dit proces, maar een voorbeeld zou de HBS-casus kunnen zijn. Die beschrijft hoe Steve Jobs tracht onder subscription accounting uit te komen als hij zijn iPhones verkoopt. De stelling van Jobs was dat hij zijn omzet volledig realiseert op het moment dat de klant de iPhone aanschaft, en niet pas na twee jaar, als het telefoonabonnement afloopt.

Jobs kreeg uiteindelijk toestemming voor onmiddellijke verwerking van de opbrengst in de jaarrekening, maar Srivastava toont aan dat bedrijven in dit verband meestal bakzeil halen - als hun managers überhaupt al gemotiveerd zijn een betere matching na te streven.

Accountants denken na over het gebrek aan matching en ontwikkelen zelfs diensten die we tegenkomen onder termen als 'integrated reporting'. Deze inspanningen slaan nog maar matig aan. De reden is dat een verificatie door de accountant minder waard is, zolang de autoriteiten - wetgever en standard setter IASB - een meer waarderelevante verwerking van deze posten in de jaarrekening niet verplicht stellen.

De inspanning van Jobs was dan ook precies gericht op zo'n erkenning. Immers, hij kon de omzet zoals hij die definieerde zonder meer in zijn jaarrekening opnemen. De verificatie ervan kreeg echter pas economische betekenis nadat de Amerikaanse standard setter FASB deze behandeling toeliet en de accountant dus moest tekenen voor de getrouwe weergave. Nederland zou met de zelfde passie als Jobs moeten werken aan het herstel van de relevantie van accounting.

Hiertoe is het nodig dat de accountantsprofessie (de NBA) en toezichthouders (AFM) zich samen inspannen. De NBA is nodig om de kandidaatposten aan te dragen waarmee de relevantie kan worden vergroot. De AFM is nodig om aan de bedrijven verslaggevingseisen te stellen die wat gedurfder zijn dan IASB voorschrijft. Omdat het eisen van de toezichthouder betreft moeten de gerapporteerde cijfers worden gecontroleerd.

Kan niet, zegt u? Wel, de AFM kan aanvullende informatie opvragen als de situatie daarom vraagt. Zo kan men besluiten informatie op te vragen over afwijkingen van leningsvoorwaarden door banken. Waarom zou AFM niet evengoed informatie op kunnen vragen omtrent hoe goed gerapporteerde kosten matchen met de gerapporteerde omzet?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

60 reacties

Jan Bouwens

Beste mensen, Bedankt voor jullie reacties. Het betreft hier een onderwerp waarover pas meer definitieve uitspraken mogelijk zijn wanneer we verschillende paktijken met elkaar vergelijken en we tevens bereid zijn beter na te denken over hoe we matching kunnen vergroten. Ik meen dat we onze professie tekort doen door ons erbij neer te leggen dat de relevantie een ondergeschikte rol zou spelen aan de verantwoordingsfunctie. Natuurlijk, het is zinvol voor de buitenwacht te weten dat het bedrijf investeerde in productontwikkeling. Maar als een bedrijf vervolgens geen verwachting ‘uitspreekt via een waardering van deze activiteiten, is er sprake van verminderde verantwoording over de vraag of deze uitgaven ook zinnig waren. Er is dus alle reden toe om JUIST in het kader van de verantwoording matching tussen kosten en uitgaven belangrijk te verbeteren

Jan Weezenberg

AT:Wim Nusselder - 6-9-2014 15:04:42 U schrijft: "Ik ga hier af op mijn intuÏtie (onbewuste conclusie uit een groot aantal gegevens). Ik heb zojuist een verhalenbundel van Leonard Huizinga uit de kast gehaald, waarin -in de ik-stijl- allerlei ervaringen worden beschreven. Elk verhaal heeft echter een zeer verrassend einde en de slotzin bij elk verhaal is dan ook "O... zei ik." Dat is ook de titel van het boek. En mijn reactie op bovenstaand citaat. Vriendelijke groet, Jan Weezenberg

Wim Nusselder

Beste Jan W., Sorry, dat is me teveel werk. Ik ga hier af op mijn intuÏtie (onbewuste conclusie uit een groot aantal gegevens zodat systematische inductie me teveel energie kost). Falsificeren door me een of enkele specifieke organisaties te noemen waarvoor volgens jou meer categorieën nodig zouden zijn lijkt me efficiënter.

Jan Weezenberg

AT: Wim Nusselder - 6-9-2014 13:54:22 "In concrete gevallen valt die heterogeniteit meestal erg mee. Je kunt de gebruikers van de financiële verslaglegging van een specifieke organisatie vrijwel altijd indelen in 2 of hooguit 3 categorieën met sterk overlappende belangen" Mijn vraag: Graag een tabelletje waarin deze uitspraak overtuigend is opgenomen. Suggestie: een matrixje met *categorie gebruikers (zou maximaal 3 groepen opleveren met daarbij Kritieke Succes-faal Factoren' *gemeenschappelijke informatiebehoefte (zou groot deel jaarrekening inhouden) *specifieke informatiebehoefte per categorie. Mening van hoogleraar over de tabel . Alvast bedankt. Vriendelijke groet, Jan Weezenberg2"

Wim Nusselder

Beste Jan W., “Die relevantie van de jaarrekening als geheel is weer afhankelijk van het doel van de gebruiker: verantwoording, onderbouwing van voorspellingen of anderszins". Dit is een onwerkbare uitspraak ! Denk aan de enorme heterogeniteit van de gebruikers” In concrete gevallen valt die heterogeniteit meestal erg mee. Je kunt de gebruikers van de financiële verslaglegging van een specifieke organisatie vrijwel altijd indelen in 2 of hooguit 3 categorieën met sterk overlappende belangen. Zelf werk ik voornamelijk voor organisaties waarin of subsidieverstrekkers of donateurs de evident belangrijkste gebruikers zijn. Soms zijn beide categorieën aanwezig. Daarnaast zijn er nog categorieën als medewerkers, leveranciers en beneficiënten, maar hun (legitieme) belang beperkt zich in hoge mate tot de levensvatbaarheid van de organisatie waarin ook subsidieverstrekkers en donateurs normaliter al voldoende belang stellen. Diversiteit van gebruikers is een reden voor diversificatie van financiële verslagleggingsvormen en daarop toegesneden accountantsdienstverlening. In de wereld van de gesubsidieerde not-for-profits bestaat die diversiteit al in de vorm van controleverklaringen bij subsidieafrekeningen naast controleverklaringen bij jaarrekeningen. Soms worden die geïntegreerd middels subsidieafrekening(en) als annex(xen) bij de jaarrekening onder de paraplu van dezelfde controleverklaring. Dergelijke constructies lijken mij ook denkbaar in de wereld van de commerciële ondernemingen waarin ik minder thuis ben.

Wim Nusselder

Beste Jan B., Mijns inziens STREEF je naar een maximum (of minimum) van een bepaald variabele (of meerdere variabelen, bij lineair programmeren etc.) en BEREIK je dan een optimum (als gevolg van beperkende randvoorwaarden). Matching lijkt me geen te maximaliseren doel, maar een middel tot een doel van bepaalde belanghebbenden. T.a.v. subsidies ben ik het eens met streven naar maximale matching, maar wel met het maatschappelijke doel op het oog dat de meeste subsidieontvangers zeggen na te streven en niet de private doelen die ze daar soms achter verstoppen (waaronder instandhouding van hun organisaties, werkgelegenheid, status van bestuurders etc.). Je voorbeeld van Steve Jobs maakt duidelijk dat het ook nog uitmaakt of je ‘naar voren’ of ‘naar achteren’ matcht. Als je per se wilt matchen kun je in principe net zo goed kiezen voor het contant maken van onzekere inkomsten als voor het activeren en afschrijven-naar-rato-van-realisatie-van-daadwerkelijke-inkomsten, toch? Steve Jobs kiest voor het eerste, omdat dat hij dan een hoger vermogen kan laten zien. Activeren van uitgaven (en daartegenover voorzieningen zetten wegens onzekerheid van bijbehorende inkomsten) zou een conservatievere manier van boekhouding zijn waartoe ik geneigd zou zijn in het belang van externe belanghebbenden (voor zover ik de casus voldoende begrijp). En als IFRS-regeltjes ‘naar achteren matchen’ in de weg staan, kan niet-matchen de voorkeur verdienen boven ‘naar voren matchen’. Zeg het vooral als ik hier planken missla, want ik ben geen accountant en redeneer slechts op basis van principes en niet op basis van regelkennis en ‘interpretatie-jurisprudentie’.

Jan Weezenberg

AT: Wim Nusselder - 6-9-2014 11:51:35 Ik lees: "De vraag of er relevante informatie ontbreekt in een jaarrekening moet dan beoordeeld worden enz. Die relevantie van de jaarrekening als geheel is weer afhankelijk van het doel van de gebruiker: verantwoording, onderbouwing van voorspellingen of anderszins". Dit is een onwerkbare uitspraak ! Denk aan de enorme heterogeniteit van de gebruikers: -Financiers -Afnemers -Leveranciers -Werknemers -Politieke belangstellenden in de meest ruime zin van het woord Die hebben allemaal een verzameling informatiewensen . Voor een klein deel dezelfde, die kunnen in een jaarrapport. Daar kun je kijken of er iets ontbreekt waar iedereen behoefte aan heeft. Voor het grootste deel niet gemeenschappelijk. Die informatie moet (indien mogelijk en betaalbaar) als maatwerk beschikbaar komen. Dat kan via een website, dat kan via meetings of gesprekken in klein gezelschap, enz. Als je dit niet onderkent wordt de jaarrekening een vuilnishoop, waar iedereen kan gaan zoeken naar iets dat nog bruikbaar is. Voor de meeste gevallen blijkt de zogenaamde informatie (gegevens die bijdragen aan het kennisbeeld) slechts RUIS te zijn die veel geld kost en geen nut heeft. Vriendelijke groet, Jan Weezenberg -

Jan Bouwens

AT:Wim Jobs liet zien dat met subscription accounting onzinnig de zaken verkeerd werden voorgesteld. De reden Apple subscription accounting moest volgen was dat er in de loop van het contract nog software updates zouden volgen. Als we dat principe volgen zouden we ook de omzet voor een auto pas mogen vastleggen als de updateperiode afloopt, laten we zeggen naar vijf jaar. Daarmee geven we een volkomen verkeerd beeld van de economische werkelijkheid. Ik zou dan ook zeggen dat we altijd naar een optimale matching moeten streven ten einde de betrouwbaarheid en de relavetie na te streven!

Wim Nusselder

Beste Jan en Jan, Mag ik Jan de Rooy’s opsomming voor “de kracht van een jaarrekening” als volgt samenvatten: scope, relevantie en coherentie van de gerapporteerde gegevens + consistentie en betrouwbaarheid daarvan over langere tijd? Die combinatie maakt die gegevens tot relevante informatie. Niet relevant voor elk doel: primair voor verantwoordingsdoeleinden, maar ook als basis voor voorspelling van bijv. levensvatbaarheid (duurzaamheid van verdienvermogen). De vraag of er relevante informatie ontbreekt in een jaarrekening moet dan beoordeeld worden in termen van de noodzaak van het opnemen van de betreffende gegevens voor scope, relevantie en coherentie en temporele consistentie/betrouwbaarheid daarvan met het oog op de relevantie (informatieve waarde) van de jaarrekening ALS GEHEEL. Die relevantie van de jaarrekening als geheel is weer afhankelijk van het doel van de gebruiker: verantwoording, onderbouwing van voorspellingen of anderszins. Verminderde relevantie van winst (de traditionele bottom line en focus van de jaarrekening van commerciële organisaties) vermindert niet noodzakelijk de relevantie van de jaarrekening als geheel. Ik ben me daar mogelijk meer dan andere financials van bewust doordat winst nooit de focus van jaarrekeningen is in de not-for-profit sector waarin ik voornamelijk werk. De vraag of (vasthouden aan of zelfs versterking van) matching (van zekere gerealiseerde uitgaven en onzekere te realiseren inkomsten) de relevantie van de jaarrekening vergroot moet dan eveneens beoordeeld worden tegen de achtergrond van gebruikersbelangen. Wat moet tellen is NIET het belang van Steve Jobs om toekomstige inkomsten nu al bij zijn vermogen te mogen tellen, maar het belang van externe gebruikers aan wie Steve Jobs rapporteert. Matching van zekere en onzekere gegevens vermindert in principe de temporele consistentie/betrouwbaarheid van de jaarrekening. Daar kan grotere relevantie voor de gebruiker tegenover staan. Afwegen daarvan is alleen mogelijk onder verwijzing naar specifieke gebruikersbelangen en niet voor ‘de’ jaarrekening i.h.a.. Ook hier een parallel voor not-for-profits: Richtlijn 640 voor not-for-profits vergt matching van subsidie-inkomsten (zowel gerealiseerde als toekomstige) in de periode waarin ze besteed worden. Uiterst relevant voor de belangrijkste gebruikers (subsidiegevers), maar niet bevorderlijk voor de betrouwbaarheid van het eigen vermogen, gegeven de zeer reële kans dat verwachte en zelfs toegezegde subsidies niet gerealiseerd worden doordat de subsidieontvanger bij nader inzien niet kan voldoen aan de kleine lettertjes van de subsidievoorwaarden. Het belang van de (uiteindelijk hoofdelijk aansprakelijke) bestuurders is erkenning van subsidies als baten bij ontvangst in plaats van bij besteding, zoals inderdaad voorgeschreven in de Angelsaksische variant van accrual accounting en (vermoed ik) IFRS. Kortom: matching is niet noodzakelijk altijd wenselijk; dat is perspectief-afhankelijk en dient bepaalde belangen. Nederland kan daarin andere wegen gaan dan de rest van de wereld. Persoonlijk zou ik er voorstander van zijn als de rest van de wereld op dit punt de Nederlandse praktijk zou volgen t.a.v. subsidies.

Jan Weezenberg

AT: Jan Bouwens - 5-9-2014 23:46:45 Beste andere Jan Ik lees: ".Ik zeg niet dat we nu elke vermoedelijke asset met een cash flow verwachting moeten waarderen. Maar per definitie negeren is een ander uiterste". Zie mijn reactie naar Rene van Wingerden - 5-9-2014 16:13:45 "Bij niet rendabele voortzetting van activiteiten (bijvoorbeeld ter beperking van verlies) moet een afwaardering worden geaccepteerd en dan kom je op een netto realiseerbare waarde uit" Dat hierbij een cash-flow verwachting aan te pas komt is evident. Per definitie negeren is dus in ieder geval bij mij niet aan de orde. Overigens: een veel simpeler methode is de depreciation recovery ratio als correctiefactor te gebruiken als die minder wordt dan 1 Nieuwe waarde = Oude waarde *depreciation recovery ratio. Deze aanpak is al in detail beschreven in de Richtlijnen voor de Administratie, deel 1, Het Rekeningstelsel uit 1958 van Philips. Daar staat bijvoorbeeld ook in hoe de administratieve verwerking is van levensduur-verlengende revisies en hoe het effect van het beschikbaar komen van moderne machines op de waardering van de oudere machines tot uitdrukking moet worden gebracht. Gelukkig was er toen nog geen sprake van IFRS. Vriendelijke groet, Jan Weezenberg

Jan Bouwens

AT: Jan Weezenberg en Geert de Jonge In termen van verantwoording heeft het betekenis te weten of een de gerapporteerde waarde overeenkomstig de regels is weergegeven. Fair value geeft blijk van de mate waarin waarde wijzigde over de betrokken periode. Fair values hebben echter betrekking op ingekochte assets, en nauwelijks op zelf gemaakte assets. Dat is weinig consistent. Ik zeg niet dat we nu elke vermoedelijke asset met een cash flow verwachting moeten waarderen. Maar per definitie negeren is een ander uiterste.

Jan Weezenberg

AT:Geert de Jonge - 5-9-2014 U schrijft (geheel terecht) " qua betekenis moet aan een goedkeurende controleverklaring op basis van IFRS dan ook niet meer waarde worden toegekend dan aan een oordeelsonthouding op basis van NV COS 705.9." Met andere woorden: je hebt er niets aan, het is niet relevant. Maar vraag niet hoeveel weggegooid geld er voor nodig was om het allemaal uit te zoeken, te controleren en te publiceren Hoe is dan ook het gedrag te verklaren om op een heel moeilijke manier met resultaten te schuiven van jaar tot jaar, zonder dan de stake-holders er iets aan hebben bij hun meningsvorming. Is er nog zo iets als informatie-economie, of hebben de regelgevers daar nooit van gehoord. Voor mij is het zo langzamerhand "Kafka in wonderland " Want e weten niet wat ze met ons voor hebben, maar het speelveld en de spelregels worden voortdurend. veranderd. Daarbij zien we dat de doelpaaltjes steeds weer op een andere plaats worden gezet. En er zijn "belanghebbenden, die daar een goed belegde boterham aan verdienen ! Vriendelijke groet, Jan Weezenberg

Geert de Jonge

Informatie ter verantwoording moet uiteraard betrouwbaar zijn. Vroeger stelde men daarvoor een jaarrekening op op basis van historische kosten en met een beetje geluk gaf een accountant daar dan een goedkeurende verklaring bij. Ondertussen hebben we al weer sinds een jaar of tien IFRS regelgeving en die voegt verantwoordingsinformatie en waarderingsinformatie op basis van economische waarde samen in een en de zelfde jaarrekening en die verwordt daarmee dan tot een combinatie van een verantwoordingsstuk en een waarderingsstuk. Ook bij een dergelijke jaarrekening geeft een accountant met een beetje geluk een goedkeurende verklaring af, inhoudende dat er sprake is van een getrouw beeld in overeenstemming met IFRS. De gebruiker moet zich dan maar zelf realiseren dat het getrouwe beeld in overeenstemming met IFRS iets anders inhoudt dan het klassieke getrouwe beeld dat de jaarrekening als verantwoordingsstuk juist is. Een goedkeurende verklaring bij een IFRS jaarrekening komt in feite neer op een combinatie van twee verklaringen, namelijk (1) de klassieke verklaring dat de verantwoordingsinformatie juist is en (2) voor wat betreft de waarderingen en resultaat verantwoording op basis van economische waarde een mededeling die niet meer inhoudt dan de standaard mantra op grond van NV COS 3400 (onderzoek van toekomstgerichte informatie) met de bekende dubbele ontkenning en waarschuwing ofwel in essentie de volgende tekst: "Op grond van ons onderzoek van de gegevens waarop de veronderstellingen zijn gebaseerd is ons niets gebleken op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de veronderstellingen geen redelijke basis vormen voor de prognose. De werkelijke uitkomsten zullen waarschijnlijk afwijken van de prognose, aangezien de veronderstelde gebeurtenissen zich veelal niet op gelijke wijze zullen voordoen als hier is aangenomen en de afwijkingen van materieel belang kunnen zijn." Uit de eerste ervaringen met het nieuwe verklaringenstelsel blijkt dat vrijwel alle key audit matters verband houden met waarderingskwesties op basis van economische waarde en qua betekenis moet aan en goedkeurende controleverklaring op basis van IFRS dan ook niet meer waarde worden toegekend dan aan een oordeelsonthouding op basis van NV COS 705.9.

Jan Weezenberg

AT: Rene van Wingerden - 5-9-2014 16:13:45 *Geachte Heer van Wingerden, Oude wijsheid uit de bedrijfseconomie: Kostprijs of actuele waarde, maar altijd de laagste van de twee. Dat zie ik ook als de beste "fair value ". Trouwens: in probleemsituaties komt de executie-waarde er als derde (door de Bank gehanteerd) alternatief bij. Die is het meest relevant, want kredietverlening houdt uitdrukkelijk rekening met beperking van risico bij gedwongen verkoop. En is uiteraard redelijk betrouwbaar, want door onafhankelijke deskundigen te taxeren (met uitzondering Philips Pensioenfonds -fraude). Tenslotte: bedrijfswaarde van vaste activa wordt mede bepaald door de mogelijkheid van terugverdienen van de afschrijvingskosten (depreciation recovery ratio) uit de opbrengst van de bedrijfsactiviteiten Bij niet rendabele voortzetting van activiteiten (bijvoorbeeld ter beperking van verlies) moet een afwaardering worden geaccepteerd en dan kom je op een netto realiseerbare waarde uit. Het is een boeiend onderwerp, waarover ik graag de mening van de hoogleraren zou vernemen. Al is het maar in de vorm van een specifieke opinie of een artikel in Accountant. Ook zou Joost Groeneveld (specialist Business Valuater bij Wingman) hier een tipje van de sluier kunnen oplichten. Met vriendelijke groet, Jan Weezenberg

Rene van Wingerden

AT:Jan Weezenberg: Duidelijkste voorbeeld relevantie versus betrouwbaarheid: De waardering van een actief, zoals een bedrijfspand: tegen kostprijs of tegen actuele waarde? - de kostprijs is objectief en op de cent nauwkeurig te bepalen op basis van de koopovereenkomst. - de actuele waarde is hooguit een schatting van de vervangingswaarde of marktwaarde. Niet op de cent nauwkeurig te toetsen. Als het pand 20 jaar geleden is gekocht, lijkt echter de actuele waarde relevanter dan de kostprijs. Bij derivaten geldt de relevantie van marktwaarde boven kostprijs nog veel sterker. Maar wat als die schatting een grote bandbreedte heeft... Dus wat is nu "beter"?? Kostprijswaardering of actuele waarde? (Wat zou beter zijn geweest bij Econcern mbt de deelnemingen?)

Jan Bouwens

AT:Jan deRrooy Ik ben het eens met je punt aangaande consistentie. Vraag is waarom we er niet meer op hebben ingezet vast te houden aan het matchingbeginsel.

Jan de Rooy

Beste Jan, In jouw bijdrage stel je dat er relevante informatie in jaarrekeningen ontbreekt en dat zulke jaarrekeningen dus minder relevant zijn en daarom uiteindelijk ook de accountantsrol. Accountants zouden daarom moeten bijdragen aan meer gedurfde regelgeving inzake rapportering. Het onderzoek van Srivastava haal je aan omdat die melding maakt van een afnemende betekenis van het ‘kengetal’ winst voor de waardebepaling (koersvorming). Maar er is toch al jaren een voortdurende zoektocht gaande naar een steeds betere verslaggeving, die invulling geeft aan vele vragen die vele soorten gebruikers willen beantwoorden op basis van de jaarrekening. Daarom wordt er ook steeds meer aanvullende informatie gegeven in jaarrekeningen. Maar de kracht van een jaarrekening ligt er in mijn ogen primair juist in dat bedrijven over opeenvolgende jaren (1) op consistente en betrouwbare wijze rapporteren (2) over een groot aantal (3) relevante (4) samenhangende posten. Alleen zo kan er inzicht ontstaan in ontwikkelingen in de tijd en tussen de posten. Ik denk daarom dat juist die functie van de jaarrekening het fundament er van is en daarom het bestaansrecht van accountants. Als vertrekpunt dus. En juist door de toepassing van modelmatige complexe analyses van jaarrekeningen kunnen dan de gewenste diepere inzichten ontstaan.

Wim Nusselder

Beste Jan B., Je schrijft “Wat ik zeg is dat we beter ons bet moeten doen om de link te leggen tussen uitgaven en bijbehorende omzet. Verslaggeving gericht enkel op verantwoording zou zelfs op langer termijn dat document overbodig maken. De reden is dat we ook binnen accounting een bijdrage leveren aan de juiste allocatie van middelen binnen de samenleving. Als we dan geen instrumenten bieden om vast te stellen of huidige uitgaven ook toekomstige waarde hebben, maken we ons werk overbodig.” en “Mijn oproep is om na te denken over modellen en methoden die verifieerbaar zijn.”. Zijn de toekomstige inkomsten die resulteren uit huidige (of gerealiseerde) uitgaven niet per definitie onverifieerbaar in het heden? Je kunt hooguit een eenduidige methode proberen af te spreken om ze te schatten (die nooit in alle situaties hetzelfde kan zijn, dus tot willekeur zal leiden en extra ruimte zal creëren om de cijfers in eigen belang te beïnvloeden). Ook mij lijkt het even niet het juiste moment voor een pleidooi voor relevantere jaarverslaggeving als niet de relevantie, maar de betrouwbaarheid van de jaarverslaggeving (politiek) ter discussie staat.

Jan Weezenberg

AT:Rene van Wingerden - 4-9-2014 13:08:59 Geachte Heer van Wingerden, U schrijft : De bekende tegenstelling in accounting is niet relevantie versus weinig zeggend over waarde, maar relevantie versus betrouwbaarheid. Ik ben bang dat ik die bekende tegenstelling niet snap: *tegenover relevant verwacht ik niet relevant *En tegenover betrouwbaar verwacht ik niet betrouwbaar.. Lijkt een beetje op *groot tegenover klein *licht tegenover donker. Daar maken we toch ook geen groot tegenover donker van ? Graag een nadere uitleg, een mens is nooit te oud om te leren. Vriendelijke groet, Jan Weezeberg

Jan Bouwens

AT:Rene, Mijn oproep is om na te denken over modellen en methoden die verifieerbaar zijn. Als de betrouwbaarheid in het geding komt, heeft de openbaarmaking van de informatie geen zin meer. Het is om die reden dat ik kom met het voorbeeld van Steve Jobs. Hij wilde dat een methode werd aanvaard die door een accountant werd geverifieerd zodat zijn verslag aangaande omzet werd geloofd en relevant was!

Rene van Wingerden

AT: Jan Bouwens: De bekende tegenstelling in accounting is niet relevantie versus weinig zeggend over waarde, maar relevantie versus betrouwbaarheid. Die twee gaan vaak niet samen, en moet je dus een afweging maken. Die afweging valt voor sommige posten uit richting vooral relevantie, en voor andere meer nadruk op betrouwbaarheid. Een algemeen eenduidig juiste verhouding tussen relevantie en betrouwbaarheid bestaat volgens mij niet. Om nu juist de accountantsprofessie uit te nodigen om verslaggeving met meer relevantie maar daarmee dus ook minder betrouwbaarheid te ontwikkelen, lijkt mij niet te passen bij de natuurlijke aard van conservatieve (in de zin van voorzichtigheid in de winstneming) accountants. Die hechten gemiddeld meer aan betrouwbaarheid. Is het niet beter om deze oproep te richten aan ondernemers / investeerders?

Jan Bouwens

AT: Gert-Jan Jordaan Als we de keuze hebben tussen relevant en weinig zeggend over waarde, dan kies ik voor relevant. Relevant betekent niet dat de deur wordt open gezet voor manipulatie of optimisme in de jaarrekening. Als daarvan sprake zou zijn, verdwijnt de relevantie onmiddellijk en is er inderdaad geen reden om hieraan te beginnen. Wat ik zeg is dat we beter ons bet moeten doen om de link te leggen tussen uitgaven en bijbehorende omzet. Verslaggeving gericht enkel op verantwoording zou zelfs op langer termijn dat document overbodig maken. De reden is dat we ook binnen accounting een bijdrage leveren aan de juiste allocatie van middelen binnen de samenleving. Als we dan geen instrumenten bieden om vast te stellen of huidige uitgaven ook toekomstige waarde hebben, maken we ons werk overbodig.

Jan Weezenberg

AT: Gert-Jan Jordaan - 3-9-2014 15:05:55 Geachte Heer Jordaan, Uw onderstaande reactie is duidelijk bedoeld voor Jan Bouwens. "@ Jan Weezenberg Waarom zouden we de jaarrekening relevanter maken? Al deze voorstellen van informatievoorziening kunnen toch op een andere manier, zonder de conventionele (verslaggevings-)regels. Dit betoog is hetzelfde als mijn reactie naar Jan Bouwens. Vriendelijke groet, Jan Weezenberg

Gert-Jan Jordaan

AT: Jan Weezenberg Waarom zouden we de jaarrekening relevanter maken? Al deze voorstellen van informatievoorziening kunnen toch op een andere manier, zonder de conventionele (verslaggevings-)regels. Dan houden we de jaarrekenin van de kleine rechtspersoon simpel en primair als verantwoordingsstuk en gaan we ons richten op maatwerk.

Jan Weezenberg

AT: Jan Bouwens - 3-9-2014 13:05:43 Beste andere Jan, Je vraagt : Moeten we ons uitsluitend op verantwoording richten? Mijn reactie is te zien als een minimum-relevantie "al is het maar als verantwoordingsverslag . ". Volgende vraag: "dienen we te streven de informatiecontent van de jaarrekening te verhogen? " Antwoord : ja, mits de informatie-uinhoud functioneel deze uitbreiding ondersteunt.. Er zijn meer mogelijkheden : hogere frequente, vooral hoofdzaken met trend-presentatie, onderscheid tussen transactions en adjustments, specificatie liquiditeitsontwikkeling, special reports, benchmarking -uitkomsten, als hoogleraar management accounting kun je de rest wel invullen. Maar ik blijf voor een degelijk minimum in plaats van qua inhoud niet relevante uitbreidingen/toevoegingen Met vriendelijke groet, Jan Weezenberg

Jan Bouwens

AT: Jan Weezenberg Beste Jan, Bedoel je dat we er niet naar hoeven te streven de informatiecontent van de jaarrekening te verhogen? Moeten we ons uitsluitend op verantwoording richten?

Jan Weezenberg

Geachte Redactie, Volgens mij worden er twee onderwerpen door elkaar besproken: *de functie van de jaarrekening: die is er in principe natuurlijk altijd, al is het maar als verantwoordingsverslag. *De relevantie van de informatie in het jaarverslag: ik heb als mijn duidelijke mening gegeven dat de informatie in de jaarrekening de functie van de jaarrekening niet ondersteunt en zelfs tot volkomen verkeerde reacties kan leiden. Op deze website zijn er voorbeelden te over te vinden. Met vriendelijke groet, Jan Weezenberg

Gert-Jan Jordaan

De jaarrekening van kleine rechtspersonen is natuurlijk niet echt relevant te noemen. Of je deze relevantie wilt verbeteren is maar zeer de vraag. In mijn opinie uit februari 2014 kan ik het volgende nog aanhalen: "De Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor kleine rechtspersonen zijn sinds 2007 eigenlijk niet gewijzigd, op de niet te beargumenteren 'invoering' van de geamortiseerde kostprijs na. Externe verslaggeving is voor kleine rechtspersonen ook duidelijk minder relevant dan voor (middel)grote rechtspersonen. De gevraagde informatie in de kredietrapportage komt echter neer op het verschaffen van een groot gedeelte van de gegevenselementen van de jaarrekening, plus additionele informatie die nodig is voor de uitvoering van de kredietbeoordeling. Dit laatste betreft voornamelijk een nadere specificatie van of toelichting op de balans en winst- en verliesposten, alsmede informatie omtrent kengetallen en algemene gegevens. De banken, verenigd in het FRC, geven concrete instructies over de presentatie en toelichting van jaarrekeningposten. Die instructies hebben veel weg van een rules-based benadering en lijken een verplichting te worden voor rechtspersonen die krediet wensen bij een bank. " De jaarrekening voor kleine rechtspersonen is een zeer klein onderdeel in het besluitvormingsproces van met name banken. Dus inspanning om de jaarrekening relevanter te maken zou ik achterwege laten. Laten we energie stoppen in de rapportages naar de banken. Daar hebben we veel meer aan.

Joost van Buuren

interessante discussie. Het gaat om de gebruikers van de jaarrekening. Het blijkt maar weer dat er meerdere gebruikersgroepen te onderkennen zijn met elke hun specifieke behoeften. Ook de jaarrekeningen in het MKB kunnen veel relevanter worden ten behoeve van de externe gebruikers ((potentiële) zakenpartners, afnemers, leveranciers). Het gaat erom de economie efficiënter te laten functioneren, dat is het doel van de jaarrekening en controle. In het het openingsartikel “De Economische beteekenis der Accountancy” uit 1903 in de voorloper van het MAB) staat het volgende: Accountancy heeft economische betekenis omdat het: - Geeft een gezonde basis aan krediet - De kapitaalvorming in de hand werkt - Kapitaalvernietiging voorkomt Het zou jammer zijn als het bij deze constatering blijft. Wie durft dit werkelijk op te pakken en de relevantie te verbeteren? Er zijn veel mogelijkheden, ook binnen de huidige regelgeving. Het vraagt om inzicht, durf en leiderschap. Vaak zal dat toch particulier initiatief zijn en 'volgt' de beroepsgroep. Wie durft?

Johan Visser

AT:Rik: Inhoudelijk zitten we inderdaad op dezelfde lijn maar ben ik als betrokken buitenstaander , door schade en schande wijs geworden, uiterst kritisch en ronduit bang geworden voor het mengen van ex post info, m.i. de kernfunctie van een RA!!, en ex ante info. Puur alleen degelijke ex ante info echt eerlijk en getrouw presenteren is al lastig zat! Een voorbeeld: Als jonge stafmedewerker werkte ik in Januari 1985 nog geen jaar op de holding van een AEX fonds. (Mijn eerste baan in het bedrijfsleven) Het was ongewoon onrustig op de holding. Dus vroeg ik mijn baas Bernard, lid van de RvB, wat er aan de hand was. Grommend vertelde hij dat de Franse werkmaatschappijen plotseling niet een geprognosticeerd verlies van 2,0 miljoen hadden gerapporteerd maar 11.0 miljoen. Tegen de beurs was al gezegd dat het concern een winst had gerealiseerd van 34,5 miljoen. Dus als simpele filosoof zag ik een gat van 9.0 miljoen. Dat bleek toch wat anders te liggen. Het concern was in de woorden van mijn baas een echte binnenvetter dus werden er de nodige werkmaatschappijen ontdaan van de nodige voorzieningen en was het probleem zo in financiele zin opgelost. De direkteur Frankrijk kon natuurlijk stante pede zijn jas gaan pakken. Deze misschien wel wat naieve Filosoof vroeg wat de Accountant hier van vond. Ze waren immers al langs geweest. Het antwoord van mijn baas was kort maar krachtig. Hij vroeg wie betaalt de Accountant. (EY was de naam ) In die tijd was het voor concerns heel gebruikelijk om heel veel voorzieningen en min of meer verborgen bezittingen te hebben. Want bestuurders wilden graag hun baan en status behouden en dan zijn oppotstrategien een prima hulpmiddel. Bonussen laat staan opties waren er niet of nauwelijks en de belastingtarieven , in Nederland was het toptarief 72% en ( tot Reagan kwam) 80% in de USA maakten het ook weinig interessant om aggressief te gaan boekhouden. Maar toen eenmaal de opties gemeengoed waren geworden, bonussen bizar ridicule hoogten bereikten toen werd winststuring een stuk interessanter. En Accountants begonnen er les in te geven. Zie de rubriek oud nieuws op deze site. En als je dan niet alleen ex post info in de stukken stopt maar ook ex ante dan is de beer volgens mij los. Zeker weet ik dat natuurlijk niet want Accountantsorganisaties hebben met een beroep op de geheimhouding ( tot de AFM kwam) altijd succesvol de deuren gesloten weten te houden. In alle discussies over het Beroep verbaast het mij dat het licht zo weinig schijnt op het vakgebied wat jullie geloof ik Externe Verslaggeving noemen. Econcern is volgens mij niet een uitzondering. Bij Lehmann ging de partner van EY akkoord met het voor een paar dagen parkeren van 40 miljard dollar in SPV,s. Een oud medewerker van EY wees op het onbegrijpelijke van dit soort transacties maar het paste binnen de regels. Ieder weldenkend mens begrijpt dan dat er iets heel fundamenteel mis is met de regels maar men gaat over tot de orde van de dag. En laat daarmee goedwillende Accountants in de kou staan. De boekhoudschandalen van rond 2000 zitten ook vol met dit soort grappen. Dat het een hele klus zal zijn om de regelgeving een beetje reeel te maken is evident. Maar doen jullie het niet dan gaat de kruik net zo lang te water totdat hij (politiek) barst. En tot die tijd zou ik gewoon de OKscore gebruiken. Want zoals Marcel terecht schreef met de OKscore had iedereen bij Econcern kunnen zien wat er echt aan de hand was. Überhaupt lijkt het mij handig om deze score te gebruiken. Het afgeven van een goedkeurende verklaring en snel daarna het faillissement komt bij klein en groot met een zekere regelmaat voor. Als er nu iets is wat het Beroep voor schut zet is het dit. En als er dan een methode bestaat die dit kan voorkomen dan ben je als Accountant gruwelijk eigenwijs en eigenlijk gewoon dom als je zoiets niet gebruikt. Een mooi voorbeeld van het not invented here syndroom. En dat het vervelend is dat je niet onder de motorkap mag kijken snap ik. Maar ach ik snap ook niet zoveel van de motor van mijn Volvo maar weet heel goed dat het een betrouwbare en veilige auto is. Voor de goede orde: ik heb geen enkel belang bij de OK score. Maar als die kan wat PWC bij Econcern niet kon dan is het onmaatschappelijk om gebruikers dit soort info te onthouden.

Arnout van Kempen

Jan en Jan, ik ben het niet met jullie oneens. Ik krijg alleen wat sombere gevoelens als ik hoor van ondernemers die een achterhoede gevecht voeren (excuseer de beeldspraak, zie mijn laatste blog en je snapt waar het vandaan komt :)) om maar hun omzet op peil te houden. Ondernemen kan niet zonder omzet. Maar omzet behaal je als je iets doet waarmee je waarde toevoegt, waar anderen blij van worden, en waar je zelf blij van wordt. Ik weet dat sommige mensen wat moe worden van de zoveelste passie-prediker, maar toch is dat de werkelijkheid. Anderen en jezelf blij maken is de basis. Niets anders.

Jan Wietsma

AT:Arnout Denk dat het zeker mogelijk is om met inhoudelijk veel relevantere verantwoordingen voor de ondernemer in het MKB te komen, waar deze echt blij van wordt.

Jan Bouwens

AT: Arnout Mijn pleidooi is ingegeven vanuit de gedachte dat de jaarrekening aan relevantie moet herwinnen. Ook het belang van het bestuur van het betrokken bedrijf speelt voor mij geen hoofdrol. Ik heb het over de externe gebruiker van de jaarrekening.

Arnout van Kempen

Hoe begrijpelijk ook, op het eerste gezicht, maar denken vanuit "hoe houden we de omzet vast" is een doodlopende weg. De vraag die je je zou moeten stellen is hoe je meer waarde kan toevoegen vanuit je eigen kennis, kunde en passie. Uiteindelijk draait alles om de blij-factor. Je klanten moeten blij met je zijn, je moet zelf blij worden van wat je doet. Dan komt die omzet wel.

Jan Wietsma

AT:Jan Het lijkt mij zeker goed om door te spreken over de relevantie van de jaarrekening in het MKB en dan met name het kleinbedrijf. Zeker omdat de overheid daar ook iets van gaat vinden. Zie ook het rapport van McKinsey 'Het kleinbedrijf - Grote motor van Nederland' Behalve de relevantie van de jaarrekening hebben we ook te maken met de relevantie van de accountant. Als het idee ontstaat dat een jaarrekening in het kleinbedrijf vooral moet omdat de accountant dat zo graag wil, dan verliezen we alsnog de slag. En ik denk dat er veel MKB-accountants het idee hebben dat ze die slag om de jaarrekening in het kleibedrijf al hebben verloren. Niet voor niets wordt er ook door accountantskantoren nagedacht over zaken als 'aangifte plus' om daarmee in ieder geval nog een deel van de omzet vast te houden.

Rik Blijham

Johan, ik betoog in beginsel hetzelfde als jij, al druk ik mij iets minder negatief uit. Econcern leek mij een heel helder voorbeeld van ongewenste menging van ex post en ex ante informatie al realiseerde ik mij dat het voorbeeld ook zo extreem is dat ik het risico liep op reacties in de trant van "dat je daar geen winst mocht nemen begrijpt iedereen". De vraag blijft in hoeverre wél relevante waarde-informatie gegeven kan worden.Als ik jou goed begrijp zeg je: helemaal niet. Mijn stelling is wat minder absoluut, mits die waarde-informatie niet vermengd wordt met verantwoordingsinformatie en het subjectieve en toekomstgerichte karakter van die waarde-informatie volkomen helder is. In minder extreme situaties als Econcern kom je als accountant wanneer het gaat om het beoordelen van toekomstverwachtingen toch al vrij snel in de problemen. Uiteindelijk weet je natuurlijk ook niet wat de toekomst brengt en als de directie mooie verhalen heeft bij haar toekomstverwachtingen wordt de discussie, ook door de informatie-achterstand die je als accountant per definitie hebt, al vrij snel lastig. Vandaar mijn pleidooi om de toekomstverwachtingen helder te maken. Elke belegger kan dan zelf beoordelen wat hij daarvan vindt en behoeft het niet slechts te doen met een cijfer waarin de toekomstverwachtingen verborgen zitten.

Jan Bouwens

AT: Johan AT:Johan, Bedankt voor je commentaar. Ik begrijp je commentaar wel en ben het met je eens dat eerst een punt moet worden bereikt waar het aantal fouten dramatisch is gedaald in vergelijking met de huidige situatie. Ik heb er niet zo veel op tegen dat we rigoureus zijn in de winstbepaling en zelfs kan ik me voorstellen dat we nadenken over de mixproblematiek. Maar dat doet niets af aan de discussie die we hier voeren. In het geval van Ecocern zou je natuurlijk geen omzet mogen nemen. Als ik je beschrijving volg, mag deze verwachte omzet niet worden opgevoerd als bezitting. In mijn pleidooi zou passen dat de toezichthouder rapporteringen verplicht stelt. Mochten zij daar geen been in zien, dan gaat de dienst niet door.

Johan Visser

Sorry, laatste twee ex ante in mij reactie moeten natuurlijk ex post zijn

Johan Visser

Beste mensen, Met enige verbazing heb ik jullie discussie gevolgd. Helder is nu al dat de huidige jaarrekening een wel zeer wonderlijk mix is van ex post informatie en ex ante ,zogenoemde, informatie. Econcern is een prachtig maar evident frauduleus voorbeeld van het mixen van beide vormen van wat jullie optimistisch informatie noemen. De ex ante info van Econcern met de ruimhartige zegen van PWC was echter bij de windprojecten op helemaal niets gebaseerd. Ik zal het even uitleggen! Na het tekenen van contracten met grondeigenaren werden de projecten maar alvast op 15% van de toekomstige opbrengsten gewaardeerd. Iedere kenner van het ontwikkelen van een windpark weet dat dit volkomen flauwekul is en eigenlijk alleen gekwalificeerd kan worden als regelrechte fraude. Immers het verkrijgen van een contract met een grondeigenaar is geen kunst. Maar daarna moet je eerst twee jaar de windcondities op de locatie monitoren met windmasten van minimaal 80 m. Voor meer zekerheid, het kunnen a typische goede/slechte windjaren zijn geweest, moet je ook de hopelijk beschikbare data uit de nabije omgeving van bijv een vliegveld heel goed bekijken. Als de gegevens positief zijn kun je verder. ( Toen Henk Hutting 30 projecten in Frankrijk van Econcern had bekeken vielen er 28 Af wegens het ontbreken van voldoende wind maar dat kwam de leiding niet goed uit) Vervolgens moet je in een doorgaans heel moeizaam proces de vergunningen zien te verkrijgen. Gemiddeld duurt dit in Nederland 8(!!) jaar. Zelfs dan ben je er nog niet want je moet ook een economisch verantwoord stroomcontract zien te verwerven, in jargon PPA. Dat is op dit moment bijv bepaald geen sinecure gegeven de relatief lage stroomprijzen. En daarna kan je serieus gaan onderhandelen met banken en/ of andere financiers. Pas als dit allemaal rond is heeft volgens een eerlijke en degelijke projectontwikkelaar een project waarde!! De direktie van Econcern had andere belangen en de Accountant werkte aan deze fraude mee! Vinden jullie het erg dat deze betrokken buitenstaander denkt dat jullie Accountants je gewoon moeten beperken tot harde ex post informatie , kosten gewoon direkt moeten nemen en opbrengsten pas als de cash daadwerkelijk op de rekening staat? Laat mijzelf maar een inschatting maken van die sectoren waar ik verstand van heb! Want in jullie model ,zoals PWC bij Econcern bewees, is het dus mogelijk om twee soorten info zo te mixen dat er een volledig verkeerd beeld wordt gepubliceerd en gedeponeerd. Overigens is het wel komisch dat ook Rabo er in is gelopen. In Nederland is dat de grootste financier van windprojekten dus ze hadden beter moeten weten Laat ik het anders stellen: ik weet dat de respondenten op deze opinie en Jan zelf het heel goed voorhebben met het in het ongerede geraakte Beroep. Maar hoe goed bedoeld ook: de samenstelling veranderen van een in mijn ogen giftige mix van info maakt de mix niet minder giftig. Zorg er met zijn allen nu eens voor dat een jaarrekening ex ante gewoon deugt. En als je dan nog budget overhebt mag je allerlei innovatieve al dan niet voorzien van Big Data schrijfsels publiceren. Zoals de NBA nu al een beetje doet met sectorstudies Misschien zijn er wel partijen die er apart budget voor overhebben. Laat duizend bloemen bloeien maar jullie verkrijgen pas weer maatschappelijk aanzien en vertrouwen als jullie A. schuld belijden(Jules Muis) en B. gewoon eens degelijk ex ante vakwerk gaan leveren. En jullie bereid ziin om commerciele roofridders in RAverpakking financieel eens per organisatie en per individu stevig te laten bloeden als ze jullie mooie vak voor de zoveelste keer te schande maken

Jan Bouwens

AT: Rik, bedankt! Ja ik meen dat we toch in staat moeten zijn om wanneer professionals en onderzoekers de koppen bij elkaar steken er na het nodige denkwerk/onderzoek verbeteringen in onze praktijk zullen volgen.

Rik Blijham

AT: Jan, ik denk graag met je mee!

Jan Bouwens

AT:Rik Ik denk dat we het niet oneens zijn. Of toch zeker niet volledig oneens zijn. Ik wil graag dat we nadenken over informatie te geven aan de hand waarvan de gebruiker beter in staat is zich een oordeel te vormen over de waarde van de uitgaven die een organisatie doet om toekomstige operaties mogelijk te maken. Of we het huidige winstbegrip dan overboord moeten werpen weet ik niet. Alle ontwikkelkosten als kosten nemen in de periode dat de activiteiten worden gedaan om ze daarna te vergeten is echter weinig informatief. Als we die gegevens kunnen vasthouden en methoden vastleggen waarmee we die gegevens laten vrijvallen, dan kunnen we de gebruiker van de jaarrekening beter bedienen. Een richting waar je aan zou kunnen denken is aan hoe we met interest omgaan in de jaarrekening, Het is dan aan de accountant om te bepalen of deel methode goed werd gevolgd zodat de gebruiker erop kan rekenen dat de desbetreffende methode deugdelijk werd gevolgd. Ik heb hier nog geen klip en klare antwoorden. Mijn stuk is precies bedoeld om over dit onderwerp diep na te gaan denken en hoe de interactie tussen registratie (meth ode) en audit (methode verificatie) tot een informatiever jaarrekening kan leiden.

Rik Blijham

AT: Jan, in de tijd voor de internetbubble werd geroepen dat winst maken ouderwets was en dat het ging om aandeelhouderswaarde. Voor mensen die zo redeneren kun je nooit een relevante jaarrekening maken :). Mijn punt is het volgende: ex post informatie en ex ante informatie proppen in één cijfer voor het eigen vermogen en één cijfer voor de winst werkt verhullend. Neem Econcern als voorbeeld. Als daar de uitgaven in het verleden en de verwachtingen voor de toekomst in de jaarrekening duidelijk gescheiden waren geweest was het gebruikers van de jaarrekening veel helderder gemaakt wat er aan de hand was. Nu waren deze twee in prachtige cijfers voor het eigen vermogen en de winst gecombineerd en werd verhuld op welk optimisme deze cijfers gebaseerd waren. Ik zeg niet dat de value relevance niet moet worden verhoogd maar wel dat waarde een toekomstgericht en subjectief begrip is omdat het gebaseerd is op verwachtingen met betrekking tot toekomstige geldstromen. Beleggers zouden hun eigen verwachtingen moeten kunnen toetsen aan die van het management om zelf hun eigen indruk van de waarde van de onderneming te vormen. Als het management zijn verwachtingen verstopt in een cijfer geeft dat cijfer evenmin relevante waarde-informatie.

Jan Bouwens

AT:Pieter Ik meen dat die twee gedachten elkaar inderdaad kunnen ontmoeten in een accountancylab.Mijn stuk is inderdaad bedoeld om na te gaan denken over de vraag hoe we de (avlue)relvance kunnen verhogen. Gelet op de ontwikkelingen die Anup in zijn stuk in beeld brengt is daar alle aanleiding toe. Het gaat er niet om roekeloos te werk te gaan, in tegendeel onderzoek zou juist uit moeten wijzen wat (on)verstandige benaderingen zijn. Zo was het usance voor de internetbubble klapte dat internetbedrijven verliezen rapporteerden. Die verliezen stonden er omdat we niet meer deden dan alle ontwikkelkosten afschrijven omdat de inkomsten te onzeker waren. Mij dunkt dat de informatiewaarde van deze jaarrekeningen hoger had mogen zijn. Niet dat de bubble daarmee kon worden voorkomen, maar wel omdat daarmee wellicht minder mensen verliezen hadden geleden. AT:Rik, Het jaarverslag als verantwoordingsinstrument is zeer relevant. Echter, wat heeft de gebruiker van de jaarrekening aan deze informatie als veel informatie ontbreekt die hem zou helpen in te schatten wat de waarde is van het bedrijf. Als we, omwille van de voorzichtigheid, nagenoeg alle ontwikkeluitgaven onmiddellijk als kosten nemen dan maken we het de gebruiker van de jaarrekening moeilijker zich een beeld te vormen over de toekomstige cash flows die nog zullen volgen (als ze al volgen). Mijn pleidooi is er eerder op gericht om de verantwoording te versterken; immers het betreft hier de vraag, werden de ontwikkeluitgaven terecht gedaan? AT:Jerry Ball en Brown gaan over de post-earnings announcement drift en heeft niet heel veel te maken met het stuk waar we nu over praten. Value relevance is natuurlijk een topic dat vaak het onderwerp is van onderzoek. Echter, het stuk van Anup werkt uit hoe in de tijd de relevantie van de informatie is afgenomen. Dat is niet eerder gedaan. Omdat hij zo’n grote teruggang laat zien (van relevant naar irrelavant om beleggingsbeslissingen te nemen) is dit een zeer belangrijk stuk werk. AT:Vanus Cash-flow accounting biedt een informatiebron, niet de informatiebron. De FCF benadering geeft een unbiased beeld, maar heeft als grote nadeel dat elke investering de facto onmiddellijk wordt afgeschreven. Je zult onzekerheid in de jaarrekening (over toekomstige cash flows) moeten toestaan om de value relevance te kennen. AT:Jan Wietsema Ik meen dat de disciplinerende werking die uitgaat van de opstelling van de jaarrekening ook voor het MKB van belang blijft. Ook het MKB heeft er belang bij rekenschap af te leggen. Mijn pleidooi is erop gericht de relevantie te verhogen, niet de jaarrekening als onbelangrijk aan te merken. Ik meen echter dat de regels erg zijn gericht op objectieve verifieerbaarheid en minder op relevantie. Ik denk dat het stuk van Anup daar konde en dat we dit feit niet kunnen negeren. AT:Jan Weezenberg IK geloof dat we het met elkaar eens zijn.

Pieter de Kok

Mooi stuk weer Jan. Ik had in 2010 een zelfde titel, maar uit totaal ander perspectief; Continuous Business Assurance. http://www.accountancynieuws.nl/actueel/accountancymarkt/interview-pieter-de-kok-van-coney-accountants-ik.91884.lynkx#.VATUOnkazCQ Ergens zouden deze twee invalshoeken mooi samen kunnen komen..Accountancylab? Gr

vanus

Steve had het bij rechte eind. Wat is de ( contante ) waarde van omzet op het moment van realisatie? Exact : nul. De contante en daarmee de toegevoegde waarde uit zich pas op het moment dat de omzet is omgezet naar geld, geen seconde eerder. Wat de boekhouders ( lees : accountants ) doet denken dat er bij de rapportage van omzet een prachtig resultaat is neergezet laat ik verder voor wat het is. Kanttekening zijn de kostendragers van de gerealiseerde omzet in relatie tot de omzet. De zuiverheid van de post debiteuren laat ik verder ook voor wat het is. Indien niet correct en/of incourant weergegeven is de weergave van het balans totaal van generlei waarde. Het positief kunnen dragen van kosten, is mooi voor de solvabiliteit ( lees ook de input van Jan Weezenberg ). Eigenlijk is het niet moeilijk, de kost gaat voor de baat uit en als het een mooi product is met een nog mooiere opvolger zal de baat een lang leven zijn beschoren. Lang leve de goodwill van Apple, naar ik mag hopen met name opgenomen in de boeken op een zuivere waardering ( free cashflow ). De professie van o.a. Joost Groeneveld. Valt alles weer mooi samen. Fijne avond.

Jerry Wouterson

Beste Jan, Interessante bijdrage. Ik ga het paper zeker lezen. Sta mij toe een eerste reactie te geven op jouw bijdrage (of beter gezegd op jouw titel want het paper gaat in op een wel zeer specifiek aspect daarvan) zoals die nu bij mij naar boven komt. Een vergelijking met Ball & Brown (1968) is het eerste wat ik mij bedenk (anders gezegd "oude wijn in nieuwe zakken"). De tweede is de discussie tussen Barth et al. (2001) en Holthausen & Watts (2001) die reeds in 2001 de relevance van value relevance bediscussieerden. Wellicht een vervolg op deze bijdrage en de start van een interessante discussie? Jerry Wouterson

Jan Wietsma

Dat jaarrekeningen steeds minder relevant worden geldt zeker voor het MKB. Door de toenemende digitalisering zijn banken maar ook de belastingdienst steeds minder afhankelijk van de jaarrekening om zich een oordeel te vormen over een onderneming. Sommige banken vragen geen eens meer jaarrekeningen op en de Belastingdienst vindt een aangifte VPB voldoende. Alleen bij een eventuele controle wordt er nog wel eens naar een jaarrekening gevraagd. Wel stellen partijen als de bank en de belastingdienst het op prijs als de ondernemer continue inzicht heeft in zijn (financiele) positie. Zie ook het recent verschenen rapport van McKinsey 'Het kleinbedrijf grote motor van Nederland' het rapport bevat voldoende aanknopingspunten voor de accountant om een bijdrage aan betrouwbare informatie te leveren.

Jan Weezenberg

AT:anton ewoldt - 1-9-2014 18:02:18, Geachte Heer Ewoldt, Uw voorstel is een uitstekende bijdrage voor het goedkoper leveren van volstrekt niet relevante informatie ! Inhoud en presentatie moeten volledig op de schop om iets bruikbaars te produceren. Tussen haakjes: dit is de mening van een bedrijfseconoom / informatiemanager, niet van een jurist. Vriendelijke groet, Jan Weezenberg

anton ewoldt

Het onderstreept mijn gedachte dat de controle van een jaarrekening best over een periode van 3 jaar gespreid kan worden en zo alle OOB´s ééns in de 3 jaar een volkomen controle ondergaan en eens in de 3 jaar er bij hun extern jaarverslag een accountants verklaring wordt afgegeven. en er met de OOB´s een schema wordt opgesteld wie wanneer aan de beurt is. in de tussenliggende periode wordt er bijv.aan de hand van de halfjaarlijkse cijfers een auditoverleg met externe acc gevoerd en alleen bij uitzonderlijke gebeurtenissen het bedrijf en accountant naar buiten treden voor een toelichting. Het geeft ook een besparing voor het bedrijfsleven en minder stress bij de kantoren. Dit geeft de accountants meer ruimte on hun controle op de meest beste wijze uit te voeren en er meer ruim te is voor diepgang, die de laatste jaren vak ontbrak. Wie weet of dit punt door overleg werkgevers en acc kantoren wordt opgepikt en m.i. echt gaat bijdragen aan een verbetering van ons imago en kwaliteitsverhogend werkt.

Jan Weezenberg

AT:Geert de Jonge - 1-9-2014 11:30:51 Ik denk dat er heel wat belastingdiensten en kredietverleners in de wereld zijn die daar anders over denken en durf gerust de stelling aan dat belastingheffing over winst en kredietverlening zonder jaarrekening niet mogelijk zijn. Helemaal mee eens, maar wel met de kanttekening dat zowel de belastingdienst als de bank hun eigen waarderingsgedachten hebben. En die zijn toegespitst zijn op het gebruik van opvattingen en cijfers die specifiek zijn voor hun eigen toepassing . Vriendelijke groet, Jan Weezenberg

Jan Weezenberg

Geachte Redactie, De hele cijferwereld in een jaarverslag gaat uit van "going concern'-waarderingen. In deze tijd gaat het echter om "growing concerns" ! En dat betekent, dat de kritieke succesfactoren in volgorde van belang zijn: -liquiditeit (met details van kasstromen per periode) -solvabiliteit (netjes berekend, geen fopspeen, zie mijn artikel in Accountant) - en dan als allerlaatste "winstgevendheid" al dan niet gemanipuleerd. Duidelijk: de relevantie is op dit moment volkomen zoek, ondanks IFRS, GAAP etc. Vriendelijke groet, Jan Weezenbeg

Rik Blijham

Jan, jouw betoog is gebaseerd op de aanname dat de relevantie van een jaarrekening afgemeten kan worden aan de mate waarin schommelingen in aandelenkoersen correleren met schommelingen in gerapporteerde winsten. Dat is nog maar de vraag. Ervan uitgaande dat de aandelenkoersen de economische waarde van de ondernemingen vertegenwoordigen zullen zij bepaald worden door de verwachtingen van beleggers met betrekking tot de toekomstige vrije geldstromen van de ondernemingen. Die verwachtingen worden wellicht mede gevoed door gerapporteerde boekhoudkundige winstcijfers maar het verbaast mij niet dat dit maar in beperkte mate het geval is. In het licht van de essentie van economische waarde betwijfel ik ook of die mate toeneemt wanneer kosten (uitgaven verleden) beter gematched worden met opbrengsten (ontvangsten toekomst). Geert raakt wat mij betreft de kern van de zaak: is de jaarrekening een verantwoordingsstuk of een waarderingsstuk. Beide tegelijk wordt wel gepoogd maar kan eigenlijk niet omdat het bij het eerste om ex post informatie gaat en bij de tweede om ex ante informatie. Dat is naar mijn idee de discussie die gevoerd zou moeten worden en waarbij ik zou pleiten voor verantwoordingsstuk. Daarbij zou ik de relevantie van jaarrekeningen willen vergroten door, onder het motto “winst is een mening, cash is een feit”, meer dan nu aan te sluiten op gerealiseerde kasstromen. Om beleggers in staat te stellen zich een beeld te vormen van de waarde van de onderneming zouden daarnaast, uitgebreider dan nu, de toekomstverwachtingen van het management opgenomen kunnen worden. Overigens betekent jouw voorstel ook dat de accountant nog verder opschuift in de richting van het geven van een mening (“ik denk dat deze opbrengst wel haalbaar moet zijn”) ipv het toevoegen van betrouwbaarheid (“ik heb vastgesteld dat”). Dat zien beleggers graag maar ik zou nog wel eens wat uitgebreider bij de gevolgen daarvan stil willen staan.

Jan Bouwens

AT:Rene Zoals je al aangeeft, niemand kan inherente onzekerheid niet verminderen. Maar wat wel kan is zaken minder snel als te onzeker verklaren. Anup gaat in op de beperkte matching. De mate van zekerheid waarmee de betrokken opofferingen kunnen worden terugverdiend bepaalt dan of deze opofferingen kunnen worden geactiveerd of niet. Om aam de veilige kant te zitten, wordt dan al snel gekozen voor expensing. Als je het gevecht hebt gevolgd dat Steve Jobs moest voeren destijds dan zegt dat veel over de verenigde conservatieve krachten. Dat kan heus beter en is ook zinvol als we willen dat verslaggeving ook relevant is voor de besluitvorming.

Rene van Wingerden

Jan, Anup wijt de afnemende 'relevantie' juist niet aan kenmerken van de jaarrekening, maar aan de toegenomen onzekerheid in de bedrijfsvoering: Successive cohorts display increasing volatility of both revenues and cash flows, arguably because of high uncertainty about the benefits of intangible investments. Als de toekomst inherent onzeker(der) is, heeft het m.i. weinig zin om vaker uitgaven in de balans te activeren om die te matchen met die onzekere toekomst. Hoe denk je de toekomstonzekerheid te kunnen verminderen? Anup concludeert: The increased earnings volatility makes earnings less useful for predicting a firm?s future performance. Maar om dan te concluderen dat als je de earnings cijfer maar stabieler maakt, de toekomst beter voorspelbaar wordt (in termen van cash flows, niet boekhoudcijfers) lijkt mij een omkering van oorzaak en gevolg.

Jan Bouwens

AT:Jan-Willem Bedankt voor je ondersteuning. Ik ben het met je eens dat ook andere regulators verbeterde verslaggeving kunnen bevorderen. AFM heeft een flexibel instrument in handen dat enige experimenten toelaat (men kan eisen en intrekken). Als de RVJ of de wetgever wordt ingeschakeld, is de doorlooptijd van om tot een besluit te komen lang en onwrikbaar tot de volgende wijziging wordt aangebracht. Het zou inderdaad wenselijk zijn dat ook NBA zich in deze problematiek verdiept. En ja, hoe meer beïnvloeders zich hiervoor warm lopen hoe beter. AT:Geert de Jonge Bedankt voor je reactie. Natuurlijk is de belastingdienst een belangrijke gebruiker en is in het verleden aangetoond dat de kredietverlener waarde ontleent aan het winstcijfer. Dat neemt niet weg dat de reactie van de aandeelhouder indicatief is voor de afgenomen waarde van de in de jaarrekening opgenomen financiële cijfers. Reeds in 1998 lieten David Blackwell, Thomas Noland en Andrew Winters (The Value of Auditor Assurance: Evidence from Loan Pricing) zien dat het oordeel van de accountant in dezen een belangrijke rol speelt. Gegeven de afgenomen relevantie van het winstcijfer bepleit ik daarom betere matching!

Jan-Willem Wits

AT:Jan Dank voor deze uitstekende bijdrage. Bij de hervormingsvoorstellen die deze maand naar buiten komen, zouden suggesties zoals deze om de relevantie van de jaarrekening/ controleverklaring te versterken ook een plek moeten krijgen. Het zou mooi zijn als ook in het politieke debat wordt nagedacht hoe Nederland een voorloper kan zijn op het gebied van betere, innovatieve en integrale verslaggeving. Daar liggen kansen. Wat mij altijd opvalt, is dat verslaggevingsissues altijd vooral door accountants worden bediscussieerd (vgl leasing) en in veel mindere mate door het bedrijfsleven zelf en de gebruikers van deze informatie. Naast de AFM en de NBA zouden ook bv de VEB, Eumedion en VNO-NCW aan moeten (kunnen) schuiven om hier verder over na te denken. En het viel mij op dat je de RvJ helemaal niet noemt... Is dat bewust?!

Geert de Jonge

Ik citeer even de openingszin. "De externe gebruiker ontleent bijna geen betekenis meer aan de jaarrekening." Ik denk dat er heel wat belastingdiensten en kredietverleners in de wereld zijn die daar anders over denken en durf gerust de stelling aan dat belastingheffing over winst en kredietverlening zonder jaarrekening niet mogelijk zijn. De verantwoordingsfunctie van de jaarrekening zal dan voorlopig ook nog wel even blijven bestaan. Dat eventuele belanghebbenden bij een onderneming meer geïnteresseerd zijn in waar de onderneming naar toe gaat dan waar die vandaan komt staat daar los van en daar zijn prognose technieken voor en die kunnen ook gebruikt worden voor eventuele matching van huidige kosten met verwachte, maar onzekere toekomstige opbrengsten. De verslaggevingstechnische uitdaging daarbij is dan om jaarlijks te onderzoeken en verantwoorden wat er van de prognoses terecht is gekomen.

Jan Bouwens

AT: Joris Hier spreken de data. Het gaat er niet zozeer om aan welke oorzaak de belegger de relevantie toeschrijven in hub hoofd. Het gaat erom dat hun handelen minder dan in de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt bepaald door het winstcijfer. Anup toont aan dat deze afname in relevantie gelijk op loopt met de verslechterde matching tussen kosten en opbrengsten. Er bestaat onderzoek naar de relevantie van de betekenis van immateriële activa. Baruch Lev heeft daar zijn levenswerk van gemaakt. Hij laat zien dat als bedrijven investeren, dit is terug te zien in ondernemingswaarde. Bedrijven halen deze informatie van buiten de jaarrekening en ook uit de jaarrekening. Mijn pleidooi is erop gericht om te beginnen meer werk te maken van matching opdat de belegger meer zicht krijgt op de (vermoedelijke) rendementen van deze investeringen. Ik ben het met je eens dat we meer onderzoek zouden moeten doen. Maar dat wil niet zeggen dat we nog niets weten.

Joris Joppe

Jan - een interessante invalshoek over de relevantie van de jaarrekening als geheel. Wat ik mis, maar ik heb het stuk van Srivastava zeker niet helemaal gelezen, is of beleggers zelf ook een causaal verband zien tussen intangibles en waarde en dit ook meewegen in besluitvorming (klinkt allemaal wel heel erg rationeel). Het argument van gebrekkige matching is ook alleen maar relevant als beleggers een lange-termijn visie hebben. Wellicht dat dit ook in het onderzoek wordt besproken? Alhoewel ik zeker voor vernieuwing ben, zou ik de haalbaarheid van uitgebreide, allesomvattende activering van kennis toch eerst eens willen onderzoeken. Informatie opvragen is een ding, dat op de juiste waarde schatten is iets waar we het volgens mij maar al te makkelijk fout kunnen doen.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.