Tuchtrecht

Frauduleuze voorziening voorgesteld

Een registeraccountant ziet aankomen dat een controlecliënt ruim één ton EU-subsidie moet terugbetalen en stelt een voorziening voor. Die is echter veel hoger dan de teruggave en poetst precies de winst weg.

Accountantskamer

Zaaknummers:
16/3002 Wtra AK
Datum uitspraak:
17 november 2017
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
tijdelijke doorhaling voor 3 maanden
Status:
bevestigd, CBb 5 maart 2019, 18/2
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2017:73, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een bedrijf initieert en organiseert (gesubsidieerde) projecten op het gebied van innovatie en productontwikkeling, zoals een innovatieproject dat (deels) wordt gesubsidieerd door de Europese Commissie. De bedoeling is startende bedrijven op het gebied van design, mode en gaming te helpen bij het vinden van investeerders en bij het beschermen van hun intellectuele eigendomsrechten.

In december 2009 sluiten het bedrijf en het Directorate-General for Enterprise and Industry van de Europese Commissie een driejarige subsidie-overeenkomst met tien projectpartners, die het innovatieproject ten uitvoer zullen brengen. Het bedrijf zal:

  • optreden als intermediair tussen de projectpartners en het directoraat-generaal;
  • namens de projectpartners alle benodigde documenten leveren om de verzoeken om betaling van subsidiegelden in te dienen en onderbouwen.

De kosten van het project worden geschat op 2.918.700 euro. Tussen 10 december 2009 en 21 december 2012 betaalt de Europese Commissie in totaal 1.958.492 euro aan de intermediair.

Een registeraccountant stelt voor de intermediair de jaarrekeningen samen en verzorgt de aangiften vennootschapsbelasting. Met het oog op de bevoorschotting door de Europese Commissie geeft de accountant ‘audit certificates’ af voor de eerste twee perioden van het project. De projectadministratie van de intermediair wordt tijdens de hele looptijd van het project bijgehouden door een administratiekantoor.

In februari 2013 stelt het directoraat-generaal een controle in en informeert daarna het Europees bureau voor fraudebestrijding OLAF in maart 2013 over mogelijke onregelmatigheden binnen het project. In juni 2013 stelt OLAF een onderzoek in en brengt hierover in december 2014 rapport uit. Vervolgens voert kantoor Eindhoven van de FIOD een strafrechtelijk onderzoek uit naar de intermediair. Daaruit komt naar voren dat het bedrijf:

  • ontvangen subsidies niet heeft doorbetaald;
  • kosten bij de Europese Commissie heeft gedeclareerd die niet voor subsidie in aanmerking komen.

De kostendeclaraties gingen vergezeld van controlecertificaten (‘audit certificates’), die de accountant heeft opgesteld en ondertekend. De accountant heeft in een ‘assurance report concerning intellectual properties’ bevestigd dat het intellectuele eigendom van de intermediair per 4 april 2012 21.090.695 euro waard was. In december 2012 heeft de accountant aan de directeur van de intermediair onder meer gemaild dat:

  • hij een brief van de Belastingdienst had ontvangen met de mededeling dat de aangifte over 2011 tijdig binnen moet zijn, omdat hij voor 2012 anders geen uitstel krijgt;
  • de winst over 2011 op 140.552 euro staat, met een belasting van 28.110 euro;
  • dat dit ‘niet zo goed’ zal uitkomen;
  • hij daarom voorstelt een voorziening te vormen van in totaal 140.000 euro, waarin ook de te maken advocaatkosten zijn opgenomen;
  • de belasting dan iets van 100 euro wordt;
  • de voorziening in de aangifte 2012 dan weer vrij kan vallen als de financiën dat toelaten;
  • de directeur hierover zijn gedachten eens moet laten gaan.

Het Openbaar Ministerie dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

I. primair

  • onvoldoende diepgaand en niet professioneel-kritisch genoeg een controle uitgevoerd naar de juistheid van de subsidiabele kosten en daarbij onvoldoende controle-informatie verkregen over de juistheid van deze post, met als gevolg dat er te veel subsidie werd uitgekeerd;

I. subsidiair

  • de werkzaamheden en bevindingen naar aanleiding van bovengenoemde assurancewerkzaamheden niet (voldoende) vastgelegd;

II. primair

  • met onvoldoende diepgang en een onvoldoende professioneel-kritische instelling een controle uitgevoerd naar de juistheid van de intellectuele activa van de intermediair, een ‘assurance report concerning intellectual properties’ afgegeven zonder voldoende controle-informatie te hebben over de juistheid van deze post en dus zonder deugdelijke grondslag;

II. subsidiair

  • de werkzaamheden voor punt II onvoldoende vastgelegd.

III

  • niet-integer gehandeld door zijn cliënt voor te stellen een onjuiste voorziening op de balans op te nemen met als enige doel de aanslag vennootschapsbelasting te verlagen.

Oordeel

De klacht is gegrond.

Ad III Voorziening

Er bestaat in beginsel geen bezwaar tegen als een accountant adviseert een voorziening op te nemen omdat een aanzienlijk bedrag zal worden teruggevorderd. Het geadviseerde bedrag van 140.000 euro is echter veel meer dan het terug te vorderen bedrag van 113.754,81 euro. Dat bedrag was inmiddels afgesproken, dus ‘advocaatkosten e.d.’ waren niet te verwachten. Bovendien lag de geadviseerde 1,4 ton ‘wel heel dicht in de buurt van het bedrag van de winst’.

De accountant heeft op de zitting desgevraagd niet bevredigend kunnen verklaren waarom de voorziening ontbrak in de jaarrekening 2012, die hij zelf had samengesteld. Ook heeft hij niet overwogen om de terugvordering te verhalen op de projectpartners. Bovendien valt moeilijk te begrijpen dat de accountant de voorziening - als die inderdaad bedoeld was voor een terugvordering van de Europese Commissie op de intermediair - weer kon laten vrijvallen ‘als de financiën het toelaten in de aangifte 2012’.

Het is daarom aannemelijk dat de bedoeling van het voorstel alleen maar was ten onrechte de aanslag vennootschapsbelasting te verlagen met in ieder geval 26.245,19 euro (140.000 minus 113.754,81). Het is niet alleen in strijd met het integriteitsbeginsel om opzettelijk onjuist belastingaangifte te doen, maar ook om de cliënt daartoe aan te zetten.

Ad I en II Controle subsidiabele kosten en intellectuele activa

De accountants van de Europese Commissie concluderen dat 99,3 procent respectievelijk 98,1 procent van de gedeclareerde kosten ten onrechte waren gedeclareerd. Het OM begrijpt niet hoe het mogelijk is dat de accountant dit niet heeft ontdekt bij zijn controlewerkzaamheden. Als hij dit al heeft gecontroleerd dan hadden de controlewerkzaamheden volgens het – chaotische - controledossier niets om het lijf, meent het OM. Volgens de assuranceverklaring die de accountant in april 2002 afgaf, was de waarde van de immateriële activa 21.090.695 euro. Uit het controledossier blijkt volgens het OM niet dat ook maar één euro daarvan daadwerkelijk heeft gecontroleerd.

In het verweer voert de (raadsman van de) accountant onder meer aan dat:

  • de accountant heeft gehandeld op een manier die je van een accountant kunt verwachten bij controle van kosten en dat hij ‘in belangrijke mate’ gegevensgericht heeft gewerkt;
  • de controle van deze activa alleen maar was bedoeld om onderlinge afspraken mogelijk te maken tussen de intermediair en een derde en de rapportage een zeer beperkte verspreidingskring had;
  • de intermediair het intellectueel eigendom van deze projecten had en alle investeringen in de desbetreffende projecten daarom zijn meegenomen in de berekening;
  • ook de kosten van andere participanten niet gecontroleerd hoefden te worden, omdat die al waren goedgekeurd door de Europese Commissie, in jaarrekeningen waren verwerkt en waren afgesloten;
  • de controle feitelijk dus niet meer inhield dan een optelsom maken van de kosten van de beschreven projecten;
  • de accountant hierbij heeft gesteund op de administratieve bescheiden die hij kreeg;
  • het ging om al afgeronde projecten, waarvoor subsidies waren verstrekt;
  • de verklaring afdoende was voor de derde en uitdrukkelijk alleen maar voor die derde bestemd was;
  • de samenwerking met deze partij nooit is doorgegaan en de rapportage dus ook nooit ergens voor is gebruikt.

De Accountantskamer vindt de controle te oppervlakkig en de instelling van de accountant niet professioneel-kritisch genoeg. De accountant heeft uiteindelijk erkend dat hij niet heeft gewerkt volgens NVCOS 3000. In het controledossier heeft de accountant onder meer genoteerd dat:

  • de individuele contracten zijn nagelopen;
  • hij moest kijken of de functie(omschrijving) past in het beeld van het project;
  • hij dit nog eens heeft nagevraagd bij de projectmanager;
  • de uren globaal zijn doorgenomen op plausibiliteit;
  • hij heeft gelet op ‘rekenkundige juistheid, aanvaardbaarheid etc’;
  • hij het personeel kende omdat het een kleine organisatie was;
  • de betalingen jaarlijks bleken bij het samenstellen van de jaarrekening;  
  • voor de reiskosten een directere benadering is gekozen;
  • hij een dag naast de projectmanager is gaan zitten om deze post door te nemen;
  • hij genoegen heeft genomen met een toelichting;
  • de projectmanager zijn agenda bij zich had ter raadpleging;
  • de accountant ook naar de e-mails heeft gekeken;
  • de taken van de projectmanager (zie personeelskosten) niet zozeer managementtaken zijn, maar veelal gericht zijn op contact houden, vergaderen, overleggen etc.;
  • het voor een directeur verdedigbaar is om er niet formeel maar ‘juist practisch’ naar te kijken;
  • vier andere personeelsleden kosten maakten om contacten te onderhouden.

De Accountantskamer kan hier niet uit opmaken wat de uitkomst van deze bezigheden is geweest, terwijl ook niet duidelijk is wie waarom met wie moest vergaderen en overleggen. Uit het overgelegde controledossier blijkt dus niet welke controlemiddelen de accountant heeft ingezet, laat staan wat het resultaat van die inzet is geweest. Volgens vaste rechtspraak van de Accountantskamer is wat niet behoorlijk is vastgelegd ook niet gebeurd.

Maatregel

Tijdelijke doorhaling van drie maanden. De Accountantskamer rekent het de accountant in het bijzonder aan dat:

  • ‘hij min of meer achteloos assuranceverklaringen heeft afgegeven’;
  • (mede) op grond van die verklaringen ten onrechte subsidies zijn verstrekt uit gemeenschapsgelden.

In het maatschappelijk verkeer moet je kunnen vertrouwen op assuranceverklaringen van een accountant en dat vertrouwen heeft de accountant beschaamd. Gezien diens houding op de zitting begrijpt de accountant nog steeds niet dat zijn manier om accountantscontroles uit te voeren onacceptabel is.

Daar staat tegenover dat de accountant al geen assurancewerkzaamheden meer uitvoert en bezig is zijn praktijk af te bouwen. Zijn kantoor is in 2016 goed door de kwaliteitstoetsing gekomen. Daarom mag je ervan uitgaan dat hij zijn aan assurance verwante werkzaamheden uitvoert met voldoende kwaliteit.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.