Continuïteit

De NBA houdt zich aan de regels bij de Controleaanpak Continuïteit

De Nederlandse Controleaanpak Continuïteit is in strijd met het Unierecht, meent Alexander Vissers in een opiniebijdrage op deze site. Bij het trekken van conclusies over de vraag of de Controleaanpak Continuïteit past binnen het recht van de Europese Unie, is het goed om naar alle relevante feiten en wettelijke bepalingen te kijken.

Martijn Duffels en Carl Roest

In deze reactie op Vissers' opiniebijdrage gaan wij in op drie zaken: wat wordt met de aanpassingen in de controlestandaarden van accountants in Nederland gevraagd, is die vereiste informatie strijdig met de Europese Richtlijn en kan de NBA deze aanvullingen voorschrijven?

De gewijzigde controlestandaarden vereisen dat accountants meer informatie geven over de gehanteerde controleaanpak voor continuïteit. Dit is een verplichting om te rapporteren, daarom is deze verplichting geplaatst in Standaard 700. Deze nieuwe bepaling vereist echter geen aanvullende controlewerkzaamheden van de accountant. Standaard 570 - Continuïteit vereiste immers al dat de accountant werkzaamheden verricht om vast te stellen dat de continuïteitsveronderstelling die het management heeft gehanteerd, geschikt is. Hiertoe verricht de accountant risico-inschattingswerkzaamheden en vervolgens daarop gebaseerde controlewerkzaamheden. De accountant geeft opvolging aan relevante feiten of omstandigheden die zijn geconstateerd.

Uiteindelijk concludeert de accountant op basis van deze werkzaamheden of de continuïteitsveronderstelling terecht is gehanteerd. Laat hiermee helder zijn dat de recente aanpassing aan Standaard 700 van continuïteit geen separaat controleobject maakt. Het enige is dat de accountant meer informatie geeft over de werkzaamheden die sowieso al moesten worden uitgevoerd. En wellicht ten overvloede: Wat in Standaard 570 is voorgeschreven, is een vertaling van de International Standard on Auditing (ISA) 570 - Going Concern. De NBA stelt dus geen extra eisen aan de accountant over de oordeelsvorming met betrekking tot de continuïteit.

Niet strijdig met Nederlandse controlestandaarden

Dan de bepaling in de EU-Richtlijn dat de "wettelijke controle geen zekerheid biedt omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de gecontroleerde entiteit". Daarin ziet de NBA geen enkele strijd met de Nederlandse controlestandaarden op dit gebied. In lijn met de ISA's schrijven de Nederlandse controlestandaarden voor, dat de accountant vaststelt dat de door het management gehanteerde continuïteitsveronderstelling terecht is. Dat is een essentiële stap in een controle, omdat de vraag of de continuïteitsveronderstelling terecht is toegepast, ook direct impact heeft op de vraag of de waarderingen juist zijn.

Als de onderneming niet op basis van de continuïteitsveronderstelling mag waarderen, en dus tot waardering op liquidatiebasis moet overgaan, zullen de balanswaarderingen en dus de resultaten er meestal totaal anders uit zien. Het rapporteren van de werkzaamheden die de accountant daarvoor heeft gedaan, zoals in de Standaard voorgeschreven, is echter iets totaal afwijkends ten opzichte van het geven van zekerheid over de levensvatbaarheid. Inderdaad, dat laatste is geen onderdeel van de wettelijke controle, en Nederland is dus op dit punt compliant met het Unierecht.

Mag de NBA deze aanvullingen voorschrijven?

Als laatste de vraag of de NBA deze aanvullingen mag voorschrijven. Het is daarbij van belang iets breder te kijken naar de Richtlijn en de Verordening. Inderdaad, de EC heeft (nog) niet van haar bevoegdheid gebruiktgemaakt om op grond van artikel 26 van de Audit Richtlijn (2006/43/EG) controlestandaarden voor te schrijven. Lid 3 van dat artikel geeft de Europese Commissie de bevoegdheid de internationale controlestandaarden goed te keuren. Onder artikel 26 van de Richtlijn is geen tijdsbepaling opgenomen waarbinnen de EC die standaarden moet hebben voorgeschreven. Daarmee vervallen we dus in de situatie van de tweede alinea van lid 1, die stelt dat de lidstaten een nationale controlestandaard mogen toepassen, zolang de Commissie geen internationale standaard voor dat onderwerp heeft goedgekeurd. Op grond van de Wet op het accountantsberoep heeft Nederland die taak bij de NBA neergelegd; volledig in lijn met deze bepaling.

Voor de volledigheid kijken we dan nog of de NBA met de aanvullende vereisten niet tegen de bepalingen over de controleverklaring in de Richtlijn en in de Audit Verordening (537/2014) in gaat. Nu de laatste alinea van artikel 28(2) van de Audit Richtlijn bepaalt dat de lidstaten aanvullende eisen kunnen stellen met betrekking tot de inhoud van de controleverklaring, is de conclusie eenvoudig dat de aanvullende Nederlandse eisen daar keurig binnen passen. En nu de laatste alinea van artikel 10(2) van de Audit Verordening eveneens stelt dat de lidstaten aanvullende eisen kunnen stellen, is ook voor de controleverklaring bij organisaties van openbaar belang de conclusie dat de aanvullende Nederlandse eisen toegestaan zijn.

De conclusie luidt dan ook dat de NBA zich, bij het opstellen van de aanvullende eisen, aan de Nederlandse en Europese wet heeft gehouden. Belangrijker is dat de NBA hiermee invulling heeft gegeven aan een breed geuite behoefte aan meer informatie van de accountant. Vooral de gebruikers van de controleverklaring zullen de aanvullende rapporteringen van accountants nuttig vinden.

Martijn Duffels is senior vaktechnisch medewerker regelgeving bij de NBA. Carl Roest is manager afdeling Kwaliteit bij de NBA.

Gerelateerd

5 reacties

Gert-Peter den Hollander

Die conflicten met het Unierecht waar Vissers over spreekt zijn er niet, integendeel, de continuïteitsveronderstelling heeft een prominente plek in het Unierecht:

De Europese richtlijn jaarrekening 2013/34/EU kent een aantal algemene beginselen die de directie van een entiteit moet toepassen bij het opstellen van een jaarrekening, en het 1e beginsel dat wordt genoemd luidt als volgt: 'de onderneming wordt verondersteld haar werkzaamheden voort te zetten' (art. 6 lid 1 onder a). De wetgever heeft die bepaling overgenomen in art. 2:384 lid 3 BW. Het is evident dat de accountant werkzaamheden zal moeten uitvoeren om de juistheid van die bewering (van de directie) te toetsen. Deze werkzaamheden zijn opgenomen in NVCOS 570 Continuïteit (identiek aan ISA 570 Going Concern).

Interessant om te weten is dat de IAASB in april 2023 een exposure draft heeft uitgebracht inzake ISA 570 waar o.a. de rapportageverplichtingen in de controleverklaring zijn uitgebreid (incl. voorgestelde aanpassingen van ISA 700), vergelijkbaar met de NBA voorschriften in NVCOS 700.

Kennelijk is ook de IAASB van mening (in navolging van de NBA) dat het zinvol is dat de accountant afzonderlijk rapporteert over zijn bevindingen mbt de continuïteitsveronderstelling.

Alexander Vissers

Aangezien er geen reactie komt op mijn eerdere reacties hier mijn laatste reactie. Art. 384 lid 3 BW2 stelt dat de jaarrekening wordt opgesteld volgends de aanname dat het geheel der activiteiten wordt voortgezet. Dat is de grondregel. Slechts voor zover deze veronderstelling feitelijk onjuist is of er gerede twijfel bestaan kan het nodig zijn daar van af te wijken. De "controleaanpak continuïteit" genoemd in standaard 700 29A stelt dat de accountant in de verklaring aangeeft hoe hij "heeft ingespeeld" op de continuïteitsveronderstelling van het management. Afgezien van de onaanvaardbare vaagheid van het woordgebruik "heeft ingespeeld" druist dit tegen de wettekst in. Het management heeft geen continuïteitsveronderstelling, de wet heeft een continuïteitsveronderstelling. Daar staat het management buiten. Het management is slechts bevoegd af te wijken van de veronderstelling en verplicht daaromtrent in de toelichting te rapporteren wanneer het van de wettelijke basisnorm afwijkt laatste bijzin art 384 lid 3 BW2.
@ Johan Peters: grotendeels een maar de lat ligt iets lager, niet onontkoombare discontinuïteit maar feitelijke of aan gerede twijfel onderhevig is voor het management de norm. Voor de accountant is de norm de feiten en omstandigheden die hem bij zijn controlewerkzaamheden ter kennis zijn gekomen. Deze kunnen tot het oordeel leiden dat de jaarrekening geen getrouw beeld geeft. Dus ingaand op de beantwoording van de drie vragen die de auteurs stellen: verwijzing naar Standaard 570 die zelf in strijd is met het Unirecht slaagt niet, de vereiste informatie is strijdig met het Unierecht want in strijd met art. 25 bis Richtlijn 2006/43/EG en nee de NBA mag deze standaard niet voorschrijven want controlestandaarden in strijd met in Nationaal recht om te zetten bepalingen mag de NBA niet vaststellen.

Johan Peters

Ik ben niet zo'n barre jurist, maar meen toch dat de teksten in de verklaring op zijn minst geïnterpreteerd worden door het maatschappelijk verkeer (verwachtingskloof?) als zijnde een oordeel van de accountant over de toekomstige levensvatbaarheid van de entiteit. Ook met de verklaring en grondslagen knelt het. De continuïteitsveronderstelling is door het management terecht toegepast wanneer er bij het opstellen van de jaarrekening nog geen sprake is van onontkoombare discontinuïteit. Ook wanneer er sprake zou zijn van ernstige onzekerheid / gerede twijfel over die continuïteit. Er is dus een tamelijk hoge drempel om die continuïteitsveronderstelling los te laten. Elk proza dat een accountant opneemt in zijn verklaring omtrent werkzaamheden en eventuele onzekerheden, waaronder de aloude verplicht toelichtende paragrafen, lijken mij enigszins in tegenspraak met wat de EU richtlijn beoogt. Immers, zo lang er geen sprake is van onontkoombare discontinuïteit zijn de waarderingsgrondslagen op going concern basis terecht toegepast. En meer dan die vaststelling ("er is geen sprake van onontkoombare discontinuïteit op het moment van opstellen van deze jaarrekening") hoeft de accountant in feite niet te doen.

Alexander Vissers

De NBA kan standaarden voor de niet-wettelijke controle vaststellen die afwijken van het Unierecht. Dat is natuurlijk zeer onwenselijk. Standaard 570 continuïteit is niet specifiek op de wettelijke controle gericht en dus voor vrijwillige controles niet ontoelaatbaar, deze standaard mag als strijdig met art 25 bis Richtlijn 2006//43/EG niet worden toegepast voor wettelijke controles. De gewraakte Standaard 700 29A is echter specifiek op wettelijke controles gericht en dus evident in strijd met het Unierecht. De auteurs geven verder niet aan hoe art 25 bis Richtlijn 2006/43/EG in nationaal recht is omgezet. De memorie van toelichting bij het wetsontwerp tot omzetting van de richtlijn spreekt boekdelen. Er is volstaan met de onjuiste vaststelling dat deze bepaling al in de Nederlandse praktijk is gegrondvest. Alsof dat een alternatief is voor omzetting in nationaal recht.

Alexander Vissers

Alle beschaafde landen hebben de Richtlijn gewoon in nationaal recht omgezet in de wet opgenomen waar regelgeving met betrekking tot de wettelijke controle thuishoort. In dit artikel wordt geen enkele redelijke alternatieve uitleg gegeven aan de dwingend rechtelijke bepaling, in nationaal recht om te zetten, uit art 25bis Richtlijn 2006/43/EU. Duitsland heeft deze bepaling keurig in par 317 4a HGB opgenomen, Frankrijk in de Code de Commerce article L823-10-1. Maar Nederland, meer in het bijzonder het bestuur van de NBA lapt het Unierecht aan zijn laars. Niets in de wet opgenomen waar het toch echt thuishoort. In plaats daarvan Nadere Voorschriften besloten die precies het tegendeel voorschrijven. De rechtvaardiging die de auteurs hier geven ontbeert iedere logica, zelfs de Commissie kan geen controlestandaarden in strijd met de bepalingen van de Richtlijn vaststellen zoals de Richtlijn zelf bepaalt. Het argument "in lijn met de ISA" treft dus geen doel aangezien de alleen soft geharmoniseerde ISA voor het hard geharmoniseerde Unierechtelijke verbod moeten wijken. Dus nee, Nederland en de NBA mogen geen regels in strijd met dwingende bepalingen uit de Richtlijn voorschrijven en sterker nog hadden de Richtlijn in Nationaal recht moeten omzetten.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.