CONTROLEVERKLARING

Openbaarmaking van de accountantsverklaring?

De Nederlandse regering moet bij de Europese Unie aandringen op eenduidige regeling van de openbaarmaking van de accountantsverklaring, meent Alexander Vissers.

Alexander Vissers

Op 21 februari 2020 verscheen op deze site een artikel van de hand van Gert-Peter den Hollander, waarin hij ingaat op de problematische openbaarmaking van accountantsverklaringen in samenhang met het openbaar maken van vereenvoudigde jaarrekeningen in het handelsregister. Hij wijst daarbij terecht naar de onlogische regeling in Boek Twee van het Burgerlijk Wetboek.

In deze bijdrage zal ik de kritiek van Den Hollander aanvullen en met name ingaan op de onduidelijke regeling in het Unierecht met betrekking tot de openbaarmaking van de controleverklaring en het controle-oordeel. Ook ga ik op de omstandigheid dat de Nederlandse wet, in tegenstelling tot het Unierecht, geen onderscheid maakt tussen het controleverslag en het controle-oordeel.

De kern van het probleem ligt daarin, dat bij een vereenvoudigde jaarrekening een controleverklaring openbaar wordt gemaakt die is afgegeven bij de volledige niet-vereenvoudigde door het bestuur opgemaakte jaarrekening en jaarverslag. De verplichting is opgenomen in artikel 394 lid 4 van Boek Twee van het Burgerlijk Wetboek, waarin is bepaald dat gelijktijdig met de jaarrekening, wanneer deze conform wettelijke verplichting in het handelsregister wordt openbaargemaakt, ook de accountantsverklaring daarin is openbaar te maken. Bij iedere andere vorm van openbaarmaking van een onvolledige jaarrekening verbiedt artikel 395 lid 1 BW2 de toevoeging van de accountantsverklaring. Wanneer de onderneming gebruik heeft gemaakt van de vereenvoudigingen voor middelgrote ondernemingen vastgelegd in artikel 397 BW2, leidt voornoemde regeling ertoe dat een accountantsverklaring openbaar gemaakt die niet bij de in samenhang daarmee openbaar gemaakte verantwoording is afgegeven.

De regeling in het EU-recht

Richtlijn 2013/34/EU regelt de openbaarmaking van het controle-oordeel en het controleverslag in de artikelen 30, 31 en 32. Deze regeling is niet eenduidig, omdat er geen hiërarchie is aangebracht tussen de conflicterende bepalingen. Richtlijn 2013/34/EU artikel 30 lid 1 bepaalt dat tegelijkertijd met de jaarrekening ook het controleoordeel openbaar gemaakt moet worden. Richtlijn 2006/43/EG maakt een onderscheid tussen de omvattende controleverklaring, artikel 28 (audit report) en het controle-oordeel artikel 28 lid 1 sub c. (opinion), dat ook voor Richtlijn 2013/34/EU geldt. Richtlijn 2013/34/EU verplicht de onderneming gelijktijdig met de jaarrekening of de vereenvoudigde jaarrekening het controle-oordeel (audit opinion) openbaar te maken.

Richtlijn 2013/34/EU artikel 32 lid 2 verbiedt het toevoegen van de controleverklaring aan een onvolledige jaarrekening en verplicht tot het vermelden van de strekking van de verklaring afgegeven bij de volledige jaarrekening en tot het opnemen van een verwijzing naar het register, waar de financiële overzichten zijn neergelegd in het geval van het openbaar maken van een onvolledige jaarrekening.

Deze bepalingen zijn bij openbaarmaking van een vereenvoudigde jaarrekening niet compatibel. De vraag is of artikel 31 dit conflict oplost. In artikel 31 lid 2 laatste zin is bepaald dat het opmaken van een vereenvoudigde jaarrekening de verplichting tot openbaarmaking van de accountantsverklaring onverlet laat. Artikel 32 lid 2 sub b stelt dat bij openbaarmaking van slechts de strekking van de verklaring, verwezen moet worden naar het register waar de openbaar gemaakte jaarrekening te vinden is. Deze bepaling lijkt te impliceren dat de verplichting vastgelegd in artikel 30 prevaleert boven het verbod uit artikel 32 en dat dit laatste verbod slechts ziet op andere wijzen van openbaarmaking dan de wettelijke openbaarmaking. Deze interperatatie heeft de Nederlandse wetgever gevolgd.

Omzetting in Duitsland en Frankrijk en Nederland

Gezien de inconsistentie in de Richtlijn is het niet verwonderlijk dat de omzettingen van  richtlijn 2013/34/EU in Frankrijk en Duitsland onvergelijkbaar zijn.

In Frankrijk bepaalt Artikel L232-25 van de Code Commerce dat, voor middelgrote ondernemingen in het geval van openbaarmaking van een vereenvoudigde vorm van de jaarrekening, de accountantsverklaring (zijnde het controle-oordeel) niet wordt toegevoegd, maar slechts dat melding wordt gedaan van de strekking van het controleoordeel dat bij de volledige jaarrekening is afgegeven. Deze bepaling geldt ook voor de openbaarmaking naar wettelijk voorschrift.

In Duitsland bepaalt artikel 325 van het Handelsgesetzbuch de onverkorte verplichting tot openbaarmaking van de (uitgebreide) controleverklaring (Bestätigungsvermerk) en dus niet slechts van het controle-oordeel. Er is geen wettelijke uitzondering voor middelgrote ondernemingen die gebruikmaken van de wettelijke mogelijkheid tot het openbaarmaken van een vereenvoudigde jaarrekening. Op grond van artikel 328 lid 1 van het Handelsgesetzbuch, dat de juistheid en volledigheid van de openbaarmaking vereist, is de heersende mening dat bij de openbaarmaking van de controleverklaring bij een vereenvoudigde jaarrekening moet worden aangegeven dat deze betrekking heeft op de opgemaakte jaarrekening en niet op de vereenvoudigde jaarrekening.

Nederland heeft, zonder dat het EU-recht daartoe verplicht, net als Duitsland en in tegenstelling tot Frankrijk, de verplichting opgenomen de volledige controleverklaring (accountantsverklaring), niet slechts het controle-oordeel openbaar te maken. Daarnaast heeft Nederland, zoals door Den Hollander bekritiseerd, verzuimd te regelen dat er bij openbaarmaking van een vereenvoudigde jaarrekening op gewezen moet worden dat de accountantsverklaring betrekking heeft op de volledige jaarrekening.

Toestemming van de accountant voor openbaarmaking

In zijn artikel stelt Den Hollander verder de vraag waarom accountants toestemming verlenen voor de openbaarmaking van hun verklaring bij de openbaar gemaakte verantwoordingen. Deze vraag is irrelevant voor zover het de wettelijke openbaarmaking in het handelsregister betreft. In dat geval voldoet de onderneming aan een dwingend-rechtelijke wettelijke bepaling, waar noch een lagere wetgever noch partijen van kunnen afwijken. Als een accountant zich er niet tegen kan verzetten, dan is zijn toestemming ook niet vereist of relevant.

Overige punten van kritiek en commentaren

Den Hollander draagt in zijn artikel nog enige punten van kritiek aan, met name met betrekking tot de methodiek in de wet ten aanzien van vereenvoudigingen. Ook in andere artikelen heeft hij op meerdere conflicten met het Unierecht gewezen. In de commentaren daarop, op accountant.nl, wordt onder meer de verwachting uitgesproken dat de wetgever weinig prioriteit toekent aan het op orde brengen van titel 9.

Dat laatste staat als een paal boven water, zoals ik in onder meer in mijn artikel over het slechtste wetsartikel van Nederland (artikel 393 BW2) heb beschreven. Met de IFRS Standaarden, geregeld in de gedelegeerde verordening(en) van de Commissie en de aanvullende eisen aan de controle van organisaties van openbaar belang geregeld in Verordening 2014/537/EU, is bij de wetgever ook het laatste restje belangstelling voor titel 9 verdwenen.

Conclusies en aanbevelingen

De Nederlandse wettelijke regeling, om een accountantsverklaring af te geven bij een financiële verantwoording waar deze niet bij is afgegeven zonder dat van die omstandigheid melding hoeft te worden gemaakt, druist in tegen de rede. De regeling van de openbaarmaking van een accountantsverklaring bij een vereenvoudigde jaarrekening is niet eenduidig geregeld in het Unierecht en niet uniform omgezet door de lidstaten. De minister en de wetgever hechten geen belang aan het feit dat Nederland het Unierecht met betrekking tot de jaarrekening en de wettelijke controle al decennialang structureel schendt.

De Nederlandse regering dient bij de EU aan te dringen op een eenduidige regeling van de openbaarmaking van de accountantsverklaring c.q. het controle-oordeel in Richtlijn 2013/34/EU. De meest voor de hand liggende regeling is een verbod op de openbaarmaking van een accountantsverklaring bij bekendmaking van een vereenvoudigde jaarrekening en hooguit een verplichting tot openbaarmaking van de strekking van de verklaring.  Nederland dient verder in artikel 393 BW2 expliciet een onderscheid te maken tussen de controleverklaring, nu accountantsverklaring genoemd (auditors report) en het controle-oordeel (audit opinion). Alleen het controle-oordeel hoort, onverlet Verordening 2014/537/EU, openbaar gemaakt te worden.

De Nederlandse wetgever dient verder, zolang de EU geen duidelijkheid heeft geschapen, in de wet te regelen dat als een accountantsverklaring wordt openbaargemaakt bij een publicatiejaarrekening, er bij die verklaring wordt gewezen op de omstandigheid dat hij bij de jaarrekening en niet bij de publicatiejaarrekening is afgegeven.

Ook voor het overige dient de wetgever de wetgeving met betrekking tot jaarrekening, wettelijke controle, wettelijk auditor en auditkantoor in overeenstemming te brengen met het Unierecht.

Meer fundamenteel zou de EU er goed aan doen om zowel de plicht tot openbaarmaking van jaarrekeningen, als de controleplicht voor organisaties die niet van openbaar belang zijn, te schrappen.

Mr.drs. A.P.M. (Alexander) Vissers is registeraccountant en werkzaam als voorzitter van de Rooms Katholieke Nederlandse Antarctica Vereniging St. Servatius en St. Pancratius.

Gerelateerd

8 reacties

Alexander Vissers

@Anton Dieleman: Uw reactie in onbegrijpelijk en vindt geen steun in het recht. Het Nivra (NBA) heeft een besluit genomen? Het Nivra (de NBA) heeft er helemaal niets mee te maken toch? Uw opmerking onderstreept de onverschilligheid die de NBA kenmerkt. De EU heeft een slechte Richtlijn geproduceerd, getuige de diametraal tegen elkaar gestelde omzettingen in Duitsland en Frankrijk? De Nederlandse wetgever heeft een slechte wet geproduceerd zonder het onderscheid dat de Richtlijnen maken tussen controleverslag en controleoordeel. Natuurlijk is artikel 393 BW2 vele malen slechter, het slechtste wetsartikel van Nederland, en natuurlijk zijn ook de Wab en Wta en de NBA beroepsreglementering vele malen slechter, maar dat neemt niet weg dat ook hier ruimte voor verbetering ligt.

Gert-Peter den Hollander RA

@Dieleman:
het punt is nu juist dat het maatschappelijk verkeer niet de verantwoording krijgt waar de verklaring betrekking op heeft. Dat lijkt me niet in het publiek belang.
Ook lijkt het me ongewenst dat de accountant meewerkt aan het verspreiden van een accountantsverklaring die ziet op een andere verantwoording dan door de cliënt gedeponeerd.
Iets wat 25 jaar geleden misschien nog als aanvaardbaar werd beschouwd kan inmiddels als minder gelukkig of zelfs ongewenst worden beschouwd.

Anton Dieleman

Interessante observaties. Inderdaad wordt de controleverklaring bij de inrichtingsjaarrekening verstrekt. Maar het wordt (terecht) al decennia lang als aanvaardbaar beschouwd om die verklaring ook bij de te deponeren jaarstukken te voegen. Want:

- de vrijstellingen die art. 2:397 BW toestaat zijn beperkt;
- de wet vereist het toevoegen van de bij de inrichtingsjaarrekening afgegeven verklaring; en
- als een accountant bij de te deponeren jaarstukken een afzonderlijke verklaring zou moeten afgeven, zou die gelijkluidend zijn (mogelijk met een extra verwijzing naar de vrijstellingen van art. 2:397 BW).

De NBA (beter gezegd NIVRA als rechtsvoorganger) heeft dit issue al lang geleden gesignaleerd en daarover een prima besluit genomen. Ik verwijs naar De Accountant van maart 1998 en de daarin opgenomen aanbeveling van de CCR (de voorloper van het College voor Beroepsreglementering).

En tot slot: het maatschappelijk verkeer krijgt de juiste informatie - en daar gaat het uiteindelijk om.

Alexander Vissers

@Rob van den Elshout: voor de publicatiejaarrekening gelden aanvullende vereenvoudigingen, in aanvulling op de vereenvoudigingen voor jaarrekening van middelgrote ondernemingen. Wanneer de jaarrekening wordt openbaargemaakt in de vorm waarin hij is gecontroleerd met het bestuursverslag is er natuurlijk geen probleem. Het [probleem treedt slechts op wanneer een vereenvoudigde jaarrekening openbaar wordt gemaakt.
@ Cor Jonkers: de wet (BW2) vereist het openbaar maken van DE accountantsverklaring. Er kan er maar één bestaan en dat is die, die bij de jaarrekening is afgegeven er bestaat geen "publicatieverklaring". De openbaarmaking van de accountantsverklaring is verder een plicht van de rechtspersoon waar de accountant geheel buiten staat. Sterker nog, de accountant hoeft het document dat openbaar gemaakt wordt zelfs niet te kennen. De accountant staat geheel buiten de vereenvoudigde jaarrekening. Natuurlijk mag hij protesteren wanneer deze niet aan de wettelijke eisen voldoet en met zijn verklaring wordt openbaar gemaakt, alsdan is zijn verklaring op een manier misleidend die niet bij wet voorzien is. Ten aanzien van de rol van de NBA: het artikel van den Hollander dateert van 2020 en de NBA heeft niets gedaan. De NBA is als de dood voor een wetswijziging die zij niet zelf heeft georkestreerd, niet voor niets gaan zowel het rapport in het publiek belang als het rapport van de Cta als het verslag van de Kwartiermakers geheel voorbij aan de incompatibiliteit van de wet- en regelgeving met het Unierecht. Wanneer de wetgever eenmaal begint met het aanpassen van de wet aan het Unierecht weet je maar nooit waar hij ophoudt, en dan zou er zomaar een wet op de wettelijk auditor uit kunnen komen en heeft den NBA nog maar hooguit 6000 leden en is de NBA alleen nog een vertaal, toelatings en examenbureau.

Cor Jonkers

Het is mooi dat dit onderwerp nu weer onder de aandacht wordt gebracht. Naar mijn mening is het minimaal noodzakelijk dat de aanbeveling van Alexander Vissers wordt gevolgd dat gewezen wordt op de omstandigheid dat de controleverklaring is afgegeven bij de inrichtingsjaarrekening en niet bij de publicatiestukken. Zoals blijkt uit het artikel is er eerder aandacht besteed aan dit onderwerp. Dit heeft echter tot op heden niet tot actie geleid. Mogelijk kan de NBA hier het voortouw in nemen. Het lijkt mij niet moeilijk om hier invulling aan te geven door in de controleverklaring bij de publicatiestukken een aanvullende paragraaf op te nemen. Een andere optie is om dit op te nemen in de “kop” van de controleverklaring bij de publicatiestukken. Volgens mij is dit niet in strijd met BW2T9 artikel 394, lid 4. Of denk ik nu ook te simpel?

Ron Heinen

Voor openbaarmaking van de accountantsverklaring is het verstandig dat de bijbehorende controledossiers worden overgedragen aan een aparte beheerder.

Daarmee kunnen de controledossiers niet meer gewijzigd worden na openbaarmaking van de accountantsverklaring.

Dat dit een probleem is kun je bijvoorbeeld lezen op:

https://www.accountant.nl/nieuws/2025/1/pheijffer-kwestie-rond-onderwijscontroles-deloitte-vraagt-oordeel-tuchtrechter/

In de wetenschap is er ook fraude, zie bijvoorbeeld:

https://photos.app.goo.gl/S483ZHSKjHjgVoVi9

Een van de fraudes is om onderzoekshypotheses te wijzigen tijdens het onderzoek naar aanleiding van de onderzoeksresultaten.

Om dit te voorkomen kan het onderzoeksplan voordat het uitgevoerd wordt eerst bij een onafhankelijke derde partij deponeerd worden zodat de onderzoekshypotheses welke getest worden in het onderzoek niet tijdens de uitvoering van het onderzoek veranderd kunnen worden.

Dit is vergelijkbaar met het beheer van het controledossier door een onafhankelijke derde partij.

Voordat de accountantsverklaring openbaar gemaakt kan worden dient deze derde partij het bijbehorende controledossier ontvangen te hebben dat na de openbaarmaking van de accountantsverklaring niet meer gewijzigd kan worden.

Rob van den Elshout

Is het niet logischer om als middelgroot bedrijf één jaarrekening op te stellen, gebruikmakend van de vrijstellingen voor een middelgrote vennootschap? De accountant geeft daar een verklaring bij en beide stukken worden gedeponeerd.

Dat zorgt voor de minste administratieve last en lijkt mij het meest duidelijk voor het maatschappelijk verkeer.

Arnout van Kempen

Ik kan de logica van dit verhaal prima volgen volgens mij. Als de Nederlandse wetgever geen invulling geeft aan dit vraagstuk, ligt het dan niet in de rede dat de NBA zelf tenminste als norm voorschrijft dat een accountantsverklaring moet voldoen aan de eisen zoals Alexander die noemt?

Of denk ik nu te simpel?

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.