Arnout van Kempen

Het accountantsberoep heeft eerder te maken met een Wwft-crisis dan een Wta-crisis, meent Arnout van Kempen.

Discussie Column

Wwft in de praktijk

Ik geef nu al weer enkele jaren cursussen over de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Al met al moeten honderden accountants wel eens iets van mij gehoord hebben over het onderwerp. En al jaren praat ik geen onzin, maar toch bekruipt me meer en meer het gevoel dat ik de zaak verkeerd benader. Te veel vanuit de wet en compliance en te weinig vanuit een organisatie- en groeidenken voor de praktijk.

Wat bedoel ik? Ik meen bij de vele kantoren waarbij ik heb kunnen meekijken in de keuken een vast aantal groeifases te herkennen die doorlopen worden. Soms wordt iets overgeslagen, maar deze stappen zie ik steeds terug:

Fase 0: Ontkenning. De Wwft wordt gewoon genegeerd.
Fase 1: Verzet. Een commissie of het bestuur beoordelen interne meldingen en melden alleen in uiterste gevallen bij de FIU.
Fase 2: Inefficiency: De structuur uit fase 1 probeert de wet naar haar bedoeling toe te passen en begint veel meer te melden. Het proces loopt vast.
Fase 3: Efficiency: De doelstellingen uit fase 2 worden bereikt door de structuur te versimpelen. Geen overleggen meer, maar een of hooguit twee mensen beoordelen meldingen en zetten die snel door naar de FIU. Aan de wet wordt voldaan.

Ik beschrijf het proces van meldingen aan de FIU, maar per fase hoort natuurlijk ook een mate van serieuze risicoanalyse en -beheersing in de klantacceptatie en de continue monitoring van de klant. Door dat element niet te noemen ontstaat het idee dat fase 3 een mooie eindfase is. Immers, alles wat gemeld moet worden, wordt efficiënt gemeld. We voldoen dus aan de wet.

De adder onder het gras is echter dat we helemaal niet alles melden wat gemeld moet worden, maar dat we heel efficiënt aan de FIU doormelden wat intern wordt gemeld. Maar of we intern wel genoeg melden, daar bestaat geen zicht op.

En natuurlijk, door titelhouders naar cursussen te sturen en door het onderwerp ook te verwerken in andere trainingen, summer courses, verhalen van de compliance officer en wat niet al, krijgen we het idee dat we het wel goed doen. Maar dan ga ik eens in transparantieverslagen kijken. Ik heb gekeken naar de big four, om en om de volgende landelijke kantoren en tenslotte de grootste twee regionale kantoren. Waar transparantieverslagen geen informatie gaven, waren kantoren zeer bereidwillig me op aanvraag informatie te geven. Over 2018 (soms gebroken jaren) werden de volgende aantallen gemeld: 

Deloitte 259
EY 185
PwC 32 (NB: dit is exclusief de meldingen bij landen van de FATF-lijst)
KPMG 147
BDO 22 (NB: dit betreft uitsluitend de meldingen uit de Audit & Assurance-tak)
Baker Tilly 26
Mazars 22
De Jong & Laan 13
ABAB 16

Gezien de omvang van de praktijk van deze kantoren, de zeer ruime definitie van een 'subjectieve indicator' en mijn waarneming uit de dagelijkse accountantspraktijk, durf ik de stelling wel aan dat dit bescheiden aantallen zijn. Zeer bescheiden.

En bedenk dat dit allemaal kantoren zijn die heel open vertellen hoe vaak zij meldingen doen. Het is geen bizarre gedachte dat deze kantoren best graag aan de wet willen voldoen. Toch beweer ik, grof schattend mijn onderbuik raadplegend, dat al deze kantoren minimaal tientallen dossiers hebben liggen met een probleem wegens niet melden en/of niet voldoen aan de monitoringverplichting. Niet omdat deze kantoren iets willen verbergen, maar omdat ze het zelf simpelweg niet weten.

Als ik gelijk heb, en dat mag u zelf even onwetenschappelijk bedenken als dat ik het doe, dan heeft de sector een fors probleem. De ambitie is er wel, de prestatie is er niet. En dat we daar minder over lezen dan over onvoldoende dossiers, terwijl de poortwachtersfunctie en de rol van vertrouwenspersoon voor het maatschappelijk verkeer minstens zo relevant is in het licht van de Wwft als in het licht van de Wta, moge waar zijn, maar dat zegt me niets over de relevantie van het probleem. De cruciale rol van samenstellende accountants wordt wel vaker over het hoofd gezien, bijvoorbeeld. Zeker door politiek en pers. Dat alle audit failures waarover zoveel geschreven wordt waarschijnlijk ook, en veel duidelijker, Wwft-schendingen waren naast Wta-schendingen: ik lees het nergens. Maar het is wel waar. De crisis van het beroep is meer een Wwft-crisis dan een Wta-crisis.

Is er ook een antwoord op deze anaconda onder het gras? Natuurlijk, de politiek, pers, toezichthouders, zouden de relatie tussen de Wwft en de vertrouwensrol van accountants eens wat serieuzer moeten bekijken. Maar veel belangrijker: kantoren moeten de stap naar fase 4 gaan zetten. De fase waarin we niet meer werken met 'bewustwording' voor de werkvloer en 'procedures' voor als we meldingen ontvangen van de werkvloer, maar waarin we procedures inrichten die de meldingen gaan ophalen van de werkvloer.

Kan dat? Jazeker kan dat. De banken hebben het goede voorbeeld al gegeven. Knarsetandend, maar wel effectief. Daarover een volgende keer meer.

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Arnout van Kempen di CCO CISA is directeur compliance & risk bij aaff, de fusieorganisatie van Alfa en ABAB. Hij schrijft op persoonlijke titel.

Gerelateerd

6 reacties

Arnout van Kempen

Ik noem een kat een kat, en een onderbuik noem ik een ondeugdelijke grondslag. Stellingen over wat we allemaal natuurlijk wel weten hebben zelden veel nut. Het lijkt me dus aardig als u voor enige onderbouwing zorgt. Op basis van feiten valt wellicht een gesprek te voeren. Dus, wat zijn de waarnemingen waarop deze vergaande beweringen, beschuldigingen en conclusies gebaseerd zijn?

Marc Peeters

Laten we een kat een kat noemen: dat er bij veel cijferbeoefenaars zo weinig animo voor de Wwft bestaat, heeft niet alles maar in ieder geval toch heel veel te maken met het feit dat ze simpelweg weten hoe het er bij hun cliënten aan toe gaat maar daar niet openlijk voor durven uit te komen omdat ze verre van zo onafhankelijk zijn als hun plichtenleer dat graag zou willen.

Het 'stille bewijs' waar u over schrijft is waarschijnlijk nog veel omvangrijker dan u en ik het ons kunnen voorstellen.

Het beroep dient dan ook te evolueren naar een staatsfunctie waar de privé niet langer toegang toe heeft.

Joost Papeveld

Ik heb wel voorbeelden hoor.
De accountants
die ik spreek vinden het allemaal reuze interessant wat ik vertel. (Abstract en anoniem natuurlijk.)
Ze vinden eigenlijk ook dat ik hun club zou moeten toespreken. Leerzaam enzo. Maar tegelijkertijd vrezen ze leegloop van personeel (vooral dat) en commercie! Daarom geen toespraken natuurlijk!
Maar accountants gaan de banken achterna. En banken-issues heb ik ook in de praktijk.
We zijn on-topic!

Arnout van Kempen

@Annemieke: ik heb bewust een jaar genomen waar de cijfers van iedereen bekend waren, die van jullie had ik nog niet toen ik dit stuk schreef.

Maar belangrijker, ik heb heel bewust niets willen zeggen over gebrek aan aandacht vanuit de kantoren. In tegendeel, ik ben er van overtuigd dat alle door mij genoemde kantoren de wwft heel serieus nemen.

Mijn punt is alleen, dat veelal niet genoeg is. De poortwachtersfunctie van de accountant is van groot belang. En niet de Wta maar de Wwft is de centrale wetgeving voor de accountant, iedere accountant. Wwft en VGBA gaan uitstekend samen (integriteit), en Wta is eigenlijk meer bijzaak.

Annemieke Stokvis

Arnout, goed dat je dit onderwerp onder de aandacht brengt. Binnen de Jong & Laan nemen we de Wwft uiterst serieus. De cijfers waar je vanuit gaat in dit blog zijn wat verouderd. Mag ik je attenderen op ons kwaliteitsverslag 2019 dat we vorige week publiceerden (en dan met name het hoofdstuk Kwaliteit & integriteit): https://www.jonglaan.nl/kwaliteitsverslag-2019/kwaliteit-integriteit
Hier kun je lezen dat het aantal meldingen fors gestegen is naar 82 en we procedures hebben geïmplementeerd om meldingen op te halen binnen onze organisatie.

Ronald Bobbe

Beste Arnout,
Het is denk ik meer een én/én verhaal, dus crises (mv), dan een of/of.
Tussen alle Corona ellende ziet Hoekstra toch nog kans om stevige veranderingen aan te kondigen. Het beroep zal grote stappen moeten maken.
Wat de Wwft betreft: helemaal eens met jou, maar accountantskantoren (zeker alles buiten de Big4 en Next5) blinken niet bepaald uit in verandervermogen. De SRA-kantoren voorop aan de hand van hun Bestuur in Arnhem: "bij ons is alles beter", vinden wij van WCeend.
Het is een mindset, een manier van kijken naar cijfers die accountants helemaal niet gewend zijn. Een andere bril, denkend vanuit de criminelen. Doorspek je cursussen met veel meer voorbeelden, i.p.v. de 'saaie' sheets over wat er in de wet staat en hoe de compliance eruit zou moeten zien.
Een voorbeeld wat ik vaak geef uit het Rabobank verleden, waar ik een rol heb mogen hebben in de implementatie van de Wet MOT:
Een bankvestiging in een dorpje in Zeeland kreeg op maandagmorgen altijd de lokale pizzeria op kantoor, "om de weekendomzet af te storten". Totdat een wakkere medewerkster, die toevallig om de hoek woonde, bij haar baas meldde: "Hee, ik kom daar vaak langs, maar er zit nooit iemand binnen...! Waar komt die omzet vandaan???". Duidelijk witwasvoorbeeld, maar als je de kassa-omzet lekker credit boekt op grootboekrekening 8000, en vervolgens vanuit de saldibalans een jaarrekening gaat maken zoals altijd, denk je niet verder dan je neus lang is.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.