Jan Bouwens

Het publiek zet druk op tekortschietende accountants. Vraag is of de professie onder deze druk wel de goede keuzes maakt.

Discussie Column

Innovatie onder druk

Op deze site maken we ons druk om de toekomst van de controlerend accountant en leggen daarbij de nadruk op de vraag: "Ziet de accountant wat deze moet zien en neemt deze de acties die de buitenwacht van de accountant mag verwachten, waar de ondernemingsleiding in gebreke blijft?" Een heel andere kant van de toekomst blijft hiermee totaal onderbelicht, de toekomst van de huidige professie.

Accountants bieden zekerheid aan het publiek en aan de bedrijven die ze controleren en moeten daarom een probleem voor beide klanten oplossen, dat zij zelf niet op kunnen lossen. En dat andere professies dan accountants ook niet kunnen oplossen. Om dat laatste te bewerkstelligen hebben we wetgeving en innovatie. Waar de attestatie via wetgeving is gemonopoliseerd, is innovatie dat niet. Zo is het in theorie mogelijk dat verdere attestatie overbodig wordt, als een bedrijf uitsluitend zaken doet via smart contracts die in blockchain  worden geattesteerd. Ook in termen van data-science is het niet ondenkbaar dat belangrijke functies van de auditor vervallen door innovaties bij derden. Zo had een stel nerds er in 2012 maar drie maanden voor nodig om makelaars te verslaan in accuratesse bij de prijsontwikkeling van onroerend goed. Er is dus alle reden om zicht te krijgen op de innovatiekracht van de accountant.

Hoe staat het met de innovatie van de professie, in het bijzonder de invoering van Audit Data Analytics (ADA) bij de kantoren? Als ik mag afgaan op een recent onderzoek in Noorwegen, gedaan door Aasmund Eilifsen, Finn Kinserdal, William F. Messier en Thomas E. McKeedan, is het glas meer dan half leeg.

De onderzoekers interviewden de heads of audit in Noorwegen en stelden vast dat zij het belang van de nieuwe technieken wel inzien, maar afwachten tot deze zich bewezen hebben. Hier geldt mede als overweging dat zij in onzekerheid verkeren over de vraag of bewijsstukken die met behulp van innovatieve toepassingen worden verzameld, wel worden geaccepteerd door toezichthouders.

Verder namen 109 engagement partners via een vragenlijst deel aan het onderzoek. De resultaten laten zien dat ondanks de wereldwijde strategie van de big four om het gebruik van ADA  te stimuleren en de algemene positieve houding van de accountants ten opzichte van ADA, het feitelijke gebruik ervan uitermate beperkt is, terwijl het gebruik van geavanceerde technieken zelden voortkomt.

Een deel van de variatie tussen kantoren die ADA gebruiken, wordt verklaard door verschillen in bedrijfsstrategieën voor de implementatie van ADA. Als ADA-uitvoer al wordt gebruikt, dan geldt deze niet als primaire, maar als aanvullende informatie. Audit Data Analytics wordt meer gebruikt voor klanten met geïntegreerde ERP/IT-systemen. De stimulus komt dan van de gecontroleerde. Bij nieuwe controleopdrachten wordt typisch een hoger gebruik van ADA geobserveerd. Geen van de kantoren stelt gebruik van geavanceerde Audit Data Analytics of van ADA-tools verplicht.

De onderzoekers stellen vast dat druk van de omgeving een belangrijk stimulus vormt om ADA toe te passen. Afgezien van die druk van buiten, die voortkomt uit technologische vooruitgang in het algemeen en die bij (nieuwe) controlecliënten in het bijzonder speelt, lijkt invoering van ADA nauwelijks prioriteit te hebben.  

Een belangrijke factor die deze terughoudendheid verklaart is dat de controlerend accountant Audit Data Analytics pas wil gebruiken als deze ervan overtuigd is dat ADA-tools efficiënt en effectief voldoende en passend bewijs zal leveren: eerst zien en dan geloven.  Met name deze laatste eis baart zorgen, omdat we uit onderzoek weten dat nieuwe systemen die een fout maken een meer dan evenredige kans maken voor lange duur te worden afgewezen.

Gelet op het onderzoek zou het goed zijn als toezichthouders experimenten stimuleren met nieuwe technieken en kantoren zich meer gaan richten op innovatie binnen Audit Data Analytics. Zo biedt Mindbridge onder meer honderd procent controles aan, zodat we niet meer hoeven te spreken over een te kleine sample; we controleren de hele sample. Dat is beter dan te blijven praten over hoe we kwaliteit verbeteren!

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.