Jan Bouwens

De werkelijkheid rondom duurzaamheidsinformatie is te complex om in een ongenuanceerde ESG-maatstaf te vangen, meent Jan Bouwens.

Discussie Column

ESG aggregeren in een maatstaf is als het recht praten van een banaan

Recent meldde de Financial Times in het artikel 'S&P drops ESG ratings from credit scores', dat S&P stopt met geaggregeerde ESG-ratings te publiceren. NRC berichtte soortgelijk: 'Kredietbeoordelaar S&P geeft bedrijven geen cijfers meer voor duurzaamheid'. Deze beslissing van de Amerikaanse kredietbeoordelaar Standard & Poor's is niet verrassend, aangezien de constructie van een algemene ESG-maatstaf een taak met zich meebrengt die gelijk is aan de stelling dat een banaan recht is. Als we vast zouden houden aan de geaggregeerde maatstaven, gaan we de Parijse klimaatdoelen niet halen.

Zelfs oppervlakkige lezing van de economische literatuur zou onthullen dat het creëren van geaggregeerde ESG-scores niet kan werken, aangezien het onmogelijk is om zinvolle gewichten toe te kennen aan de individuele elementen waaruit zo'n geaggregeerde maatstaf is opgebouwd. Zie bijvoorbeeld het werk van Srikant Datar, Susan Kulp en Richard Lambert en van Paul Milgrom en John Roberts. Als je je doel A in maatstaf 1 (zeg koolstofemissie) niet haalt, dan kan het niet zo zijn dat dit wordt gecompenseerd door een topprestatie in maatstaf 2 (zeg winst). We zien in onderzoek terug dat bedrijven die heel slecht presteren in emissie, toch een goede overall ESG-evaluatie ten deel valt, zo berichtte ook de Financial Times onlangs: 'Companies with good ESG scores pollute as much as low-rated rivals'.

Als koolstofemissieprestaties belangrijk zijn, dan moet het zo zijn dat elke ESG-geaggregeerde maatstaf niet positief kan zijn, tenzij de koolstofemissieprestaties positief zijn. De reden is dat ongunstige prestaties op het gebied van koolstofemissie niet kunnen worden gecompenseerd door positieve prestaties op andere meetwaarden. Dit zou erop kunnen wijzen dat ongunstige prestaties in elke maatstaf die is opgenomen in de 'geaggregeerde ESG-maatstaf' die een belangrijk prestatiegebied weergeeft (bijvoorbeeld koolstofemissie), een negatieve algehele prestatiebeoordeling zou moeten inhouden.

Het lijkt een beetje op de veiligheidsprestaties in chemische fabrieken, waar de fabrieksdirectie geen positieve prestatie-evaluatie krijgt als een veiligheidsdoelstelling wordt gemist. De fabrieksdirectie kan misschien een uitzonderlijk hoge winst rapporteren, maar deze prestatie kan niet compenseren voor het veiligheidsrisico dat het bedrijf loopt als de veiligheidsdoelstellingen worden gemist.

Toepassing van dit idee houdt in dat we doelen (targets) moeten ontwikkelen voor elke specifieke maatstaf, om te beslissen wanneer de prestaties op geaggregeerd niveau het gewenste niveau bereiken. Het stellen van dergelijke doelen is een zeer zware taak, aangezien ze enerzijds medewerkers moeten motiveren om ESG-prestaties te verbeteren, terwijl de doelen tegelijkertijd consistent moeten zijn met externe vereisten (bijvoorbeeld het Akkoord van Parijs).

Voor zover werknemers niet in staat zijn om ESG-prestatieniveaus te halen in overeenstemming met de extern opgelegde eisen, is het vanuit een motiverend oogpunt beter om voor deze werknemers beter haalbare doelen te stellen, dan in extern opgelegde doelen is vastgelegd. Honderden onderzoeken laten zien dat mensen pas echt aan het werk gaan als het doel dat zij moeten bereiken ook voor hen haalbaar is.  Als de buitenwacht ontdekt dat het doel niet wordt gehaald, begeeft het bedrijf zich in een lastige positie, waarin het uit moet leggen waarom doelen lager werden gesteld dan ze volgens de externe eisen moeten zijn.

De werkelijkheid is te complex om deze in een (ESG) maatstaf te vangen. We ontkomen er niet aan om meer te doen dan eenvoudig gewichten toe te kennen aan de onderliggende doelen en aan te geven hoe snel we als bedrijf menen dat we de doelen halen. Het gebruik van een ongenuanceerde overall ESG-maatstaf gaat ons niet helpen, in tegendeel: het verwijdert ons van het uiteindelijke net-zero doel.

Hopelijk zien de grote beleggers in de wereld het voorbeeld van Standard & Poor’s en vervangen ze de huidige overall maatstaf voor een die recht doet aan de complexiteit van prestatiemeting!

Wat vindt u van deze column?

Reageer

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.