Accountants verantwoordelijk voor zestig procent van ontdekte verslaggevingsfraude
Het meten van het succes van de accountant bij fraudebeheersing is best ingewikkeld, aldus Peter Schimmel. Hij reageert op berichtgeving over het jongste rapport van de Association of Certified Fraud Examiners (ACFE).
Peter Schimmel
Het is weer zover. De Association of Certified Fraud Examiners (ACFE) heeft in maart het tweejaarlijkse Report To The Nations gepubliceerd, over fraudeontwikkeling tussen 2022 en 2024. Kampioen niet-ontdekken van fraude is de controlerend accountant, met een all time low van drie procent van het totaal aantal ontdekte fraudes. In 2022 was het nog vier procent. Douze points gaan in 2024 naar de klokkenluider met 43 procent.
De accountants-etende haaien roken bloed en luidden de noodklok vanwege de drie procent: 'De accountant vindt nog steeds weinig gevallen van fraude', kopte Accountant.nl. In dat artikel is opsporing helaas met ontdekking verward, maar ik verwacht dat dit een typefout is. Geen typefout is de willekeur van beweringen die tot de kop boven het aangehaalde artikel hebben geleid.
Storend is dat aan één cijfer zware oordelen zijn verbonden, zonder dat cijfer met verstand te bezien. Pats, boem, oordeel, zo ongeveer als het bestuur van de EBU het graag ziet. Waar die drie procent precies op ziet, is onduidelijk. Wat voor soort fraude hebben we het over?
Als het om de ontdekking van personeelsfraude en corruptie gaat, zou het knap zijn als de accountant daar een directe bijdrage aan zou hebben geleverd, want spreekwoordelijk staat hij niet op het veld waar dat spel gespeeld wordt. Verder dan het maken van goede risicoanalyses, coaching van de gecontroleerde organisatie en die organisatie daarop scherp houden, reiken zijn mogelijkheden niet. De accountant speelt zelf namelijk meestal een veld verder, bij de verslaggevingsfraude. Ontdekking van personeelsfraude of corruptie door de accountant is meestal te danken aan mazzel of domheid van de fraudeur, maar zelden aan zijn prima uitgevoerde controlewerkzaamheden, waar een beetje fraudeur op anticipeert. Dergelijke fraude is bovendien vaak niet materieel vanuit jaarrekeningperspectief.
Als we focussen op verslaggevingsfraude, dan blijkt volgens de ACFE van 2022 tot 2024 de mediane omvang van de ontdekking met 29 procent te zijn toegenomen (wel even zoeken: pagina 18 van het ACFE-rapport, onderaan). Zegt nog niets, want hoe moet je de inflatiefactor wegen? Wel significant: vijf procent van alle ontdekte fraudes blijkt verslaggevingsfraude te zijn. Hoeveel van die zaken zouden deel uitmaken van de eerdergenoemde drie procent? Als dat allemaal verslaggevingsgeknoei is, dan zou de accountant zomaar zestig procent van alle ontdekte verslaggevingsfraude op zijn conto kunnen schrijven! Als ik dat nou eens als kop boven dit artikel zet, dan hebben wij accountants eindelijk ook weer eens een goede dag.
Wat je ook van de ACFE-constateringen vindt, het gaat er bij de accountantscontrole om dat de jaarrekening vrij is van afwijkingen van materieel belang ten gevolg van fraude. Als je weet dat de controlerend accountant geen onderdeel uitmaakt van de opsporing en ook niet als primaire taak heeft fraude te ontdekken, is de meting van het succes van de accountant bij fraudebeheersing best ingewikkeld. De primaire verantwoordelijkheid voor fraudebeheersing ligt immers bij de hoogste leiding van de gecontroleerde organisatie. Als de accountant succesvol is in het maximaal faciliteren van die verantwoordelijkheid, dan zal het aantal ontdekkingen door de organisatie omhoog gaan, tenzij de organisatie beter in staat blijkt fraude af te schrikken (soft control) of te voorkomen (hard control). Afschrikking en voorkoming heeft uiteraard de voorkeur. In beide gevallen weet ik niet op voorhand te duiden of een hoog/hoger percentage fraudegevallen, dat door de accountant wordt ontdekt als deel van alle ontdekkingen, positief of negatief is.
Kortom: Accountant, wees trots op de rol die je kunt spelen bij het bevorderen van fraudebeheersing, blijf vooral je best doen en trek je niets aan van malle percentages.
Gerelateerd

Pheijffer: Oud-partner big four verbreekt stilzwijgen
Binnen accountantsmaatschappen is het gebruikelijk om interne conflicten ook intern op te lossen en daarover naar de buitenwereld geen mededelingen te doen. In de...

De epistemische verantwoordelijkheid van de accountant bij fraude
De maatschappelijke opdracht voor accountants, om de betrouwbaarheid van verslaggeving te bewaken, kan alleen worden waargemaakt wanneer de controlepraktijk epistemisch...

Accountant van Jandino ziet chauffeur frauderen met tankpas
De chauffeur van Jandino Asporaat is door de accountant van Jandino betrapt op fraude met de tankpas van de bekende presentator, acteur en comedian. Hij moet de...

Slepende fraudezaak tegen Samsung-topman eindigt met vrijspraak
Samsung Electronics-topman Lee Jae-yong is door het hooggerechtshof van Zuid-Korea vrijgesproken van alle aanklachten tegen hem met betrekking tot boekhoudfraude...

Het frauderisico bij schattingen
Vormen schattingen een frauderisico? Ja, maar tot een strafrechtelijke veroordeling voor fraude zal het niet snel komen, meent Marcel Pheijffer.