Magazine

'Misschien liepen we te ver voor'

EY-topman Jeroen Davidson is de tweede niet-accountant die als voorzitter van de raad van bestuur leiding geeft aan de Nederlandse EY-organisatie. Het 140-jarig bestaan van het kantoor werd begin dit jaar overschaduwd door een mislukte poging tot wereldwijde splitsing van assurance en advies. “Het gaat er nog een keer van komen.”

Dit artikel is verschenen in Accountant nr. 3, 2023

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf
» Download het hele nummer (pdf)

Marc Schweppe

EY bestond dit jaar 140 jaar en is daarmee de oudste accountantsorganisatie van Nederland. De organisatie maakt er goede gewoonte van om iedere vijf jaar even bij de eigen historie stil te staan en zo’n mijlpaal samen te vieren. Zo ook in 2023. Maar de afgelopen periode stond voor EY wereldwijd toch vooral in het teken van de plannen om de organisatie op te splitsen. Plannen die na veel interne discussie uiteindelijk in april 2023 stranden; Project Everest werd stopgezet.

Op 5 juli woedt rondom het kantoor van EY aan de Amsterdamse Zuidas de zwaarste zomerstorm uit de Nederlandse historie. Was het ook voor EY Nederland een stormachtig jaar, gelet op die splitsingsplannen en het afspringen daarvan? Bestuursvoorzitter Jeroen Davidson (1963) noemt 2023 liever “roerig en druk” dan te spreken van een storm. “140 jaar is lang, dus ik kan niet zeggen of het dit meest roerige jaar uit de geschiedenis van EY is, maar natuurlijk hebben de splitsingsplannen een goed deel ervan beheerst.”

De laatste geschiedschrijving van EY dateert alweer van dertig jaar geleden, ter gelegenheid van het toen 110-jarig bestaan. Daarbij keken de toenmalige bestuurders terug op een periode vol van fusies, want het was de tijd waarin door een consolidatieslag de toenmalige big eight uiteindelijk een big five werd. “Destijds voerden we wereldwijd onder meer fusiegesprekken met KPMG, dus in 140 jaar maak je wel meer mee dan alleen het afgelopen jaar”, aldus Davidson. Bij het 110-jarig bestaan kwam er een jubileumboek. “Misschien is het tijd voor een update”, glimlacht hij.

Niet-accountant

Jeroen Davidson is in die 140 jaar pas de tweede niet-accountant die de voorzittersstoel in de raad van bestuur van EY Nederland bezet. Dat bevalt prima, stelt de bijna zestigjarige topman, die eerder acht jaar als hoofd van de fiscale adviespraktijk zitting had in het bestuur van de organisatie. Dat de voorzittersrol tot nu toe vooral door accountants is vervuld, snapt hij best. De reputatie van de organisatie wordt vooral bepaald door de accountantspraktijk. “De maatschappelijke taak van de accountant is significant, het is niet gek dat die de aandacht trekt.”

Eerder gaf Davidson ook in de media aan dat de Nederlandse EY-organisatie achter de internationale splitsingsplannen stond, gezien de invloed van regelgeving en de ontwikkeling van de adviespraktijk, die groeit ten opzichte van de assurance-tak. EY wilde nadrukkelijk geen audit only, maar twee multidisciplinaire organisaties; de een vooral gericht op assurance, de ander op consultancy.

Inmiddels ziet de wereld er anders uit, is het zaak de organisatie bij elkaar te houden en vooruit te kijken. Davidson benadrukt dat de komende jaren wel moet worden nagedacht over het model voor organisaties zoals EY. “De regelgeving werkt beperkend en het type werk, zeker in de consultancy, gaat steeds meer uit van langjarige contracten. Het is niet urgent, we hoeven niet te splitsen, maar dat onderwerp gaat weer een keer op de agenda komen. Misschien liepen we te ver voor, maar strategisch is er niet veel veranderd aan de gedachte achter die splitsing. We zijn een gezonde organisatie, het is geen ramp en we blijven één firma. Hier in Nederland slagen we er goed in om dicht bij elkaar te blijven.”

Wanneer er weer een passend moment komt, kan hij niet zeggen. “Twintig jaar geleden verkocht ook vrijwel iedereen de eigen consultancytak en werd die vervolgens weer opgebouwd. De onderneming blijft in ontwikkeling, het gaat er nog een keer van komen.”

Arbeidsmarkt

Ook voor EY is de krappe arbeidsmarkt een zorgpunt, erkent Davidson. “We zien dat er minder studenten voor accountancy kiezen. En bij de jongste generatie zie je een veranderende mentaliteit, een andere werk-privéverhouding. Het is een uitdaging om daarmee met een open mind om te gaan en vraagt ook van de organisatie aanpassingen. Het is binnenhalen, maar vooral ook vasthouden. Dus goede opleidingen bieden, net als goede secundaire voorwaarden, well being-programma’s en nadenken over flexibiliteit.”

Binnen EY bepaalt de werknemer nu in principe zelf waar en wanneer die werkt. Uiteraard in afstemming met elkaar. “Een enorme stap, maar die heeft heel goed uitgepakt”, stelt Davidson. “Het vraagt om groot vertrouwen en dat is niet beschaamd.” In de top van de markt presteren betekent soms ook hard werken, weet hij. Daarbij komen mensen er na een aantal jaren achter of ze het vak interessant genoeg vinden. Dus vallen er ook de nodige mensen af. “Ik vind dat niet zo heel erg, maar het is vooral een opdracht aan onszelf: Om een goede selectie te maken en het aantrekkelijk te maken om er in door te gaan. Je moet het vak wel leuk vinden en je komt er vanzelf achter of het je ligt of niet. Maar het vak aantrekkelijk maken en houden, dat moeten we met z’n allen doen.”

Digitalisering en AI gaan het vak veranderen, daarover is iedereen het wel eens. Maar dat betekent volgens de topman niet dat de accountant en de fiscalist straks overbodig zijn. “We laten nu nog veel herhalend werk ook deels in het buitenland doen, waar meer mensen beschikbaar zijn. En we kunnen ondertussen hele stappen maken in automatisering, ook in het deels geautomatiseerd controleren van cijfers. Ook zetten we steeds slimmere tools in om mogelijke fouten en fraudes te ontdekken. Maar je hebt altijd mensen nodig om zaken te duiden. Het zal deels de krapte op de arbeidsmarkt tegemoet komen, maar het eerste wat je automatiseert is het simpele repeterende werk.”
 
Ook van invloed op de arbeidsmarkt is de groeiende aandacht voor niet-financiële informatie, zoals duurzaamheidsverslaggeving. Een kans, meent Davidson. “Een rol spelen in de verduurzaming van de economie is heel aantrekkelijk voor een nieuwe groep mensen, die misschien dachten dat accountancy saai boekhoudwerk was. Duurzaamheid spreekt andere mensen aan. Het is een grote ontwikkeling, een belangrijke uitbreiding voor het beroep.”

Pensioen

Volgend jaar, als hij zestig is, neemt Davidson afscheid als partner van EY. “Maar zestig jaar wordt steeds jonger”, aldus de bestuursvoorzitter. “Die pensioenleeftijd voor partners stamt nog uit de tijd dat zestig een stuk ouder was dan nu. Het zou me niet verbazen als daarover nog eens een nieuwe discussie komt.” Zelf gaat hij dat niet meer beleven bij EY, aan het einde van het huidige boekjaar draagt hij de voorzittershamer over. “Dan staat er een prachtige, 141-jarige organisatie.”

 

Private equity

Na het stopzetten van Project Everest in april benaderde het Amerikaanse private equityhuis TPG Capital deze zomer de internationale top van EY, met een voorstel om de organisatie alsnog op te splitsen in een assurance- en een consultancytak.

Daarbij zou TPG via een debt-and-equity deal een belang nemen in de adviespraktijk, om die vervolgens naar de beurs te brengen. Maar EY wees het bod af. In een memo aan de partners stelt EY’s internationale voorzitter Carmine Di Sibio “regelmatig” vragen te krijgen van private-equityfirma’s en andere investeerders die interesse tonen in delen van EY-activiteiten. “Dat was het geval vóór Everest en zal ook in de toekomst zo blijven. Volgens Di Sibio was het voorstel van TPG niet meer dan een “eerste teken van belangstelling” en is EY momenteel niet actief betrokken bij dergelijke transacties.

140 jaar EY in Nederland

EY is het oudste accountantskantoor in Nederland. In 1883 was docent boekhouden Barend Moret (1851-1915) een van de vijf oprichters van het Bureel van Boekhouding, vanaf 1886 met als toevoeging Confidentia.

Hiermee ontstond een nieuw beroep; de vijf accountants onderscheidden zich door hun onafhankelijkheid van boekhouders, die in dienst waren van bedrijven en instellingen. Confidentia ging later over in het door Barend Moret geleide Eerste Nederlandsche Accountantskantoor (ENAK). Het beroep van belastingadviseur ontstond toen in 1917 een belastinginspecteur voor zichzelf begon. Bij Moret werd hierna al snel een belastingadviesafdeling opgezet.

De zoons van Moret, die bij het kantoor kwamen werken, gingen tijdens de Eerste Wereldoorlog uiteen. Zo ontstond in Rotterdam het kantoor Moret & Starke en in Den Haag het kantoor Moret & De Jong. Beide bureaus kwamen in 1964 weer bij elkaar en gingen in 1970 op in Moret & Limperg. In 1990 kwam het tot een fusie met Dechesne Ernst & Whinney en werd de naam gewijzigd in Moret Ernst & Young. Negen jaar later, in 1999, verdween de naam Moret en werd het Ernst & Young. Sinds 2013 wordt de naam wereldwijd afgekort tot EY.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.