Magazine

Signalen en acties bij dreigend faillissement

Zelden lijkt de verwachtingskloof groter dan wanneer een bedrijf failliet gaat, ondanks een eerdere goedkeurende accountantsverklaring. Toch kan de accountant op dit gebied wel degelijk een belangrijker rol vervullen: bij de werkzaamheden rond de jaarrekening vangt hij al snel signalen op.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Robert Smits

Menigeen denkt dat een jaarrekening waar een accountantsverklaring is bijgevoegd, is gecontroleerd en goedgekeurd, ook als alleen een beoordelingsverklaring of samenstellingsverklaring is verstrekt. Velen gaan zelfs nog een stap verder en denken dat een bedrijf dat een goedkeurende verklaring bij haar jaarrekening krijgt, vast en zeker gezond is. Ook financieel redelijk onderlegde mensen maken deze fout.

De kloof tussen de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer en de werkelijke werkzaamheden van de accountant is enorm. Dat neemt niet weg dat accountants bij het signaleren en voorkomen van een dreigend faillissement, wel degelijk een belangrijke(r) rol kunnen vervullen dan ze nu vaak doen.

Adviezen

Met name in het midden- en kleinbedrijf zijn ondernemers vaak financieel niet sterk onderlegd. Naast de werkzaamheden in het kader van de jaarrekening verwacht de ondernemer van zijn accountant, als financiële vertrouwenspersoon, derhalve advies uit hoofde van zijn financiële expertise. In veel situaties vaart de ondernemer zelf blind op dat advies.

Bij middelgrote ondernemingen blijft de advisering vaak beperkt tot de management letter. Veelal behelst die alleen zaken die nauw zijn gerelateerd aan de jaarrekening. In een situatie van dreigend faillissement is dit onvoldoende. Sterker: adviezen die in het kader van de jaarrekening zijn gegeven kunnen in die situatie contraproductief werken. Een voorbeeld is de 403-verklaring, die weliswaar de consolidatie en publicatie vereenvoudigt, maar grote schade kan opleveren door de daaraan gekoppelde aansprakelijkheden van de holding voor de schulden van haar werkmaatschappijen. In sommige gevallen kan dit er zelfs toe leiden dat de holding wordt meegetrokken in een faillissement.

Signaleringsfunctie

Wanneer de accountant met een iets bredere blik de juridische en financiële structuur van de onderneming zou beoordelen, kan hij tijdig signaleren dat het weerstandvermogen dermate is afgenomen dat er mogelijk liquiditeitsproblemen kunnen optreden. Er kunnen dan vaak nog maatregelen worden getroffen om onnodige schade te voorkomen. Bij een dreigend faillissement kan de accountant in de richting van zowel het maatschappelijk verkeer als de ondernemer een duidelijke signaalfunctie vervullen. Vanuit de werkzaamheden in het kader van de jaarrekening kunnen namelijk zeer duidelijke signalen worden opgevangen, zeker als meer zaken tegelijkertijd spelen.

Belangrijke indicatoren voor een zwakker wordende financiële positie zijn:

  • Laat of te laat deponeren van jaarrekeningen om te voorkomen dat stakeholders een indruk krijgen van de financieel penibele situatie.
  • Een balans met posten als goodwill, geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling, geactiveerde latente belastingvorderingen en herwaarderingen van activa. Deze posten kunnen ieder voor zich goed worden verantwoord en verdedigd, maar welk effect heeft de cumulatie ervan op het eigen vermogen? Is het beeld dat de jaarrekening daarvan geeft nog zodanig getrouw dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd (zie kader)?
  • Oplopende voorraden en oplopende ouderdom van de voorraad: de fabriek wordt gevuld, maar de omzet is te laag.
  • Oplopend onderhanden werk: wellicht wordt hier leegloop van de werkplaats gecompenseerd met interne projecten of worden nog onverkochte projecten geactiveerd. Dit laatste kan een goede oplossing zijn als wordt verwacht dat de dip in de markt van korte duur zal zijn, maar deze voorraden moeten wel gefinancierd worden.
  • Oplopend crediteurensaldo met toenemende ouderdom. Bovendien zal bij een naderend faillissement de samenstelling van de crediteurenlijst veranderen: een aantal (grondstoffen)leveranciers wordt vaak nog wel betaald, omdat ze kunnen dreigen met een leveringsstop of uitsluitend onder rembours leveren, maar andere crediteuren niet meer.
  • Oplopende schulden aan belastingdienst, UWV en pensioenfonds. Heeft er melding van betalingsonmacht plaatsgevonden? Zo niet, draag er dan zorg voor dat dit alsnog gebeurt.
  • Onttrekkingen aan rekeningen-courant buiten de winst-en-verliesrekening om: dit kan duiden op voorkennis van de ondernemer over komende slechte tijden.
  • Een oplopende rekening-courantpositie van de bank kan een indicatie zijn, omdat men de volledige kredietfaciliteit nodig heeft. Maar ook een dalende rekening-courantpositie kan problemen verraden, indien er activa worden verkocht en de bank de kredietverlening inperkt.

Bij dergelijke signalen is het voor de accountant zaak om kritisch te blijven en de discussie met de ondernemer aan te gaan.

Vroegtijdig

Wanneer bovenstaande signalen tijdig worden onderkend, kunnen soms nog maatregelenworden getroffen om onnodige schade te voorkomen.

Juridische en financiële structuren worden doorgaans niet jaarlijks opnieuw beoordeeld. Structuren die bij de start of groeifase van de onderneming wellicht goed pasten, kunnen in een later stadium tot grote problemen leiden. In een situatie van faillissement kan door zulke ondoordachte of verouderde structuren onnodige schade ontstaan. Het in een te laat stadium alsnog wijzigen van deze structuren kan echter leiden tot een actio pauliana: De curator kan op grond van de artikelen 42 tot en met 48 van de Faillissementswet een aantal handelingen vernietigen wanneer deze in het zicht van faillissement zijn verricht ter benadeling van de crediteuren. Om dit te voorkomen dienen de structuren dus in een vroegtijdig stadium te worden beoordeeld en op orde gebracht. Idealiter is de structuur vanaf het begin zo ingericht dat bij calamiteiten onnodige schade wordt voorkomen.

De accountant kan de ondernemer bij dit proces behoeden voor problemen. Daarbij geldt een aantal belangrijke aanbevelingen. Deze verschillen per situatie en onderneming, maar hierna enkele van de belangrijkste.

Schadebeperkende maatregelen

De accountant dient in ieder geval te benadrukken dat publicatie van de jaarrekening op tijd moet gebeuren. Bij te laat publiceren kan de curator bij een faillissement de bestuurder veel gemakkelijker aanspreken voor het gehele tekort. De bewijslast dat er geen sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur ligt in dat geval namelijk bij de bestuurders. In samenhang hiermee kan het beste worden afgezien van een 403-verklaring, om ongewenste hoofdelijke aansprakelijkheden te voorkomen.

Om dezelfde reden moet de accountant de ondernemer (liefst ook schriftelijk) wijzen op een tijdige melding van betalingsonmacht inzake schulden bij fiscus, bedrijfsvereniging en pensioenfonds.

Verder kan de accountant de ondernemer aanraden om aan de onderneming zekerheden te vragen voor leningen die hij aan zijn bedrijf verstrekt, in de meeste gevallen in tweede verband achter de bank.

Daarnaast kunnen te hoge vorderingen van een mogelijk te failleren onderneming op de beheermaatschappij ertoe leiden dat ook de beheermaatschappij wordt meegetrokken in het faillissement.

Ook moet kritisch worden gekeken naar de verschillende rekening-courantposities met de bank (óók in geval van compte-joint) omdat deze kunnen leiden tot regresvorderingen van de gefailleerde dochter op zustermaatschappijen of de moedermaatschappij.

Niet te gecompliceerd

Om te voorkomen dat er in een noodscenario geen uitwijkmogelijkheden meer zijn, dienen accountant en ondernemer te waken voor te simpele juridische structuren. Aan de andere kant is ook niemand gebaat bij juridische structuren die zo gecompliceerd zijn dat niemand meer het overzicht heeft. Deze roepen bij een curator onmiddellijk vragen op.

Ook constructies die louter fiscaal gemotiveerd zijn en in een faillissementsscenario ongewenste juridische effecten kunnen hebben, moeten worden vermeden.

Periodiek testen

Als alle zaken financieel en juridisch op orde zijn, hoeft een faillissement van (een deel van) de onderneming niet het einde te betekenen, maar kan het de start vormen van herstel en mogelijke groei in de toekomst. Voorwaarde is dan wel dat potentiële problemen tijdig worden gesignaleerd en onderkend, waardoor er nog ruimte is om handelend op te treden. De accountant kan hierbij een belangrijke rol spelen.

Het proces van faillissement en eventueel doorstart is echter zeer complex en kent vele stakeholders. Ondernemer, accountant, curator, bank, fiscus, bedrijfsvereniging, concurrente crediteuren en debiteuren hebben allen hun eigen rol en belang. Het managen van dit proces is geen natuurlijke taak van de accountant. Hier zou hij het stokje tijdig moeten overgeven aan een onafhankelijke insolventieadviseur. Diens taak wordt echter wel een stuk eenvoudiger als de accountant er in het voortraject voor heeft gezorgd dat de onderneming nog voldoende mogelijkheden open heeft staan om in de toekomst verder te gaan.

Noot
Robert Smits is registeraccountant en senior consultant bij Krüger & Partners.

Beroepseisen bij continuïteitsproblemen

Bij opstelling van de jaarrekening geldt in het algemeen het uitgangspunt van continuïteit, ook als daar onzekerheid over bestaat. Er kan dan toch een goedkeurende accountantsverklaring worden verstrekt, mits in de toelichting toereikend wordt ingegaan op de onzekere toekomst.

Als discontinuïteit vrijwel zeker is, moet de jaarrekening worden gebaseerd op liquidatiewaarde. De accountant kan een goedkeurende verklaring verstrekken bij de jaarrekening als hij in staat is zich een oordeel te vormen over deze waarde. Meestal zijn de onzekerheden echter te groot en zal een accountantsverklaring van oordeelonthouding worden verstrekt.

Vertroebeld beeld

Soms kan een cumulatie van op zichzelf niet opvallende of ‘verdachte’ posten, toch het zicht op het werkelijke eigen vermogen vertroebelen.

Zo zagen wij in onze praktijk een onderneming waar de accountant een jaarrekening had goedgekeurd waarin melding werd gemaakt van aanhoudende verliezen, terwijl op de balans goodwill werd verantwoord (verkregen bij de aankoop van - nog steeds - verlieslijdende activiteiten), er een forse latente belastingvordering werd geactiveerd en er een feitelijk wel bestaande, maar niet direct opeisbare schuld niet in de balans werd opgenomen. Feitelijk was hier sprake van een negatief eigen vermogen van anderhalf miljoen euro, terwijl er een positief eigen vermogen van anderhalf miljoen euro werd verantwoord.

Signalen in organisatie zelf

Soms zijn er parallel aan allerlei financiële indicatoren, zelfs voordat een en ander in de cijfers tot uitdrukking komt, ook signalen waar te nemen in de organisatie zelf. De belangrijkste:

  • onvoldoende ondernemers- en managementcapaciteit, bijvoorbeeld ontstaan na bedrijfsoverdracht van vader op zoon
  • voor zich uit schuiven van besluiten over moeilijke zaken
  • ontbreken van onafhankelijk toezicht of onvoldoende functioneren hiervan
  • gebrekkig financieel inzicht
  • managementinformatie met veel details, maar waarin de grote lijn (en trend) ontbreekt
  • verouderde automatisering
  • vertraagde investeringen
  • relatief hoge salarissen
  • een hoog personeelsverloop en ziekteverzuim

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.