Magazine

Strengere stage-eisen

De invoering van de Achtste herziene EU-richtlijn leidt tot een lagere instroom van nieuwe accountants, vreest Leo Straathof, voorzitter van het NIVRA-stagebestuur. Stages mogen voortaan alleen nog maar worden gevolgd bij kantoren die wettelijke controles mogen uitvoeren. “Een deel van de accountancystudenten wil helemaal niet in het openbare beroep werken. Die haken bij strengere stage-eisen af.”

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 4, 2006

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Over de herziening van de Achtste EU-richtlijn heeft Leo Straathof, voorzitter van het NIVRA-stagebestuur en in het dagelijks leven werkzaam bij KPMG, een uitgesproken mening. “In eerste instantie lag er een conceptrichtlijn. Die was al strenger dan wat tot dan toe gold. Maar nu de nieuwe richtlijn definitief is vastgesteld, blijkt het met name wat betreft de stages nog stringenter te zijn geformuleerd. In het concept kon nog stage worden gelopen bij elk kantoor dat zich met controles bezighield, nu kan dat alleen nog maar bij kantoren die een vergunning van de AFM hebben.”

Overigens heeft naar nu blijkt niet iedere lidstaat de oorspronkelijk in het Engels opgestelde richtlijn op dezelfde wijze vertaald. Zo wordt in de Nederlandse tekst over de stageverleners geschreven dat het in het bijzonder om organisaties moet gaan die wettelijke controles mogen uitvoeren. Andere landen spreken over onder andere. Straathof: “Nederland is dus strikter in de leer dan andere landen. Het lijkt wellicht een zaak voor juridische fijnproevers, maar het is wel een verschil van interpretatie met alle gevolgen van dien voor stagiairs.”

Ontevredenheid

Kenmerkend voor Nederland is dat de beroepsuitoefening pluriform is. Iedereen die de opleiding met daarin de praktijkstage met succes heeft gevolgd, krijgt hetzelfde diploma, waarmee hij in het openbare beroep maar ook bij de overheid of als interne accountant kan werken. Een deel van de studenten kiest echter bewust voor een carrière buiten het openbare beroep.

Straathof: “Voor deze mensen is een stage bij bijvoorbeeld de Belastingdienst of op de interne accountancy-afdeling van Philips een stuk interessanter. Als dat niet meer mag, bestaat het gevaar dat ze van een studie accountancy afzien. En dat is wel het laatste dat we kunnen gebruiken, gezien de toch al lage instroom op dit moment. Ook leidt de verscherping van de richtlijn ongetwijfeld tot ontevredenheid bij interne accountantsdiensten en de Belastingdienst. Want die zien het aantal stagiairs en hierdoor op termijn ook de instroom van nieuwe medewerkers afnemen. Ook zullen er minder stagiairs naar kleine accountantskantoren gaan, want die hebben nu al moeite om aan het voor de stage verplichte aantal controle-uren te voldoen.”

Overigens kan deze problematiek volgens Straathof worden aangepakt zonder de EU-richtlijn geweld aan te doen door de verplichte controle-uren als assurance-uren aan te duiden. Dat is een ruimer begrip waardoor het deels ook van toepassing kan zijn op werkzaamheden bij andere stageverleners.

Uit de markt

Er moet iets gebeuren om te voorkomen dat de herziene Achtste EU-richtlijn gevolgen heeft waarmee niemand blij is. Straathof wil op persoonlijke titel alvast wel enkele voorstellen doen. “Ik denk dat het NIVRA nog met het ministerie van Financiën moet praten met als uitgangspunt dat de nieuwe EU-eisen niet mogen leiden tot een vermindering van de instroom door een verzwaring ten opzichte van de huidige situatie. Ook dient er nog eens kritisch naar de Nederlandse vertaling van de richtlijn te worden gekeken.”

Gert Smit, algemeen directeur van het NIVRA, verwijst als mogelijke oplossing naar de opleiding in Engeland. “Daar lopen studenten gedurende drie jaar een stage die lichter van opzet is dan bij ons. Daarna is een Engelse student nog niet bevoegd om wettelijke controles uit te voeren. Want daarvoor moet hij nog eens twee jaar extra stage doen. Ook het model dat op dit moment in Canada wordt ontwikkeld (zie kader, red.) kan een oplossing zijn.”

Dat er in Nederland iets moet gebeuren staat voor Smit niet ter discussie. “Heel veel landen kiezen voor een common content-opzet van de opleiding. Dat betekent een brede basisopleiding en daarna pas een specialisatie. Nederland moet oppassen dat het zich, door vast te houden aan de stringente eisen, niet ten opzichte van het buitenland uit de markt prijst.”

Braafste jongetje

Uiteraard is de mening van studenten ook uitermate van belang. Daan Klomp is voorzitter van de grootste vereniging van accountancystudenten, de VAS van NIVRA-Nyenrode. “Het is een slechte zaak dat Nederland weer eens het braafste jongetje van de klas wil zijn en een bijzonder strikte vertaling van de EU-richtlijn hanteert. Uiteraard moet je wel nagaan of iemand tijdens zijn stage voldoende uren aan controlewerkzaamheden besteed. Maar hiervoor zijn nu al voldoende garanties ingebouwd. Daarom is het niet nodig om in de nieuwe richtlijn nog eens extra voorwaarden op te nemen.”

Voorzitter Aard-Jan Borghuis van studievereniging Pro Memorie aan de Rijksuniversiteit Groningen is ook niet gelukkig met de strengere eisen. “Voor ons is het feit dat studenten die niet in het openbare beroep willen werken toch stage bij een controlerend kantoor moeten volgen niet het grootste probleem. Want ik schat dat dit slechts zo'n tien procent van de studenten betreft. Maar er is wel een ander probleem. Want het aantal verplichte controle-uren zal ertoe leiden dat de meeste kleinere kantoren afvallen als stageplaats. Dat betreuren we. Een groot aantal studenten in Groningen loopt stage bij een kleiner kantoor en wil daar later ook werken.”

Vanuit de Universiteit Maastricht klinken mindere pessimistische geluiden. Volgens Leoni van der Chijs, voorzitter van studievereniging FS Focus, kiezen de meeste studenten van de accountancystudie bewust voor werken bij een groot kantoor. “Niet voor niets is onze opleiding internationaal van opzet. Als je voor Maastricht kiest, dan is dat vaak ook een keuze om later bij een groot kantoor te werken. Ik vraag me daarom af in hoeverre er bij ons studenten zullen worden belemmerd in hun studie door de aanscherping van de EU-richtlijn.”

Canadees systeem wellicht oplossing

In Canada bestaan plannen om de opleiding tot accountant vergaand te differentiëren naar de verschillende vakgebieden, om zo de instroom van studenten te vergroten. De Canadese tegenhanger van het NIVRA, het Canadian Institute of Chartered Accountants (CICA), wil naar een situatie waar iedere student eerst enkele jaren een basisopleiding volgt waarin de belangrijkste competenties worden onderwezen. Daarna kan de student zich gedurende enkele jaren nog specialiseren voor of het openbare beroep, of de overheid, of het vak van interne accountant.

Berry Wammes, hoofd Public affairs en ledenservice bij het NIVRA, ziet zeker mogelijkheden voor invoering van het Canadese systeem in Nederland. “In Canada studeer je in de toekomst eerst voor de titel CA, waarna je na een specialisatie nog een tweede titel kunt behalen. Deze opzet is te vergelijken met hoe in Nederland de studie medicijnen is ingericht. Daarbij volgt iemand eerst enkele jaren de opleiding tot basisarts, waarna hij zich verder kan scholen in een bepaald specialisme. Voor een student RA zou dat betekenen dat hij tijdens zijn studie minder aandacht besteedt aan het onderdeel controle en daardoor meer aan andere zaken, al naar gelang de specialisatie waarvoor hij kiest. Als iemand na een aantal jaren in het vak te hebben gewerkt wil overstappen naar een ander vakgebied, dan zal hij zich via een aanvullende opleiding opnieuw moeten kwalificeren.”

Adrie Boxmeer is journalist.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.