Magazine

Invoering IFRS: gevoelige koers en koersgevoelig

De verplichte toepassing van de International Financial Reporting Standards (IFRS) kan leiden tot het vrijkomen van koersgevoelige informatie. Deze moet direct en met de nodige zorgvuldigheid naar buiten worden gebracht. Dit is van groot belang om de invoering van de nieuwe regels soepel te laten verlopen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 5, 2005

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

Ruud Vergoossen

Op grond van Europese wetgeving moeten beursgenoteerde ondernemingen met ingang van 2005 IFRS toepassen bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening. Dit kan de gepresenteerde winsten vermogenscijfers belangrijk beïnvloeden. Zo kunnen de winstcijfers heftig gaan fluctueren doordat de regels prescriptief zijn en bij de waardering veel vaker moet worden uitgegaan van marktwaarden. Daarnaast moet op grond van IFRS veel meer informatie worden opgenomen in de toelichting op de balans en winst- en verliesrekening.

Het lijkt wel of de gemoederen steeds hoger opliepen naarmate de datum van 1 januari 2005 naderde. Nu de Europese Commissie na veel vijven en zessen uiteindelijk IFRS - afgezien van enkele bepalingen - heeft goedgekeurd en de discussie over een eventueel uitstel tot 2007 in de kiem is gesmoord, dienen zich weer andere kwesties aan. Zo is de laatste tijd veel discussie over de mate waarin informatie over de consequenties van de overgang naar IFRS als koersgevoelig moet worden aangemerkt. Dit is van belang omdat op grond van de beursregels en ten behoeve van het goede functioneren van de kapitaalmarkt, koersgevoelige informatie onmiddellijk moet worden gepubliceerd.

De bedrijfseconomische theorie zegt dat alle publiekelijk beschikbare informatie zonder vertraging en op een correcte wijze in aandelenkoersen wordt verwerkt (efficiënte markthypothese). Het maakt daarbij niet uit op welke manier die informatie is ‘verpakt’. Met andere woorden: de toegepaste verslaggevingsregels en de wijze waarop transacties en waardemutaties in de financiële verslaggeving worden verwerkt hebben geen invloed op aandelenkoersen. Dit idee, dat de markt ‘door de cijfers heen kijkt’, vindt brede steun in empirisch onderzoek.

Aandelenkoersen zijn gebaseerd op de verwachtingen van de markt ten aanzien van toekomstige kasstromen. Dit betekent dat als de toepassing van IFRS gepaard gaat met wijzigingen in de economische beslissingen van ondernemingen, er sprake is van koersgevoelige informatie die onmiddellijk naar buiten moet worden gebracht. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan wijzigingen in de wijze waarop en de mate waarin krediet-, rente- en valutarisico’s worden afgedekt. Of aanwijzingen in pensioen-, optie- of aandelenbonusregelingen die de verwachte kasstromen van ondernemingen, of de zekerheid waarmee ze kunnen worden ingeschat, belangrijk kunnen beïnvloeden. Overigens kan de overgang naar IFRS ook leiden tot (ongewenste) kasstroomeffecten als gevolg van bijvoorbeeld veranderingen in de hoogte van dividenduitkeringen of het niet meer voldoen aan solvabiliteitsratio’s die met banken zijn afgesproken. Dit soort effecten is echter te voorkomen door gemaakte afspraken tijdig aan te passen.

De vraag doet zich voor of ook koersgevoelige informatie vrijkomt als de overgang naar IFRS een puur boekhoudkundige exercitie is, zonder enige invloed op de operationele gang van zaken. Het antwoord op deze vraag is niet met een duidelijk ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden, maar hangt af van de gevolgen van de kwaliteit van de informatieverschaffing. Als de informatie een betere inschatting van de toekomstige kasstromen mogelijk maakt, zal zij als koersgevoelig kunnen worden gekwalificeerd. Bijvoorbeeld doordat zij gedetailleerder is of beter vergelijkbaar met andere ondernemingen. De koersgevoeligheid is hier echter niet zo evident, omdat er geen sprake is van directe kasstroomeffecten, en omdat externe factoren in belangrijke mate de snelheid bepalen waarmee de markt de ‘nieuwe’ informatie absorbeert. Bij dit laatste kan worden gedacht aan de huidige publieke discussie over de gevolgen van IFRS en de omstandigheid dat in 2005 het gehele beursgenoteerde bedrijfsleven overstapt op IFRS.

Om de overgang naar IFRS soepel te laten verlopen is het van groot belang dat ondernemingen zo transparant mogelijk zijn over de gevolgen daarvan. Shell en Philips hebben de markt hierover uitgebreid geïnformeerd en daarbij expliciet aangegeven dat er geen directe kasstroomeffecten zijn. Dit voorbeeld verdient navolging, zij het
dat ondernemingen bij de informatieverschaffing de nodige zorgvuldigheid moeten betrachten. Het is immers nog steeds niet geheel duidelijk hoe sommige IFRS-bepalingen moeten worden toegepast of geïnterpreteerd, waardoor het naar buiten brengen van cijfers eerder verwarrend dan verhelderend kan werken. Dit maakt dat met de invoering van IFRS in sommige gevallen niet alleen een koersgevoelige maar ook een gevoelige koers wordt gevaren.

Noot
Ruud Vergoossen is voorzitter van het directoraat Vaktechniek van Ernst & Young Accountants en hoogleraar international financial accounting aan de Universiteit Maastricht.

Prof. dr. Ruud Vergoossen RA is hoogleraar Nyenrode Business Universiteit, emeritus hoogleraar Universiteit Maastricht en oud-lid CEA.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.