Magazine

'Basisaccountant' en verder

De accountantsopleiding moet aantrekkelijker worden en meer gericht zijn op de door afgestudeerden te vervullen functies. Om dit te bereiken doet de door het NIVRA ingestelde commissie Toekomst Accountancy Opleidingen (TAO) in een discussienota een reeks aanbevelingen.

Dit artikel is verschenen in de Accountant nr. 10, 2007

Bekijk alle artikelen uit dit nummer

» Download dit artikel in pdf

William Rothuizen

De huidige RA-opleidingen komen onvoldoende tegemoet aan de uiteenlopende behoeften van de markt, zo stelt de commissie TAO. De te geringe instroom in het beroep is zorgwekkend. Er is al een tekort aan assistent-accountants en er dreigt een ernstig tekort aan openbare accountants. Een groot probleem is dat veel studenten de opleiding niet afmaken en andere dingen gaan doen. De commissie TAO, onder voorzitterschap van Peter Diekman RA, stelde zich dan ook als primair doel voorstellen te formuleren om het onderwijsaanbod zodanig te verbeteren dat instroom in opleiding en beroep wordt vergroot.

Het rapport van de Commissie Toekomst Accountancy Opleidingen heeft het karakter van een discussienota en wordt eerst als concept besproken met de voor de opleiding verantwoordelijke partijen. Na verwerking van commentaren wordt het rapport in definitieve vorm voor standpuntbepaling aan het NIVRA-bestuur aangeboden.

Knelpunt

De commissie heeft onderzocht hoe de opleiding aantrekkelijker kan worden gemaakt. Inperking van de studieduur zou daaraan kunnen bijdragen, maar de markt vraagt steeds meer van de registeraccountant. Zo wordt bijvoorbeeld een uitbreiding verwacht van het scala van diensten op het gebied van assuranceverschaffing. Het lijkt niet eenvoudig die verwachting te verzoenen met een verkorting van de studieduur.

“Dat is inderdaad een knelpunt”, zegt Jeroen Buchel, coördinator Educatie van het NIVRA en secretaris van de commissie. “Er is heel veel nodig om de RA-kwalificatie te bereiken. Het minimale traject is bachelor, master en een stukje post-master-onderwijs, plus de praktijkstage. Verlenging van de huidige studieduur is uiteraard onwenselijk, maar verkorting van de hele RA-opleiding lijkt nauwelijks mogelijk. De commissie heeft zich dan ook afgevraagd: hoe kun je de opleiding toch zodanig inrichten dat die aantrekkelijker en efficiënter wordt en meer studenten die ook afmaken?”

Specialisatie

De commissie meent dat de (toekomstige) opleiding beter moet gaan aansluiten op de voortgaande ontwikkeling van differentiatie en specialisatie in de beroepsuitoefening. Die beroepsuitoefening toont, in samenhang met een verbreding van de dienstverlening door registeraccountants, een verdergaande specialisatie op meer (deel)gebieden en differentiatie naar te onderscheiden marktsegmenten. Afnemers vragen in toenemende mate om specialisatische kennis als het gaat om de kwaliteiten van financiële informatie. Een betere aansluiting op die ontwikkeling kan volgens de commissie pas goed worden bereikt na aanpassing van de voorwaarden voor het behalen van de RA-kwalificatie. Uitgangspunt daarbij is dat de RA-opleiding op hoog niveau moet worden gehandhaafd.

Basisaccountant

De commissie stelt voor dat specialisatie in de toekomstige uit te oefenen functies volgt op het behalen van de kwalificatie ‘basisaccountant’. Onder de huidige wetgeving is specialisatie eigenlijk alleen mogelijk op het gebied van financial auditing, omdat de opleiding voor alle toekomstige registeraccountants op de controlerende functie moet zijn gericht.

Aanpassing van de huidige wettelijke bepalingen kan volgens de commissie worden meegenomen bij de evaluatie van de nieuwe accountantswetgeving. Zo’n aanpassing zou dan ook andere specialisatiemogelijkheden in de post-master-fase mogelijk maken. “Daarmee maak je de opleiding voor een deel van de studenten efficiënter en aantrekkelijker”, zegt Buchel, “want dat soort specialisaties - bijvoorbeeld voor interne accountant, overheidsaccountant enz. - kunnen nu pas na de RA-kwalificatie worden aangebracht”.

In een verdere toekomst zou de RA-titel dan meer de betekenis krijgen van een algemene beroeps- en opleidingstitel, de specifieke functies met betrekking tot de feitelijke beroepsuitoefening zouden afzonderlijk in de titulatuur tot uitdrukking kunnen worden gebracht. Bijvoorbeeld: RA-Wettelijk Auditor, RA-Openbaar Accountant, RA-Intern Accountant enz.

Ook meent de commissie dat de basisopleiding tot ‘basisaccountant’ een hoogwaardig gemeenschappelijk platform en keurmerk dient te zijn voor alle toekomstige registeraccountants.

Heel wat bruggen

De invloed van het NIVRA op de opleidingen is sinds de recente wetswijziging beperkt. De beroepsorganisatie kan aanbevelingen doen en hopen dat de kantoren die ondersteunen richting de universiteiten. Daarnaast kan het NIVRA via het beroepsprofiel invloed uitoefenen op de opleiding. De universiteiten zijn nauwelijks bekomen van de veranderingen die de invoering van de bama-structuur met zich meebracht en wachten af wat de commissie Eindtermen gaat zeggen. De commissie TAO realiseert zich dan ook dat er nog heel wat bruggen moeten worden genomen voordat de voorstellen een definitief stempel kunnen krijgen.

Buchel wijst erop dat het rapport ook aanbevelingen bevat die meteen al in gang kunnen worden gezet. Zo wordt met het oog op de studeerbaarheid gepleit voor meer flexibiliteit in de onderwijs- en werkplanning: in de deeltijdopleidingen kan het onderwijs beter worden afgestemd op de drukste perioden in het werk, bijvoorbeeld door bepaalde perioden in het jaar vrij te maken voor intensief onderwijs of door vaker het model van drie dagen werken en twee dagen studeren te hanteren. Daarnaast wil de commissie meer aandacht voor persoonlijke coaching op het werk en bij de studie.

Lat iets minder hoog?

Moet en kan de met name op de controlerende functie gerichte primaire opleiding tot registeraccountant alle hiervoor benodigde kennis en vaardigheden aanreiken, vraagt de commissie TAO zich af. De opleiding heeft als overkoepelend einddoel het opleiden van beginnende beroepsbeoefenaren. Maar, voegt de commissie eraan toe: “Gelet op de complexiteit van de beroepsuitoefening is het niet mogelijk al bij afronding van de primaire opleiding ‘allround registeraccountants’ af te leveren.” De commissie ziet beginnende beroepsbeoefenaren als academisch gevormde professionals die zich kunnen ontwikkelen tot experts op bepaalde terreinen en voorbereid zijn tot life-long-learning.

De commissie kijkt naar de accountantsopleidingen in de EU-lidstaten en stelt vast dat die in sommige landen een wat minder diepgaand theoretisch programma omvatten. Dat geldt ook voor de AA-opleiding. Toch verschaffen die opleidingen een certificerende bevoegdheid waarmee wordt voldaan aan de eisen van de EU-richtlijn voor wettelijk auditor. Gelet op de toekomstige functie-uitoefening van de meeste registeraccountants en de ruimte die de EU-richtlijn, de Wet op de registeraccountants en de Wet toezicht accountantsorganisaties bieden, zou volgens de commissie ook kunnen worden overwogen ‘de lat met betrekking tot de voor de RA-kwalificatie vereiste specifieke vaktechnische kennis iets minder hoog te leggen’.

Overige aanbevelingen

Naast de in dit artikel genoemde aanbevelingen wordt aanbevolen te onderzoeken hoe op zo kort mogelijke termijn een Engelstalige, op de internationale praktijk gerichte postinitiële RA-opleiding aan het opleidingsaanbod kan worden toegevoegd.

Andere aanbevelingen betreffen intensieve schakelprogramma’s ter verbetering van de aansluiting tussen de opleiding hbo-accountancy en de universitaire vervolgopleidingen en een onderzoek naar versterking van de samenhang tussen de theoretische opleiding en de driejarige praktijkstage. Ook adviseert de commissie dat de onderwijsinstellingen betere instroom- en opleidingsmogelijkheden zouden kunnen creëren voor bachelors en masters met andere dan de tot nu toe gebruikelijke vooropleidingen voor de opleiding tot registeraccountant. En om de betrokkenheid van studenten met hun toekomstige beroepsorganisatie te versterken oppert de commissie de mogelijkheid van een aspirant-lidmaatschap van het NIVRA voor afgestudeerden en van een aantal door het NIVRA nader te bepalen bachelor- en/of masteropleidingen.

‘Basisaccountant’ en ‘common content’

De commissie stelt als aanpassing binnen de bestaande kaders een ‘relatief brede basisopleiding’ voor die, aangevuld met een deel van de praktijkstage, moet leiden tot de kwalificatie van basisaccountant. Deze kwalificatie moet een eigen, zelfstandige betekenis op de arbeidsmarkt krijgen en kan via de WO-route in minimaal vijf jaar worden behaald (na bachelor accountancy en master accountancy, inclusief een stage van minimaal een jaar). Na deze basisopleiding kan verdergaande specialisatie in de auditfuctie volgen. De RA-titel wordt behaald na theoretische verdieping en na het afronden van de verplichte praktijkstage. Bij het ontwerp van de basisopleiding (dan wel de aanpassing van de huidige opleiding) adviseert de commissie om ook te onderzoeken of de programma-inhoud van het zogeheten Common Content Project kan worden afgedekt. Hiermee wordt aangesloten op internationale ontwikkelingen binnen de EU op het gebied van de opleiding en de beroepskwalificatie.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.