Nieuws 26 maart 2010

Accountants nauwelijks invloed op nakomen deponeringsplicht

Het handhaven van de deponeringsplicht van klanten is voor accountants nauwelijks te doen. Dat zeggen Ruud Vergoossen en Ted Verkade, directeur vaktechniek bij respectievelijk BDO en Berk. Daarnaast twijfelen ze aan het praktisch nut van de deponeringsplicht voor kleine bedrijven.

Bij het toesturen van de jaarrekeningen attenderen zowel BDO als Berk hun klanten op de verplichting om de jaarstukken te deponeren bij de Kamer van Koophandel. Maar beide organisaties hebben te beperkte middelen om te controleren of bedrijven dat ook doen.

BDO en Berk reageren op een onderzoek van Het Financieele Dagblad en Graydon op het nakomen van de deponeringsplicht. Over de jaren 2005 tot en met 2008 zijn een half miljoen jaarstukken nog niet gedeponeerd.

"Zodra we de jaarstukken aanbieden aan de klant, doen we er een brief bij met de verplichte inleverdatum", zegt  Ted Verkade van Berk. "We verstrekken zelfs een enveloppe bij de jaarstukken met het voorgedrukte adres van de Kamer van Koophandel. We jagen behoorlijk achter onze klanten aan, zeker als we reden hebben om te twijfelen of klanten de deponeringsplicht naleven."

Desalniettemin heeft Verkade geen zicht op de mate waarin zijn klanten zich houden aan het verplichte  deponeren van de jaarstukken. "We willen dat onze klanten zich houden aan de wet. Maar als het niet deponeren hun enige overtreding is, gaan we ze niet om die reden uit de praktijk zetten."

Ook BDO wijst klanten nadrukkelijk op de verplichting om de jaarstukken te deponeren bij de Kamer van Koophandel. "We stellen onze klanten daarvan op de hoogte als wij de jaarstukken hebben afgerond en overgedragen", zegt Ruud Vergoossen van BDO. "We zeggen dat ze geacht worden om binnen acht dagen na het vaststellen van de jaarrekening te deponeren."

Maar verdere mogelijkheden om de deponeringsplicht af te dwingen ontbreken. "Het is de verantwoordelijkheid van de bedrijven zelf. Bovendien is het de taak van de Belastingdienst de naleving van de deponeringsplicht te monitoren." BDO ziet hier geen verdere rol weggelegd voor de accountant.

Vergoossen heeft geen idee welke ondernemers de deponeringsplicht niet nakomen. "Ik denk dat het vooral kleine ondernemingen zijn. Bij grote en middelgrote ondernemingen zal dat minder het geval zijn."

Omdat de overheid niet streng optreedt tegen het ontduiken van de deponeringsplicht, zijn veel ondernemers niet onder de indruk van die plicht, denkt Verkade. De ruim duizend bedrijven tegen wie de Belastingdienst optreedt, staan in geen verhouding tot het werkelijke aantal ontduikers. "Terwijl het toch niet moeilijk moet zijn voor Kamers van Koophandel om uit te zoeken welke ondernemers niet hebben gedeponeerd en deze over te dragen aan het opsporingsapparaat."

Vergoossen voegt daaraan toe dat het praktische nut van de deponeringsplicht voor kleine ondernemingen klein is. "Graydon zegt dat het door het ontduiken van deze verplichting moeilijker is om de kredietwaardigheid van bedrijven vast te stellen. Maar wat weet je van de kredietwaardigheid als het gaat om een dertien maanden oude  gecomprimeerde balans plus toelichting, die niet is gecontroleerd door een accountant?"

Verkade suggereert om de deponeringsplicht te vervangen door een private oplossing voor het checken van kredietwaardigheid. "Rechtstreeks inleveren van jaarstukken bij een collectieve kredietbeoordelaar binnen een bepaalde termijn. Ondernemingen die daaraan meewerken, komen in ruil daarvoor met juiste en actuele informatie in de bestanden van de kredietbeoordelaar, die deze informatie op verzoek aan derden kan verstrekken. Dit zou effectiever kunnen zijn voor transparantie van jaarcijfers dan de deponeringsplicht. Of het werkt weet ik niet, maar wat er nu is, werkt ook niet."