Nieuws 12 mei 2016

Hoogervorst laakt toenemend gebruik alternatieve winstbegrippen

IASB-voorzitter Hans Hoogervorst maakt zich zorgen over de toenemende wildgroei aan winstbegrippen die beursgenoteerde bedrijven hanteren om de financiële zaken rooskleuriger voor te stellen. Beleggers moeten meer handvatten krijgen om te kunnen bepalen of een bedrijf een 'George Clooney' is of de 'klokkenluider van de Notre Dame'.

Het gebruik van ‘non-GAAP measures’ neem toe, en ze worden ook steeds misleidender, aldus Hoogervorst in een speech gisteren voor het jaarlijkse congres van de European Accounting Association.

Meer dan 88 procent van de S&P 500-bedrijven gebruikt op dit moment alternatieve winstbegrippen, maar ook buiten de Amerikaanse markt maken toezichthouders zich zorgen over cijfers die steeds verder van de werkelijkheid afstaan.

Hoogervorst noemt het in dit verband ‘nogal verontrustend’ dat veel bestuurdersbeloningen gebaseerd zijn op aangepaste winstcijfers. In de wetenschap dat ook cijfers volgens algemeen aanvaarde standaarden gemanipuleerd kunnen worden, moeten beloningscommissies ‘extreem behoedzaam zijn’ om gebruik te maken van winstcijfers die het management zelf heeft aangepast.

Beleggers vragen ook om eenduidigheid.“Many investors ask us to start by providing a definition of performance. However, I believe that trying to do so is as illusory as trying to define beauty. Beauty is a multifaceted quality which to a large extent is in the eyes of the beholder. Giving the term a 100 per cent objective definition is therefore next to impossible.”

“At the same time, most people recognise beauty when they see it. Let me give you the example of George Clooney. Personally, I fail to see why his athletic build, full head of hair and chiselled chin necessarily make him into a handsome devil. Yet, one has to accept begrudgingly that at least half of mankind seem to find Clooney simply irresistible. Financial performance is not that different. It is multifaceted, to some degree subjective, but at the same time most people recognise it when they see it.”

Volgens Hoogervorst is het allereerst aan financiële toezichthouders om het gebruik van alternatieve prestatiemaatstaven terug te dringen. Maar ook de IASB moet aan het werk. Alternatieve begrippen zijn ook populair omdat de regelgever te weinig handreikingen geeft bij de inrichting van de winst- en verliesrekening. De enorme flexibiliteit onder de huidige standaarden “ is an open invitation for non-GAAP to step in”.

“I believe the Board should try to provide more rigorous definitions of performance metrics above the bottom line. These could provide more reliable information to the investor than the sugar-coated realm of non-GAAP. We have to give the investor more tools to decide whether a company is a George Clooney or the Hunchback of Notre Dame.”