Nieuws 18 augustus 2016

Staat verdient fors aan bpm-regeling nieuwe auto's

De bpm voor nieuwe auto's heeft de Nederlandse staat in het eerste halfjaar van 2016 bijna honderd miljoen euro meer opgeleverd dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt uit cijfers van VWE Voertuiginformatie en -documentatie, die zijn opgevraagd door BNR Nieuwsradio.

De opbrengsten uit de bpm (belasting op personenauto's en motoren)  daalden tussen 2008 en 2014 sterk, omdat veel nieuwe auto's werden vrijgesteld van deze aanschafbelasting. Het ging daarbij vooral om kleine eco-dieselauto's en hybrides. Inmiddels geldt de vrijstelling van bpm alleen nog voor volledig elektrische auto's, zoals de Tesla S en de Nissan Leaf. De opbrengsten uit de bpm zijn daardoor weer flink toegenomen.

CO2-uitstoot

Staatssecretaris Wiebes heeft in het kader van zijn Autobrief II aangegeven dat hij de bpm wil verlagen. De aanschafbelasting gaat stapsgewijs naar beneden met in totaal twaalf procent in 2020. Brancheorganisatie BOVAG verwacht dat mensen door aangepaste fiscale maatregelen weer auto's gaan kiezen die bij ze passen, in plaats van alleen naar fiscale voordelen te kijken. Dat zullen ook duurdere auto's zijn. "Daarmee stijgen de bpm-inkomsten en dat is een ongewenst bijeffect van de nieuwe maatregelen", zegt Paul de Waal van BOVAG tegen BNR.

De bpm was oorspronkelijk gebaseerd op de aanschafprijs van een auto, maar is inmiddels al een aantal jaren gekoppeld aan de CO2-uitstoot. De belasting staat op gespannen voet met Europese regelgeving en zorgt voor grote prijsverschillen van auto's in vergelijking met ons omringende landen. Een musclecar als de Amerikaanse Ford Mustang met V8-motor is in België te koop vanaf € 42.000, maar kost door de bpm in ons land ruim € 115.000.