CBS: 'Start meten voortgang circulaire economie in Nederland'
Het CBS heeft een voorstel gepubliceerd voor een monitoringsysteem om de beoogde transitie naar een circulaire economie uit het Rijksbrede programma Circulaire Economie ‘Nederland circulair in 2050’ te kunnen volgen.
Het rapport, 'Circulaire Economie: Wat willen we weten en wat kunnen we meten', is een gezamenlijk product van het Planbureau voor de Leefomgeving, het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Een van de adviezen van het rapport is toe te werken naar een circulair equivalent van de Nationale Energieverkenning (NEV), met hierin aandacht voor de effecten hier en nu, de stappen die nu worden gezet voor de transitie én de evaluatie van het huidige beleid.
"Het rapport is een antwoord op de vraag uit het Grondstoffenakkoord om een monitoringsysteem te ontwikkelen en een nulmeting te verrichten. Het monitoringssysteem, dat wel nog verder moet worden uitgewerkt, heeft als doel om de inspanningen van overheden en maatschappelijke partijen op het gebied van circulaire economie te volgen en ook de effecten hiervan te laten zien. Op deze manier kunnen de succes- en faalfactoren van het transitieproces naar de circulaire economie worden geëvalueerd", aldus het CBS.
Groeimodel
Om de voortgang van de transitie naar een circulaire economie te kunnen volgen zijn volgens het CBS indicatoren nodig voor de effecten als voor het transitieproces. "Het monitoren van de effecten is nu al mogelijk voor grondstoffengebruik, broeikasgassen en afvalverwerking. Zo is na een daling van 7 procent in de periode 2010-2014 de directe inzet van grondstoffen in de periode 2014-2016 nagenoeg gelijk gebleven. Uit de monitoring van de acties uit het Rijksbrede programma blijken veel van de gestarte acties te gaan over recycling en afvalverwerking, instrumentontwikkeling of netwerkvorming. Preventie, hergebruik en reparatie krijgen veel minder aandacht."
Nog niet alle indicatoren die in het monitorsysteemsysteem worden voorgesteld kunnen nu al worden gemeten. Vooral voor het transitieproces is nog weinig informatie beschikbaar. Het monitorsysteem moet de komende jaren nog verder worden uitgewerkt, ook met het oog op meetbare indicatoren voor de uitvoering van de transitieagenda’s biomassa en voedsel, bouw, consumptiegoederen, kunststoffen en de maakindustrie. "Het monitorsysteem moet worden gezien als een groeimodel dat samen met de bij de transitieagenda’s betrokken partijen en andere Nederlandse kennisinstellingen kan worden door ontwikkeld, wellicht tot een circulair equivalent van de NEV", aldus het CBS.
CBS-rapport: 'Circulaire Economie: Wat willen we weten en wat kunnen we meten'
Gerelateerd
Overlegtafel vindt geen goed alternatief voor CO2-heffing industrie
Intensief overleg over een alternatief voor de buiten werking gestelde nationale CO2-heffing voor de industrie, heeft geen helder resultaat opgeleverd.
Brede oproep uit bedrijfsleven om te investeren in verduurzaming
Nederland moet meer investeren in duurzame energie, een schone maakindustrie en toekomstig verdienvermogen. Met die oproep komen honderd topbestuurders uit het bedrijfsleven.
Biodiversiteit wordt steeds belangrijker bedrijfsrisico
Meer dan de helft van de wereldeconomie is afhankelijk van gezonde ecosystemen. Maar het verlies aan biodiversiteit versnelt, evenals de risico’s voor economieën...
Brussel past regels voor duurzame investeringen aan
De Europese Commissie wil de wet aanpassen voor investeringen door banken, verzekeraars, beleggers en vermogensbeheerders. Het moet duidelijker worden om wat voor...
Nederlandse bedrijven stoten in 2050 mogelijk drie keer meer uit dan nu wordt beloofd
Dit jaar stelt 58 procent van de onderzochte bedrijven dat ze een klimaattransitieplan hebben. Maar van die plannen is slechts een derde (32 procent) voorzien van...
