Nieuws

Ministers weten niet altijd hoeveel personeel nodig is voor nieuw beleid

In het afgelopen jaar is het aantal ambtenaren in de rijksdienst, net als de jaren ervoor, gestegen. Hoeveel extra personeel de rijksoverheid nodig heeft voor nieuw beleid van het kabinet, wordt niet altijd door alle ministeries vooraf uitgezocht.

Dat leert het verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer. De personeelsomvang van het Rijk steeg in 2024 met ruim negenduizend naar 157.000 fte.

Er was in 2024 geen sprake van een afname van het aantal rijksambtenaren, evenmin van minder externe inhuur van mensen voor de overheidsdiensten. Het in de zomer van 2024 aangetreden kabinet-Schoof kondigde een stevige bezuiniging van 22 procent aan op het budget vanaf 2025, voor een effectievere en efficiëntere rijksoverheid.

Goed zicht ontbreekt op hoeveel medewerkers tijdig worden aangesteld vanwege nieuwe wetten waar het kabinet afspraken in het regeerprogramma over heeft gemaakt. De Rekenkamer onderzocht van drie ministeries alle 173 uitvoeringstoetsen op informatie over de inzet van (extra) personeel. Het onderzoek werd mede uitgevoerd omdat de Tweede Kamer meer aandacht vroeg voor de personele gevolgen van beleid.

Drie ministeries

Uitvoeringstoetsen van het ministerie van Financiën geven in vergelijking met die van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie en Veiligheid vaak een duidelijker oordeel over de uitvoerbaarheid van nieuw beleid en de personele gevolgen.

Bij het ministerie van Justitie en Veiligheid is in bijna de helft van de gevallen de personeelsbehoefte vanwege een nieuwe wet of maatregel onduidelijk, of helemaal niet bij een uitvoeringstoets nagegaan. De minister van SZW laat meestal een uitvoeringstoets opmaken, maar toetst in ruim een derde van de gevallen niet op personele gevolgen.

Beloftes waar maken

Het is niet altijd duidelijk wat er met de uitkomsten van deze uitvoeringstoetsen is gedaan, terwijl de wetten en regels wel zijn ingevoerd. Volgens de Rekenkamer is het zaak dat ministers zich richten op wat zij beloofd hebben en beloven wat zij waar kunnen maken. Uitvoeringsorganisaties moeten de mogelijkheid krijgen om een 'rode kaart' uit te delen bij onuitvoerbaarheid van nieuw beleid.

Als uitvoeringstoetsen bij nieuwe wetgeving uniform worden toegepast, zijn ze een nuttig hulpmiddel voor elke minister om vooraf te bepalen of plannen haalbaar zijn. Stuurt de ministers deze toetsen ook naar het parlement, dan kan de Kamer de uitkomsten betrekken bij de vraag of een plan slaagt.

Soms veel extra personeel nodig

Soms is voor de uitvoering van beleid veel personeel nodig. Zo heeft het ministerie van Financiën voor een oplossing bij de belastingheffing box 3 naar verwachting tijdelijk ruim 1.750 fte nodig voor de tegenbewijsregeling en structureel ruim 850 fte voor de uitvoering Wet werkelijk rendement.

Het percentage externe inhuur is afgelopen jaar op een hoog niveau van ruim vijftien procent blijven staan. De coördinerend minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties streeft een maximaal inhuurpercentage na van tien procent (de zogenoemde 'Roemernorm'). Het ministerie van BZK huurt zelf 21 procent extern personeel in.

Gerelateerd

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.