Rekenkamer twijfelt aan effect van honderden miljoenen voor woningbouw
Het is "twijfelachtig" of honderden miljoenen euro's overheidsgeld daadwerkelijk hebben geleid tot meer woningen. Dat schrijft de Algemene Rekenkamer, na onderzoek naar de zogenoemde ‘Woningbouwimpuls’ (Wbi), het belangrijkste financiële instrument van het kabinet om de woningnood in Nederland te bestrijden.
Voor de Woningbouwimpuls was in de periode 2020-2024 in totaal € 2,25 miljard gereserveerd. Het gaat daarbij om een bijdrage van de rijksoverheid aan gemeenten om hen te helpen "sneller, meer én meer betaalbare" woningen te realiseren. Uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt echter dat de Wbi niet daadwerkelijk bijdraagt aan snellere woningbouw, en dat het twijfelachtig is of het programma zorgt voor realisatie van meer woningen.
De Rekenkamer waarschuwde hier al meermaals voor en concludeert nu dat de verwachting is uitgekomen.
Vergelijking
Gemeenten konden vanaf 2020 geld van de landelijke overheid krijgen om hen te helpen bij woningbouwprojecten. In de eerste drie rondes hebben ze 854 miljoen euro gekregen voor 93 projecten. De Rekenkamer deed navraag bij de gemeenten en maakte een vergelijking tussen projecten die wel geld kregen en afgewezen projecten.
De bouw is bij projecten met overheidsgeld ongeveer even vaak gestart als bij projecten die geen geld kregen. De Rekenkamer kan niet bepalen of de projecten die de subsidie kregen anders niet zouden zijn doorgegaan. Onduidelijk is ook of het geld per project voor meer woningen heeft gezorgd. Wel denkt de Rekenkamer dat het kabinetsgeld bij een deel van de projecten zorgde voor een groter aandeel betaalbare woningen.
Vertraging
Voor vertraging zijn de miljoenen van de Wbi niet de oplossing, zo schrijft de Rekenkamer. Driekwart van de projecten die met hulp van de landelijke pot werd betaald, liep vertraging op. "De minister wekt verwachtingen die zij niet kan waarmaken", aldus de Rekenkamer. De meeste vertraagde projecten liepen tot twee jaar vertraging op.
De Rekenkamer geeft aan dat voor snellere woningbouw flankerend beleid nodig is, naast financiële instrumenten zoals de Wbi. "Dat kan bijvoorbeeld via het verkorten van procedures en het beschikbaar maken van meer bouwlocaties", denkt de Rekenkamer. De Wbi moet worden heroverwogen, of anders "fundamenteel" aangepast.
In het rapport van de Algemene Rekenkamer is ook al een reactie opgenomen van demissionair minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting). Zij blijft ervan overtuigd dat de Woningbouwimpuls "een belangrijke bijdrage levert aan de versnelling van betaalbare woningbouw in Nederland". De verschillende bouwprojecten zijn niet zomaar met elkaar te vergelijken, vindt Keijzer.
Gerelateerd
Economie blijft groeien, maar werkloosheid loopt ook op
De Nederlandse economie blijft de komende jaren groeien, verwachten economen van Rabobank. Zij voorzien voor dit jaar een groei van 1,7 procent ten opzichte van...
ABN Amro verhoogt groeiverwachtingen voor Nederlandse economie
De Nederlandse economie staat er eind 2025 "steviger" voor dan gedacht, ondanks Amerikaanse importheffingen, te hoge inflatie en onzekerheid.
Vertrouwen Nederlandse producenten verslechterd in november
Het vertrouwen van Nederlandse fabrikanten is in november verslechterd. Producenten zijn negatiever over de voorraden gereed product. Ook zijn ze minder positief...
Nederland moet meer handelen met jonge, groeiende landen
Nederland moet zich richten op landen waar in de toekomst veel mensen wonen van werkende leeftijd. Dat vindt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).
CPB: Motor achter economische groei verzwakt
Het proces van economische vernieuwing in Nederland is duidelijk afgezwakt. Slecht presterende bedrijven worden minder snel vervangen door nieuwe, innovatieve en...
