Opinie

Niet-vastgesteld of voorlopig deponeren jaarrekening

Terecht kopte het Financieele Dagblad op 23 april 2013: 'Steeds meer bedrijven lopen risico door alleen voorlopige stukken te deponeren'. Het artikel laat zien dat de procedure voor het opmaken, vaststellen en deponeren van jaarrekeningen van bv's en nv's soms onduidelijk lijkt te zijn.

Als bestuurders van dergelijke rechtspersonen zich daarvan onvoldoende bewust zijn, brengt onjuiste of onvolledige deponering inderdaad belangrijke risico's met zich mee. Zeker in een periode van economische recessie waarin het risico op deconfiture groter is dan in tijden van economische vooruitgang. En juist bij faillissementssituaties is tijdige en volledige publicatie extra belangrijk.

In dit artikel een korte toelichting die enkele onjuistheden uit het genoemde FD-artikel rechtzet. Een niet-vastgestelde jaarrekening is namelijk geen voorlopige jaarrekening en dat lijkt onvoldoende te worden onderkend.

De jaarrekening van een bv of nv moet binnen vijf maanden na balansdatum worden opgemaakt. Deze termijn kan door de algemene vergadering (van aandeelhouders) op grond van bijzondere omstandigheden worden verlengd tot elf maanden. Een verder uitstel is niet mogelijk. De enige uitzondering die de wet biedt is het vragen van ontheffing bij de minister van Economische Zaken. Deze ontheffing wordt alleen verleend bij gewichtige redenen zoals faillissementssituaties.

De wet gaat er dan ook vanuit dat uiterlijk binnen vijf of elf maanden een jaarrekening wordt opgemaakt en ondertekend door bestuurders en commissarissen. Binnen die termijn moet sprake zijn van een definitieve jaarrekening; een voorlopige jaarrekening komt niet voor in het systeem van de wet. Dat de Kamer van Koophandel dit toestaat is dan ook opmerkelijk - en strijdig met de wet. Hier worden ongetwijfeld 'opmaken' en ‘vaststellen' door elkaar gehaald.

Normaliter wordt de opgemaakte jaarrekening namelijk vastgesteld door de algemene vergadering. Daarmee ontstaat 'de' jaarrekening van de vennootschap. Na vaststelling moet de jaarrekening binnen acht dagen bij het Handelsregister worden gedeponeerd.

Omdat de wet geen termijn kent waarbinnen vaststelling moet plaatsvinden, ontstaat regelmatig de vraag of vaststellen van de jaarrekening een plicht of een recht is. De wet voorziet namelijk wel in een (definitieve) opgemaakte, maar nog niet vastgestelde jaarrekening. Die niet-vastgestelde jaarrekening moet binnen twee maanden na de opmaaktermijn bij het Handelsregister worden gedeponeerd. Maar ook dan betreft het de definitieve opgemaakte jaarrekening.

Dat de algemene vergadering in principe een verplichting heeft tot vaststellen van de jaarrekening blijkt uit het feit dat bepaalde handelingen gekoppeld zijn aan de voorwaarde van een vastgestelde jaarrekening. Het recht van de algemene vergadering komt tot uiting doordat ze de opgemaakte jaarrekening kan amenderen en het bestuur kan vragen een nieuwe jaarrekening op te maken. Ook dan blijft nog steeds de wettelijke termijn gelden voor het deponeren. Deze loopt uiterlijk dertien maanden na balansdatum af (en indien alle aandeelhouders van een bv tevens bestuurder zijn, soms bijna twee maanden eerder).

Als te laat wordt gedeponeerd, of 'slechts' een voorlopige jaarrekening, dan wordt niet (c.q. niet volledig) aan de deponeringsplicht voldaan. In faillissementssituaties kan dit tot de weinig benijdenswaardige situatie van hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders leiden. En dat is (soms letterlijk) het laatste waar een bestuurder op zit te wachten.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Anton Dieleman is directeur vaktechniek accountancy bij Forvis Mazars en van 2017 tot en met 30 juni 2025 voorzitter van het College voor beroepsreglementering van de NBA.

Gerelateerd

6 reacties

paul stoele

Beste Anton, Een van mijn voornaamste handboeken, Asser-van Solinge/Nieuwe Weme "Rechtspersonenrecht" Deel II De Naamloze en besloten vennootschap zegt onder nummer 319 dat de Algemene Vergadering de dwingendrechtelijke (kern)bevoegdheid tot het vaststellen van de jaarrekening heeft (ook bij 'Structuurvennootschappen'). Dit betreft de verplicht jaarlijks te houden (gewone) algemene vergadering. Een en ander sluit aan op de wettelijke verplichting volgens artikel 2:101 lid 3 BW voor de NV. Voor BV's geldt een vergelijkbare bepaling in artikel 2:210 lid 3, zij het dat sinds 1 oktober 2012 onder voorwaarden de ondertekening van de jaarrekening door alle aandeelhouders/bestuurders als vaststelling kan gelden (artikel 2:210 lid 5).

Anton Dieleman

AT:Paul Dat in principe de jaarrekening moet worden vastgesteld is terecht (zie de tekst van mijn column). Maar de AV is hiertoe (zo leren de juridische handboeken) geen verplichting. Dat e.e.a. (lees: niet vaststellen) consequenties heeft, is evident, maar ook daaruit volgt geen vaststellingsverplichting. Lees mijn artikel hierover binnenkort in AccountancyNieuws. En de 'jaarvergadering' impliceert inderdaad een vergadering waarop de jaarrekening wordt vastgesteld. Maar de door mij genoemde HR-uitspraak oordeelde daarover anders.

Paul Stoele

Sorry Anton, Maar artikel 2:101 lid 3 BW luidt toch: "De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering." ? Dit impliceert toch dat er na afloop van een AVA een vastgestelde jaarrekening moet zijn, behoudens uiteraard dat zo'n AVA om haar moverende redenen een jaarrekening niet vaststelt? Groet, Paul

Anton Dieleman

Beste Gerard en Paul, Dank voor jullie reactie. In antwoord daarop AT:Paul, Het feit dat jaarlijks een algemene vergadering moet worden gehouden, betekent nog niet dat op die vergadering de vaststelling van de jaarrekening verplicht zou zijn. Dat is (weliswaar lang geleden; namelijk in 1955) een keer uitgesproken door de Hoge Raad. AT:Gerard, Lid 2 noemt inderdaad geen termijn. Maar lid 2 bevat dwingend recht (de jaarrekening wordt ondertekend) en in combinatie met lid 1 (termijn van opmaken) is de meest voor de hand liggende uitleg dat een (definitieve) opgemaakte jaarrekening ook een ondertekende jaarrekening is.

Gerard van IJzendoorn

Beste Anton, Terecht geef je aan dat de jaarrekening binnen vijf of elf maanden moet zijn opgemaakt (2:210 lid 1 BW). Ik hoor echter verschillende meningen van ondernemingsrecht specialisten of het ondertekenen door de bestuurders (2:210 lid 2 BW) ook binnen deze termijn zou moeten plaatsvinden. In lid 2 wordt immers niet gerept over een termijn.

Paul Stoele

Beste Anton, je schrijft: "Normaliter wordt de opgemaakte jaarrekening namelijk vastgesteld door de algemene vergadering." Zie ik het wel, dan moet bij NV's volgens artikel 2:101 lid 3 BW de Algemene Vergadering de jaarrekening vaststellen en moet volgens artikel 2:108 li2 BW (behoudens statutair kortere termijn) binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar een Algemene Vergadering worden gehouden. Ergo, binnen de laatstgenoemde termijn moet er sprake zijn van een door de AV vastgestelde jaarrekening (die dan vervolgens gedeponeerd moet worden). Voor BV's gold tot 1 oktober 2012 eenzelfde regime. Nadien is de vaststelling door de Algemene Vergadering (volgens artikel 2:210 lid 3) gehandhaafd, maar is in artikel 2:218 BW wel bepaald dát er ten minste jaarlijks een Algemene Vergadering moet worden gehouden, maar geldt daar geen termijn meer voor.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.