Dialoog universiteiten-kantoren goed voor student
De bijdrage van Tom Ooms over het verzoek van de grote accountantskantoren om het voorjaar studievrij te maken, maakt veel reacties en emoties los. Toch is de bemoeienis van de kantoren goed.
In een eerder opiniestuk schreef ik dat universiteiten het opleiden en vormen van onze toekomstige accountants niet alleen kunnen, maar dat ik me er soms wel alleen voor voel staan. Het is dan ook winst dat de kantoren zich de laatste tijd actiever mengen in de discussie over wie wat waar en wanneer gaat studeren en met welk verwacht resultaat. Die dialoog komt de studeerbaarheid en kwaliteit van de opleiding ten goede. Immers, onze studenten moeten worden geflankeerd door de universiteit waar ze studeren én het accountantskantoor waar ze werken.
De actievere opstelling van de kantoren kan initieel best ingegeven zijn door bedrijfseconomische redenen. Maar in de continue gesprekken die wij voeren met vrijwel alle big four en middelgrote kantoren, zien wij dat er ook aandacht is voor kwaliteit en studeerbaarheid. Natuurlijk gaat hen ook om de directe studiekosten - maar zij zien ook dat het vooral gaat om het ‘rendement' op hun investering in termen van verhoging van kwaliteit, inzetbaarheid in het busy season, studiemotivatie en -voortgang, etc.
Gelukkig hoor ik ook onder onze studenten dat zij blij zijn met deze beweging, omdat zij zich dan in het drukke voorjaar niet in tweeën hoeven te splitsen en ze zich in de relatief minder drukke periodes meer kunnen concentreren op de studie. Wij zagen dan ook veel inschrijvingen in de summercourses in de master en postmaster, ook vorig jaar al en ook wanneer de werkgevers dat niet 'stuurden'. Het voordeel is dat je je dan even heerlijk kunt onderdompelen. De ervaring zal moeten uitwijzen in welke vorm de stof beter beklijft.
Een ander onderwerp van gesprek is dat de werkgevers graag beter willen weten waar hun studenten staan met hun studie. Ook dat is goed nieuws, want daarmee is er meer aandacht voor de balans werk-studie-privé en de studeerbaarheid. Meer aandacht voor de tijd, ruimte en rust die onze studenten ook nodig hebben. En ook voor de goede studieresultaten en de studiefaciliteiten, niet alleen financieel maar vooral ook in de zin van tijd en kwaliteit.
In de inrichting van het 'geïntegreerde studieplan' tussen student, werkgever en Nyenrode Business Universiteit maakt ieder kantoor eigen keuzes. Drie zaken zijn daar wat ons betreft onderdeel van:
- Vanaf dit collegejaar bieden wij de master- én postmasterprogramma's aan in verschillende trajecten die een student vier keer per jaar kan starten. In overleg met de werkgever kunnen ze kiezen voor het traject waarbij ze in de voor hen drukke werkmaanden collegevrij zijn. Ook kunnen ze ervoor kiezen om het traject regulier, versneld of juist langzamer te volgen, afgestemd op hun praktijkstage, interne opleidingsprogramma, loopbaan en zomervakantie. Wat mij betreft zijn die keuzen de eigen verantwoordelijkheid van de student.
- Er worden afspraken gemaakt over informatie-uitwisseling, de aansluiting tussen het interne en externe opleidings- en ontwikkelingsprogramma, en over logistieke zaken zoals collectieve facturatie en levering van boeken en literatuur. Voordelen hiervan zijn verbetering van studieduur en tijdsbesteding door eliminatie van overlap, betere aansluiting op de instroom vanuit hogescholen en universiteiten, en meer aandacht van de werkgevers voor de studievoortgang - dat gaat niet alleen om monitoring van studieresultaten, maar geeft studenten ook de mogelijkheid om nadrukkelijk het gesprek te kunnen voeren over tijd en faciliteiten voor hun studie.
- Wij leiden onze studenten niet alleen op in vakkennis, maar bieden ook de omgeving en stimulans voor de persoonlijke vorming, gericht op zelfkennis, vaardigheden en gedrag. Juist daarom krijgen ze bij ons de ruimte om zich op verschillende manieren te ontwikkelen. Met de steun van mentoring, studiecoaches en moderne didactische onderwijsvormen (blended learning), zowel ‘on campus' als decentraal op locatie met landelijke spreiding.
Naast de eigen motivatie en inzet hebben studenten nadrukkelijk ook de kantoren en universiteiten nodig. Daarom moeten wij als universiteiten intensief in gesprek blijven met elkaar, onze studenten, de kantoren en onze beroepsgenoten en -organisatie. Alleen samen kunnen we het profiel van de toekomstige accountant definiëren en de vorming van die nieuwe generatie verankeren in de praktijk, loopbaanontwikkeling en opleiding.
Dit alles binnen een geïntegreerd opleidings- en ontwikkelingsmodel, waarbij we de studeerbaarheid en kwaliteit van de opleiding en de duurzame aantrekkelijkheid van ons vak nadrukkelijk centraal stellen.
Gerelateerd
CEA gestart met uitwerken nieuwe eindtermen accountantsopleiding
De Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) is gestart met het opstellen van de herziene eindtermen voor de opleiding. Zogenoemde 'schrijfgroepen' werken...
Minister Heinen positief over herijking beroepsprofiel
Minister Eelco Heinen (Financiën) steunt het herijkte beroepsprofiel van accountants. Volgens de minister kan het nieuwe profiel leiden tot een aantrekkelijker en...
NBA vraagt overheid om uitbreiding definitie 'accountant'
De NBA wil dat de overheid de definitie van 'accountant' in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wijzigt. Doel is om ook AA's zonder bevoegdheid voor de wettelijke...
Een leven lang leren in de tijd van de baas
Een leven lang leren: een veel gehoorde uitspraak binnen de accountancy, maar gebeurt dit wel en wie is hiervoor verantwoordelijk? En wat studeren we dan?
FD: verdeeldheid accountants over beroepsprofiel nog niet voorbij
Het FD blikt terug op de ledenvergadering van de NBA van 16 juni jl. Het door die vergadering genomen besluit over de Verordening op de beroepsprofielen zorgt nog...
