Opinie

Delta Lloyd-uitspraak raakt ook werkzaamheden PwC

Dat DNB snoeihard heeft geoordeeld over het handelen van Delta Lloyd en haar topmannen Hoek en Roozen - laatstgenoemde is opgeleid tot RA - was al langer duidelijk. Sinds een paar dagen is het oordeel van DNB getoetst door de Rechtbank Rotterdam, met wederom een snoeihard oordeel tot gevolg.

De gevallen topmannen van Delta Lloyd hebben misbruik gemaakt van vertrouwelijke informatie. Zij worden door DNB voor dit niet-integer handelen hard afgestraft, omdat de verwijten 'niet zien op handelingen van een willekeurig werknemer, maar op handelingen van toonaangevende bestuurders van Delta Lloyd en (feitelijk) beleidsbepalers van Delta Lloyd Leven'. DNB - en in het kielzog de Rechtbank - zien in dit handelen een 'onmiskenbare schending van de maatschappelijke norm die het vertrouwen in de financiële onderneming of in de financiële markten ernstig schaden'.

De bestuurders krijgen niet alleen een veeg uit de pan, maar hun handelen heeft ook financiële consequenties voor Delta Lloyd, dat het behaalde voordeel ad 21,6 miljoen euro door een bestuurlijke boete werd ontnomen en bovendien een punitieve boete kreeg opgelegd van 1,2 miljoen euro (door de Rechtbank overigens gematigd tot 90 procent van dat bedrag).

De door DNB opgestelde voordeelsberekening (ad 21,6 miljoen euro) is door Delta Lloyd betwist: het bedrag zou te hoog zijn. Delta Lloyd schakelde PwC in om een rapport te schrijven over de voordeelsberekening. Het betrof geen opdracht voortvloeiende uit de controle van de jaarrekening, die werd uitgevoerd door EY, maar een specifiek onderzoek ten aanzien van het aspect (wederrechtelijk) voordeel.

De Rechtbank Rotterdam schaart zich geheel achter de voordeelsberekening van DNB en neemt daarmee afstand van de betwisting door Delta Lloyd die werd ondersteund door PwC.

Ten eerste stelt de Rechtbank voorop 'dat ervan moet worden uitgegaan dat binnen DNB de benodigde expertise aanwezig is om een dergelijke berekening op juiste wijze uit te voeren'. Hetgeen uiteraard niet wegneemt dat een dergelijke door DNB-experts uitgevoerde berekening betwist kan worden.

Echter, aldus wederom de Rechtbank: 'dat ter betwisting van de juistheid van de daarbij gehanteerde berekeningsmethode en de toepassing daarvan niet kan worden volstaan met argumenten zonder dat daaraan een deugdelijk onderbouwd, onafhankelijk en objectief oordeel van een ter zake deskundige ten grondslag ligt'.

De Rechtbank constateert dat in casu door Delta Lloyd haar argumenten niet zijn gestaafd met een dergelijk - deugdelijk onderbouwd, onafhankelijk en objectief – deskundigenoordeel. En voorts: 'Voor zover die argumenten volgens eisers steun vinden in het rapport van 26 maart 2014 van PwC volgt de rechtbank eisers daarin niet. Nog daargelaten dat de door DNB gehanteerde berekeningsmethode en de toepassing daarvan in dit rapport niet worden besproken, is de door PwC gehanteerde berekeningsmethode in dit rapport van een dusdanig beperkte toelichting voorzien dat daarin geen onderbouwing kan worden gevonden voor de argumenten van eisers.'

Vervolgens legt de Rechtbank uit wat er onjuist is aan de door Delta Lloyd ingebrachte argumentatie en (her)berekening. De Rechtbank laat en passant zien dat de door PwC gehanteerde - en door de Rechtbank gewraakte - berekeningsmethode 'in opdracht' van Delta Lloyd moest worden gehanteerd: 'Uit de in het verweerschrift opgenomen berekening blijkt dat het verschil tussen de uitkomst van de berekening van PwC en de berekening van DNB grotendeels wordt verklaard doordat PwC in opdracht van Delta Lloyd heeft gerekend met de rentestanden aan het begin van de beursdag 3 juli 2012, terwijl DNB haar berekening baseert op de rentestanden aan het einde van deze beursdag. Voor het oordeel dat DNB ten onrechte deze slotstanden heeft gebruikt ziet de rechtbank geen grond.'

De lessen zijn duidelijk:

  1. Betwisting van een berekening van een toezichthouder kan middels een deugdelijk onderbouwd, onafhankelijk en objectief oordeel van een ter zake deskundige.
  2. Bij de betwisting dient de berekening van de toezichthouder te worden betrokken en te worden besproken.
  3. Een alternatieve berekening dient deugdelijk te worden onderbouwd.
  4. De juistheid van uitgangspunten die een opdrachtgever in de berekeningswijze opgenomen wenst te zien, dient te worden getoetst.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

12 reacties

Marcel Pheijffer

@Frans

Ik ben niet tegen dat wantrouwen. En in een aantal gevallen die je noemt is die ook terecht.

Maar juist vanwege dat mogelijke wantrouwen tegen toezichthouders zijn er mogelijkheden om naar de rechter te gaan.

Zoals Delta Lloyd in casu ook - zonder ultiem succes - heeft gedaan.

Na deels in het ongelijk te zijn gesteld is het Delta Lloyd zelf dat afziet van een verdere rechtsgang.

In een dergelijke situatie - en die heb ik beschreven - krijgt het handelen van de toezichthouder (deels met instemming dus van de rechtbank) wel degelijk betekenis en mag het wantrouwen wat mij betreft - althans in onderhavige casus - omslaan naar meer vertrouwen dan ik lees in sommige reacties.

Frans Kersten

Beste Marcel,

Even reagerend op je reactie @Vanus inzake vertrouwen/wantrouwn in de overheid.
In beginsel heb je gelijk. Het is echter diezelfde overheid die in hoog tempo de rechtstaat als peiler van de democratie onderuit heeft gehaald en daarmee terecht gewantrouwd moet worden.

Om enkele voorbeelden te noemen: toezichthouders zijn niet enkel 'controleurs' maar tevens beleidsmakers die ook nog eens boetes kunnen optreden en daarmee als rechter optreden. Dat geldt niet alleen voor de DNB, maar ook voor ACM, NZA, etc.. Bij een juiste inrichting zouden zij moeten signaleren: bij aanpassing in beleid zou een Ministerie aan de slag moeten, bij overtredingen een rechter aan het werk moeten gaan.
Recent is in een thesis al aangetoond dat ACM en DBN wellicht wat zorgvuldiger met boetes zouden moeten omgaan.

Daarnaast is het zo dat de gemiddelde agent je wat we eufemistisch 'maatregel' hebben genoemd kan opleggen. Traject via bestuursrecht dat daar duidelijk niet voor bedoeld is. Eerst boete betalen en straf uitzitten en dan pas zien of je gelijk krijgt via de rechter. Als je dan ziet hoeveel agenten jaarlijks vanwege integriteitsproblemen ontslagen worden ...

Zie tot slot het onderzoek van de PG van de HR inzake het verkorte traject waarin het OM verkeersovertredingen kan afdoen. Ook dat is eigenlijk te triest voor woorden.

Dan is mijn wantrouwen inmiddels wel gevoed ...

Marcel Pheijffer

@Guido

1. Jammer dat dit stuk - mooie discussie - alweer zo snel is vervangen door een ander stuk van mijn hand. Maar daarmee kan de discussie evengoed voortgaan.

2. Grappig dat ik een geheel feitelijk blog met citaten uit een rechterlijke uitspraak en waarin ik het handelen van de accountant niet eens (dis)kwalificeer zo moet verdedigen.

3. In de blog zelf geef ik evenmin een opinie over de rechterlijke uitspraak zelve.

4. Ik schreef de blog omdat de pers veel aandacht had voor de Delta Lloyd-casus, maar een voor de accountancy (maar ook voor andere, belanghebbende, partijen) belangrijk onderdeel onbesproken liet.

5. Dan naar de inhoud van je betoog. Dat de rechtbank stelt 'dat ervan moet worden uitgegaan dat binnen DNB de benodigde expertise' aanwezig is, spreekt wat mij betreft ook voor zich. Het is net zo'n stelregel als dat je van een advocaat mag verwachten dat hij niet liegt of van een accountant dat deze zorgvuldig werkt.

6. Stelregels, die voor waar mogen worden aangenomen totdat het tegendeel is bewezen.

7. Er is - juist in een rechtsprocedure - alle ruimte om dat tegendeel te bewijzen of in de woorden van de rechtbank: het oordeel van DNB te betwisten.

8. Anders dan jij lijkt te stellen vind ik het dan ook niet verwonderlijk - in jouw woorden 'verbijsterend' - dat de rechtbank dat heeft benoemd als uitgangspunt. Want het is een uitgangspunt, niet meer en niet minder. Ik lees in de uitspraak helemaal niet dat de expertise van DNB - jouw woorden - 'zo op de voorgrond wordt geplaatst'. Zoals ik ook d mening van de heer Luckers niet deelde dat de uitspraak zo gelezen moet worden dat 'een rechter aan DNB een hogere positie en grotere deskundigheid toekent dan aan Delta Lloyd en haar advocaten en aan PWC'. Dat heeft de rechtbank immers in het geheel niet gesteld.

9. Dan je opmerking over EHRM en de bewijslast. Ook hier zie ik geen probleem. Artikel 6 EHRM handelt over een eerlijk proces waarin de verdediging rechten moet kunnen uitoefenen.

10. `Uit de uitspraak blijkt dat Delta Lloyd cs alle ruimte heeft gehad om de beslissing van DNB aan te vechten. Daar gaat nu juist het hele proces over. Aanvechten van de inhoudelijke beoordeling van DNB, aanvechten van het besluit tot het opleggen van een boete en ten derde het aanvechten van de hoogte van de boete.

11. Maar als je iets aanvecht behoef je nog geen gelijk te hebben, laat staan gelijk te krijgen.

12. Dat DNB als 'aangevallen' partij, als toezichthouder, alsmede in de combinatie van toezichthouder en boete-oplegger nu er van betwisting van een ingenomen standpunt sprake is, moet overgaan tot het hard maken van haar standpunten - zoals jij in je reactie stelt - is ook wat mij betreft logisch, redelijk en helder

13. Bovendien is dat ook gebeurd. zie het einde van randnummer 10 van de uitspraak, waaruit bovendien blijkt dat de rechtbank het door DNB ingenomen standpunt ook daadwerkelijk heeft getoetst.

14. Immers, de rechtbank stelt: 'Dat de voordeelberekening van DNB mede toekomstgericht is, zodat volledige zekerheid over het behaalde voordeel niet kan worden verkregen en bij de berekening keuzes zijn gemaakt waarvoor alternatieven bestaan, neemt niet weg dat de door DNB in dit verband gemaakte keuzes, zoals nader toegelicht in het verweerschrift, naar het oordeel van de rechtbank niet onredelijk zijn.Overigens heeft DNB in reactie op het betoog van eisers onweersproken naar voren gebracht dat zij bij de berekening DNB in reactie op het betoog van eisers onweersproken naar voor gebracht dat zij bij de berekening van het behaalde voordeel verschillende keuzes heeft gemaakt die gunstig uitpakken voor DL leven.'

15. Tot zover de rechtbank. Waaruit blijkt dat de rechter de keuzes van DNB heeft getoetst (en kennelijk ook heeft gekeken naar -aangedragen - alternatieven) en deze niet onredelijk acht. En de constatering dat die keuzes op onderdelen ook in het voordeel van DL uitpakken, lijkt mij een niet onbelangrijke constatering in het kader van de door DNB betrachte objectiviteit.

16. Maar nog crucialer zijn andere passages - eerder - in randnummer 10.3 van de uitspraak. Namelijk, daar waar het gaat om het echte inhoudelijke geschil in het kader van de boeteberekening: moet de rente stand aan het begin van de beursdag (stelling DL die PwC de opdracht heeft gegeven vanuit dit uitgangspunt te (be)rekenen) of moet de rentestand aan het einde van de beursdag worden genomen.

17. Ook dit punt is door de rechtbank expliciet getoetst en beslecht in het voordeel van DNB. Waarbij de rechtbank dat oordeel heeft onderbouwd op basis van jurisprudentie van de Hoge Raad.

18. Mijns inziens handelt d rechtbank per saldo niet lichtvaardig en maakt deze de argumentatie die aan de uitspraak ten grondslag ligt inzichtelijk.

19. Dan ga jij in op de 'onterechte eisen' die aan het verweer worden gesteld en spreek je over het 'opwerpen van drempels' en maak je bezwaar tegen het feit dat vooraf 'niet bekend' waren.

20. Mijns inziens maak je het ook hier allemaal groter en zwaarder dan het is. Want de eisen die de rechtbank stelt betreffen in het geheel - althans naar mijn mening - geen hoge drempels, ik beoordeel ze ook niet als onterecht en ik geloof dat ze zo algemeen zijn -zeker voor accountantswerk - dat ze vooraf zelfs kenbaar waren.

21. Immers:
- het is vanuit zorgvuldigheid bezien volstrekt normaal dat als je een berekening (in casu van DNB) betwist, je deze in je rapportage betrekt;
- de zorgvuldigheidsnorm volgt ui voor accountants, zoals ook de normen van objectief en onafhankelijkheid;
- zoals ook de eis dat je een ingenomen standpunt deugdelijk zal moeten onderbouwen voortvloeit uit de gedrag- en beroepsregels voor accountants.

22. Kortom: de eisen van DNB vloeien feitelijk voort uit regelgeving en zijn door mij in de blog in 4 punten samengevat. Geen pocket science, geen noviteiten, maar staande praktijk.

23. Heb ik nu genoeg eigen mening over de uitspraak gegeven? Heb ik mijn mening voldoende onderbouwd? Heb ik afdoende duidelijk gemaakt waarom ik de overwegingen van de rechtbank niet onredelijk acht?

Tot slot Guido: bedankt voor het fraaie boek dat ik per post van je mocht ontvangen. Het handelt over de belastingadviseur onder vuur. Prima!

Guido de Bont

Beste Marcel,

Dat overheidsorganen betrouwbaar en integer moeten zijn en daarbij verwacht mag worden dat zij beschikken over expertise in hun werkterrein, spreekt mijn inziens voor zich. Desalniettemin blijft het voor mij verbijsterend dat de rechtbank de expertise van DNB in een uitspraak over een boete zo op de voorgrond plaatst. DNB is immers zowel toezichthouder als boete-oplegger. Een dergelijk systeem is slechts toelaatbaar volgens het EHRM als de boeteling toegang heeft tot een rechter die de rechten uit artikel 6 EVRM waarborgt. Dat betekent ondermeer dat de bewijslast ligt bij DNB. Door de opmerking over de expertise van DNB lijkt het alsof de rechter stelt dat hetgeen door DNB wordt aangevoerd juist is, tenzij het tegendeel bewezen is door de boeteling. De toets zou echter moeten zijn dat DNB bij een betwisting haar standpunten hard maakt.
Het ongemakkelijke gevoel bij de uitspraak wordt verstrekt als ik lees dat een verweer slechts wordt geaccepteerd als het aan allerlei maatstaven voldoet, zoals het vereiste dat er een deskundige een oordeel geeft. De rechter dient, gezien de dubbelrol van DNB, sowieso kritisch te zijn ten opzichte van het boetebesluit, en niet allerlei drempels opwerpen als er een verweer wordt gevoerd dat hout snijdt, of het nu afkomstig is van een deskundige of niet.
Verder vroeg ik me af of PWC Accountants wel echt een verwijt kan worden gemaakt. De rechtbank stelt - mijns inziens - onterechte eisen aan de wijze waarop een verweer wordt gevoerd. Belangrijker is echter dat deze eisen niet bekend waren voor de bekendmaking van de uitspraak. Verder lijkt het standpunt dat PWC heeft ingenomen objectief verdedigbaar. Dat PWC zich zou hebben gecommitteerd aan de (verondersteld) foute gedragingen van haar cliënte, is dus in het geheel niet aan de orde.
Je schreef eerder dat je slechts had samengevat wat de rechtbank overwoog. Je publicaties staan echter juist bekend om je eigen mening over belangwekkende thema's. Vind je de overwegingen van de rechtbank werkelijk telkens redelijk?

Marcel Pheijffer

@Vanus

Ik proef duidelijk je scepsis, die je bovendien met argumenten staaft.

Desondanks: waar zijn we indien we instituties (als toezichthouders, politie, belastingdienst, rechters en wat al niet meer) reeds op voorhand niet meer vertrouwen?

Dan kan een maatschappij, een democratie, de samenleving, toch niet meer functioneren?

Het gaat erom dat het aanvankelijke vertrouwen dat er mijns inziens moet zijn betwist kan worden binnen een goed functionerend rechtssysteem

Ik zou niet kunnen en willen samenleven in een omgeving waarin ik er op voorhand van uit moet gaan dat iedereen om mij heen met wantrouwen tegemoet moet worden getreden.

Dus ja: ik blijf het redelijk vinden in eerste instantie uit te gaan van de expertise van de toezichthouder. Of van de accountant.

En wel totdat het tegendeel bewezen is. Dat laatste is niet gelukt in de DL-kwestie.

vanus

Marcel,
Commentaar op punt 2 :
De rechtbank gaat uit van deskundigheid aan de kant van de toezichthouder. Dat lijkt me geen onredelijk standpunt.
Misschien niet onredelijk, maar wel in hoge mate naïef.
Zie in deze de faillissementen van een aantal banken, zware insolventie en het dossier van FCIB. Daar begreep de rechter ook niet waar het om ging.
De rol van DNB, AFM en de Nederlandse politieke leiders was destijds ook niet sterk te noemen.
De belastingbetaler is voorlopig nog wel bezig met storten in de staatskas.
Verder vind je het allemaal niet onredelijk.
Dan maar naar de rol en verantwoordelijkheid van de accountants. Hoe kan het zo zijn dat 2 van de big 4 de zaken niet op orde hebben, of waarvan de geleverde werkzaamheden ter discussie worden gesteld?
Wie begrijpt het hier niet, Delta Lloyd, EY, PWC, DNB of de rechter?
Het zal wel weer voor velerlei uitleg vatbaar zijn, waardoor de schrijvers en de polishouders van DL een stijging van de premie tegemoet kunnen zien.
Ik denk niet dat de bestuurders echt wakker liggen van dit dossier.
En wat is in hemelsnaam de waarde van een veeg uit de pan, daar waar iedereen dit dossier morgen is vergeten, de facturen van de accounts zijn betaald en DL gewoon verder gaat BAU?
Anton, wat is de toegevoegde waarde van de enorme richtlijnen binnen de accountancy, ongeacht of er hier mogelijk verwezen kan worden naar welke COS.
Regels werken niet voor accountants.

anton ewoldt

Ondanks de voortgang met het implementeren van de maatregelen ui het toekomst rapport en alle door de big 4 getroffen verbeter maatregelen valt me dit bijzonder onderzoek van PWC tegen.
Valt dat onderzoek onder COS 4400 0f 5500?
Hoe kijkt commissie ethiek hier tegen aan dat PWC verweten wordt niet integer gehandeld te hebben.

Marcel Pheijffer

@Charles

Dank voor uw reactie en toelichting.

Wat betreft Uw vraag het volgende.

1. Ik lees de uitspraak van de Rechtbank iets anders en niet zodanig dat de deskundigheid van DNB per definitie als deskundiger dan ander worden geacht.

2. De rechtbank gaat uit van deskundigheid aan de kant van de toezichthouder. Dat lijkt me geen onredelijk standpunt.

3. Maar de mening van die toezichthouder is betwistbaar, daar biedt het rechtsstelsel ook ruimte toe. Ook dat is redelijk.

4. Indien de mening van de toezichthouder wordt betwist gelden vormvereisten. Ook dat is niet onredelijk.

5. Bijvoorbeeld dat de betwisting door een onafhankelijk en objectief en bi endien terzake deskundig persoon wordt opgemaakt. Ook dat is niet onredelijk.

6. Bovendien dient er sprake te zijn van deugdelijke onderbouwing van het alternatieve standpunt. Hetgeen mijns inziens eveneens niet onredelijk is.

7. Bij het onderbouwen van het alternatieve standpunt dient het betwiste standpunt van de toezichthouder kennelijk te worden betrokken. Ook dat zie ik niet als onredelijk.

8. Daarnaast zegt de rechtbank iets over de door PwC in opdracht van Delta Lloyd gehanteerde uitgangspunten. Uitgangspunten die cruciaal waren voor de uitkomst van de berekening. Nu een partij als Delta Lloyd er belang bij kan hebben dat bepaalde uitgangspunten worden gehanteerd komt het mij ook niet onredelijk voor dat als je de voor een partij aanlokkelijke uitgangspunten hanteert je de argumenten verstrekt waarop je die keuze baseer en waarbij die keuze voorts probeert te objectiveren.

9. Per saldo moet uit de uitspraak dan ook niet de conclusie worden getrokken dat de toezichthouder altijd gelijk heeft en dat haar expertise groter of beter is dan die van bijvoorbeeld Delta Lloyd en/of PwC.

10. Waar het in de casus omgaat is dat Delta Lloyd en/of PwC niet afdoende aan de vormvereisten hebben voldaan om het standpunt van DNB met succes te kunnen betwisten.

11. Overigens constateer ik dat Delta Lloyd het er nu bij laat en niet in beroep gaat. Ik besef dat dat niet per definitie een erkenning is van de juistheid van het standpunt van DNB en dat van de rechtbank, maar toch.








charles lückers

Geachte heer Pheijffer,

Uw reactie op mijn opmerkingen is juist: ik dacht alleen te reageren op het stuk van de heer Kuipers, die voor mij reageerde.
Ik begrijp het systeem nu, als dat mijn reactie aan uw stuk wordt gekoppeld. Daar gaf ik dus geen kritiek op. Wel toch ook aan u de vraag hoe u aankijkt tegen het feit dat een rechter aan DNB een hogere positie en grotere deskundigheid toekent dan aan DeltaLLoyd en haar advocaten en aan PWC?!

Marcel Pheijffer

@Charles

1. Het gaat mij niet om de vraag of de rechter (en DNB) wel of niet gelijk heeft (hebben) in de zaak Delta Lloyd.

2. Ik diskwalificeer PwC niet, geef slechts het oordeel van de rechter weer en wel zoveel mogelijk in de bewoordingen van die rechter.

3. Mij gaat het om de samenvatting in vier punten aan het einde van het verhaal. Daarin zit de 'les' van de blog als het om de accountancy gaat.

4. Los van de andere inhoudelijke aspecten van de uitspraak, slaat de rechter 4 piketpaaltjes die we bij het schrijven van rapporten in het werkveld waarover u spreekt van belang zijn en die we in het oog moeten houden.

5. Dat laatste wilde ik overbrengen - met name omdat de populaire media geen oog heeft voor dergelijke aspecten, terwijl deze wel een (belangrijk) onderdeel van de uitspraak vormen. Niet meer, maar ook niet minder.

mr charles lückers

Charles Lückers
Heerlen, 5 augustus 2015

Wat ik als buitenbeentje (advocaat actief in de wereld van insolventies, financieringen, jaarrekeningen en financieel-zakelijke dienstverleners) mijn gehoor van waarschijnlijk voornamelijk accountants bij deze wil voorhouden is, dat er wel erg veel gewicht wordt toegekend aan de mening van een rechter, nota bene een rechter die nog nooit eerder een zaak als deze behandeld heeft. Het is blijkbaar bovendien een rechter die erg onder de indruk is van de status van DNB. Ik vind het dan ook vreemd en teleurstellend dat Delta Lloyd zich daar zo makkelijk bij neerlegt en men in de financiële wereld zoveel gezag aan de mening van een rechter (in eerste aanleg) toekent.

Ik zie het ook absoluut niet als een diskwalificatie van PWC: waarom zouden cijfers niet vanuit de optiek van een partij onderbouwd mogen worden? Waaruit blijkt immers dat de uitgangspunten van DNB juist zijn?? Als advocaat hoop ik met name dat er altijd zo gerenommeerde partijen uit de accountancy hierin hun nek durven blijven uitsteken.

Hans Kuipers

Wat me wel verraste is dat PWC zich willen en wetens door het aanvaarden van deze opdracht onderdeel heeft gemaakt van deze complexe zaak.
Het heeft zich in laten huren door Delta Llyod wat betekend dat de betaler bepaald.
Hierdoor is de risico aanwezig dat de berekening die door de PWC is opgemaakt partijdige trekjes kan vertonen en hierdoor een goede onderbouwing ontbreekt. Dat is ook gebleken uit het oordeel zie "De Rechtbank constateert dat in casu door Delta Lloyd haar argumenten niet zijn gestaafd met een dergelijk - deugdelijk onderbouwd, onafhankelijk en objectief – deskundigenoordeel".

De accountantskantoren moeten beseffen dat het accepteren en uitvoeren van een zodanige opdracht reputatieschade met zich meebrengt als de uitspraak negatief uitvalt, en dat wil je toch vermijden.

Ik ben zeer benieuwd hoe Marcel dit probleem ervaart.
Dient een BIG 4 kantoor die een grote controle tak heeft , een zodanige opdracht te aanvaarden en hierdoor ook de schijn wekt dat het de kant kiest van de opdrachtgever of dient de BIG4 zich bewust te zijn dat een zodanige opdracht voor negatieve invloed heeft op de business en de opdracht dus niet te aanvaarden.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.