Opinie

Uitspraak CBb slaat gat in kapitaalbescherming

Een opvallende uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven biedt ruimte om binnen een groep van een reserve herwaardering deelneming af te komen. Dat betekent verzwakking van kapitaalbescherming.

Op 1 december vorig jaar deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) uitspraak (nummer 14/219) in een beroepszaak tegen een eerdere uitspraak van de Accountantskamer (7 maart 2014, nummer 12/2451). Het belangrijkste deel van de gegrond verklaarde klacht bleef overeind en daarmee ook de opgelegde berisping. Maar ik wil het graag hebben over een alsnog ongegrond verklaard deel van de klacht.

Het ging om een transactie in aandelen van een werkmaatschappij. In deze werkmaatschappij bevond zich onroerend goed, dat na bestemmingswijziging geherwaardeerd was. De werkmaatschappij nam hiervoor een reserve herwaardering op. Hetzelfde gebeurde kennelijk (de tekst is niet helemaal helder) in de tussenholding, die eigenaar was van de werkmaatschappij.

Enkele jaren later werd de werkmaatschappij overgedragen aan een andere tussenholding, ‘verhangen’ zoals ons jargon zegt, zonder geldstroom. De overdragende tussenholding zag af van de vordering en de ontvangende tussenholding zag daardoor haar schuld verdwijnen. In plaats daarvan nam zij een agio op in haar balans en bestempelde dit als vrij uitkeerbaar. ‘Fout’, zei de Accountantskamer; de reserve herwaardering had ook moeten worden opgenomen in de jaarrekening van de ontvangende tussenholding.

Het beroep van de veroordeelde RA slaagde op dit punt: er is geen sprake van overtreding van wettelijke bepalingen. En ook zegt het CBb: deze mogelijk onwenselijke uitkomst van de toepassing van de wettelijke bepalingen kan hem niet tuchtrechtelijk worden aangerekend.

Het moet gezegd: de uitspraak past wel binnen het Nederlandse rechtspersonenrecht, waarbij sterker naar afzonderlijke lichamen wordt gekeken. Meer dan met name in het Angelsaksische recht, waar veel meer vanuit het perspectief van de aandeelhouder wordt geredeneerd.

Daarmee doet het CBb een eenvoudig middel aan de hand om binnen een groep van een reserve herwaardering deelneming af te komen. Mogelijk dat de Ondernemingskamer er anders over zou oordelen, maar de uitspraak van het CBb laat geen twijfel blijken. Dus laten we ons daar ook geen illusies over maken. Als de NBA dit gat in de kapitaalbescherming ongewenst vindt, zou zij Justitie kunnen vragen dit te repareren.

Overigens is dat gat geen vrijgeleide om een vennootschap uit te kleden. Bij verschillende vormen van uitkering is sinds de invoering van de flex-BV een uitkeringstoets nodig. En artikel 9 van 2BW verbiedt bestuurders handelingen te doen die schadelijk zijn voor de rechtspersoon. Maar van verzwakking van kapitaalbescherming is zeker sprake.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Achten is BDO- en NBA-pensionaris.

Gerelateerd

2 reacties

Gert-Jan Jordaan

Kapitaalbescherming is inderdaad met de introductie van de uitkeringstest in combinatie met het kunnen uitkeren "onder nul" een achterhaald en overbodig concept geworden. De vermogenssprongen, die bijvoorbeeld ontstaan bij herwaardering, mochten niet worden uitgekeerd, waardoor het vrij uitkeerbare vermogen voor en na herwaardering gelijk bleef. Maar het vermogen is nu niet meer relevant voor de omvang van het uit te keren dividend. De uitkeringstest moet aantonen of de uitkering kan. De balanstest (wat een verslaggevingstest is en wel de dividendomvang kan beklemmen) past niet bij deze test. Het zou passen als alleen de vrije reserves mogen worden uitgekeerd, maar, zoals gesteld, is dat niet meer aan de orde. Dus, weg met de kapitaalbeschermingsregels en weg met de balanstest.

Rene van Wingerden

Met een flex-BV kan het tegenwoordig nog veel makkelijker: zet de herwaarderingsreserve om in aandelenkapitaal, en betaal kapitaal terug. Vroeger werkte dit niet omdat kapitaal niet vrij uitkeerbaar was, maar met de nog steeds bestaande bepaling dat de herwaarderingsreserve mag worden omgezet in (nu vrij uitkeerbaar) kapitaal, zit hier ook een 'lek'. Daar heb je dus geen zustermaatschappij voor nodig.

Maar het kan zelfs nog simpeler: door niet tegen actuele waarde te waarderen maar tegen kostprijs heb je geen blokkerende herwaarderingsreserve. En aangezien je als er geen wettelijke reserves zijn (balanstest) ook tot 'onder nul' kan uitkeren (mits voldaan aan de uitkeringstoets) kan je veel meer uitkeren dan vroeger.
Het gekke is dus dat met historische kostprijs het leegtrekken van een BV nog makkelijker is dan met toepassing van actuele waarde.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.