Opinie

Fraudediscussie accountants is ongenuanceerd

De discussie over de rol van accountants bij fraude schittert door ongenuanceerdheid. Verklaarbaar, want hij wordt vooral gevoerd door RA's die geen ervaring hebben met het ontwerpen en uitvoeren van controleprogramma's van complexe ondernemingen. En dat is een vak apart. Forensische accountants: bemoei je er niet mee!

De discussie gaat mank, omdat het begrip fraude ongenuanceerd als containerbegrip wordt gehanteerd. Waarschijnlijk de meest voorkomende vorm van fraude is die waarbij de leiding bewust een te mooi (of soms een te negatief) beeld van resultaat en vermogen presenteert. Accountants worden zonder meer geacht dit te ontdekken. Zeker ook als het opgeroepen beeld ten onrechte een positieve verwachting wekt ten aanzien van de continuïteit van de onderneming.

Veel voorkomend is de divisiefraude: door de leiding van divisies wordt een te mooi beeld gegeven van hun resultaten. Ook voor deze fraude bestaat geen excuus voor accountants bij niet ontdekken. Zij moeten beoordelen of de controle van de holding effectief is opgezet en werkt; bij een onvoldoende moeten zij zelf tot controle overgaan.

Als derde categorie: fraude door individuele medewerkers. Het toe-eigenen van geld en goederen van de onderneming. Deze meestal kleinere fraudes zijn moeilijk door accountantscontrole tegen redelijke kosten te ontdekken. Verhoging van de huidige controle-inspanning zou onredelijk zijn voor 98 procent van de cliënten waar geen fraude plaatsvindt. Het missen van een of enkele signalen is de accountant echter aan te rekenen. Bij corruptiezaken zijn die signalen niet zelden aanwezig.

Een vierde categorie is in opkomst door toenemende regeldruk: het door medewerkers van de organisatie bewust niet naleven van wet- en regelgeving. Dit al of niet met medeweten van - of zelfs aansturing door - de hoogste leiding. Voorbeelden: de dieselfraudes door autofabrikanten, paardenvlees mixen met rundvlees. Met betrekking tot deze fraudes mag je geen verwachtingen hebben van accountantscontrole. Deze categorie wordt echter maatschappelijk gezien steeds belangrijker. Accountants zouden zich wellicht op deze fraudecategorie moeten bezinnen. Hier spelen soms ook andere toezichthouders een rol, zoals de Voedsel- en Warenautoriteit of de Autoriteit Consument en Markt.

Als accountants zich meer op deze categorie gaan richten komt het begrip 'rechtmatigheid van uitgaven en ontvangsten' aan de orde: een begrip dat tot nu toe slechts een (belangrijke) rol speelt bij de controle van verantwoordingen van overheden. En dan is er nog een omvangrijke 'restcategorie' van fraude, zoals voorwetenschap, overleg tussen aannemers bij inschrijvingen, de Liborfraude, etc., waar accountants geen rol spelen.

Controlerende accountants zullen zelden credits krijgen voor de fraudes die zij constateren: deze worden meestal zonder externe berichtgeving afgehandeld. Als een fraude langs andere weg ontdekt wordt is de accountant een usual suspect. Fraude zal altijd een 'spannende' zaak blijven, voor zowel de controlerende als de forensische accountant.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jaap ten Wolde is adviseur integriteit en toezicht. In het verleden was hij controlerend accountant bij KPMG, een aantal jaren verantwoordelijk voor vaktechniek en forensisch accountant.

Gerelateerd

10 reacties

Johan Peters

De analyse van Albert is m.i. correct. Het niveau van data analyse en de inzet daarvan verschilt, soms ook gewoon omdat klanten verschillen. Het komt dus absoluut voor, het is geen standaard, en dat is ook logisch.

Wim: de Limpergiaanse leer van het verwachtingen wekken is me bekend en staat wat mij betreft nog als een huis. Wellicht is het zaak zowel op sommige terreinen inspanningen uit te breiden als op andere terreinen verwachtingen terug te schroeven. Het artikel van Jaap is daar een aanzet toe.

Accountants werken in een keten, maar weet de keten dat ook? Wij krijgen nooit signalen van overheidsinstanties ("kijk eens bij jouw klant naar....."), die mogelijkheid is geblokkeerd: waarom? Treurig is dat van de meldingen bij de overheid door accountants maar ongeveer een kwart wordt opgevolgd en de rest door prioriteitstelling en/of capaciteitsproblemen in de lade verdwijnt. Dat lijkt me kwalijk.

Kris: dat is ook een benadering. Maar gewoon goed je werk doen vergt altijd zoiets als overeenstemming over wat dat werk dan zou moeten zijn en welke toleranties acceptabel zijn. We zijn met zijn allen nog druk bezig om dat te (her)overwegen. Wat mij betreft te laat, maar beter laat dan nooit.

Albert Bosch

Beste Anton,

Een goede vraag die je aan het einde van je reactie stelt aan Wolde, Schimmel, en Pheiffer. Echter, bij mijn weten zijn geen die drie heren werkzaam in de controlepraktijk en staan ze in meer of mindere mate met hun voeten in aanpalende klei.

Ik kan je vraag overigens ook niet volledig beantwoorden. Ik kan wel zeggen dat ik in de controlepraktijk (ik kom bij diverse accountantsorganisaties en zie veel controle dossiers) soms toepassingen zie van data-analyse specifiek gericht op fraude(signalen). Denk bijvoorbeeld analyses van betalingen met behulp van Benford’s law of koppelingen van bankrekeningnummers uit betalingen met bekende bankrekeningnummers in andere bestanden (crediteuren stambestand, personeelsbestanden). Maar ook analyses van memoboekingen en van andere patronen/gedragingen die blijken uit financiële applicaties en/of operationele applicaties. Of geld-goederenbewegingen die ‘gemaakt’ worden m.b.v. data-analyse. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Anderen kunnen die ongetwijfeld aanvullen.

Het doel van data-analyse is overigens niet altijd het zoeken naar fraude; data-analyse dient meerdere doelstellingen in een controle (zoals een controle ook niet primair is gericht op het vinden van fraude).

Data-analyse wordt toegepast en kan nog (veel) meer worden toegepast. Data-analyse in de controlepraktijk is in ontwikkeling en de mate waarin accountantsorganisaties daarin zijn gevorderd, varieert.

anton ewoldt ra

Als reactie op de stelling dat er over wat ongenuanceerd wordt gedacht, viel mij in het MAB van mei/juni dit jaar toch 2 artikelen op die bij discussie zinvol zijn. Het zijn:
het artikel "fraudedetectie door tekstanalyse van jaarverslagen" door van Frissette, Veldkamp en Theode Vries (pag.147) en
het artikel van Tom Groot (VU) "De belofte van Big Data. (pag.143)
Vraag aan Ten Wolde, Schimmel, en Pheiffer: wordt de methode van fraude signaleren al frequent toegepast in controle praktijk?

Kris Douma

Beste Jaap, beetje betweterig artikel, maar geen woord over wettelijke taak inzake witwassen, ongebruikelijke transacties, dus helaas toch onvolledig en ... komt er postverkeer einde aan het zoeken van excuses voor de nalatigheid van de sector in de uitvoering van haar (soms wettelijke taak)? Misschien toch de wettelijke bescherming van het beroep maar eens heroverwegen?! Of ophouden met excuses en gewoon beter werk leveren!

Wim Nusselder

Beste Johan,
Je schrijft over problemen die verband houden met het niet op orde zijn van het opsporings- en handhavingsapparaat van de maatschappij.
Onder die problemen reken je kennelijk ook fraude.
Je vraagt je af of AL die problemen terecht op het bordje van (privaat georganiseerde controlerend) accountants worden gelegd (en of je dat als accountants moet accepteren).

Daarmee creëer je een valse tegenstelling tussen ‘wij, accountants’ en ‘zij, de maatschappij en diens opsporings- en handhavingsapparaat’.
Accountants zijn een cruciaal ONDERDEEL van dat opsporings- en handhavingsapparaat.
Bovendien hebben ze (als grotendeels privaat georganiseerde beroepsgroep) ZELF de roeping gevoeld en aan de maatschappij aangeboden bepaalde problemen te verhelpen.
Bovendien hebben ze de verwachting gewekt dat te kunnen.
Het probleem dat accountants hebben aangeboden te verhelpen is het beperkte en kwetsbare vertrouwen in het economische verkeer.
De kern van de oplossing die accountants (sinds ongeveer Limperg) bieden is controle van de betrouwbaarheid van verantwoordingsinformatie.

De principiële vraag die accountants ZICHZELF moeten stellen is of ze die verwachting die ze gewekt hebben nog kunnen waarmaken in de inmiddels complexere samenleving.
De praktische vraag die daarop volgt is of controle van betrouwbaarheid van verantwoordingsinformatie nog voldoet als oplossing.
Niet dus, denk ik.
Accountants zullen meer op menselijke relaties moeten focussen, als gedragswetenschappers, om vertrouwen in het economisch verkeer te kunnen bevorderen.

Johan Peters

Ik ben blij met de reactie van Jaap. Blij omdat hij rust, nuance en gezond verstand bevat. Met enige afstand naar de materie kijken. En natuurlijk roept ook deze opinie vragen op: Marcel, Arnout: goede vragen.

Heel principieel is zo onderhand ook de vraag of een maatschappij die zijn eigen opsporings- en handhavingsapparaat niet op orde heeft, alle daarmee verband houdende problemen op het bordje van een private beroepsgroep mag leggen. En of die beroepsgroep dat bordje dan maar braaf moet leeg eten.

Toen ik slachthuizen controleerde, waren daar altijd ploegen van de Inspectie aanwezig om toezicht te houden op het slachten. Zonder toezicht mocht er niet geslacht worden. En de rekening hiervoor ("keurlonen") kwam op het bordje van het slachthuis. Leg mij nu eens uit waarom dan de accountant het vermengen van paardenvlees met rundvlees zou moeten ontdekken?

En hoeveel instanties hebben eigenlijk de dieselmotoren van Volkswagen niet getest en in orde bevonden?

Ik ben er nog niet uit. Wordt vervolgd.

Arnout van Kempen

Of je van de accountant kan verwachten dat deze iets ziet lijkt me met alle respect secundair. De eerste vraag zou volgens mij moeten zijn wat je van de accountant MAG verwachten. Als de accountant een opdracht tot controle op basis van artikel 393 BW 2 aanvaardt, en in overeenstemming daarmee verklaart dat een jaarrekening met hoge, maar niet absolute, mate van zekerheid vrij is van materieel fouten als gevolg van fraude (o.a.) dan mag je in alle redelijkheid verwachten dat dat klopt. En dan gaat het dus wel om de categorieën die volgens Ten Wolde prima door de accountant ontdekt kunnen worden, en NIET om kleine diefstal/fraudes, en de diverse restcategorieën.

Neem de ING-casus: dat de schikking van 775 mio materieel is lijkt me evident. Maar of deze in de jaren waarover de schikking gaat al in de jaarrekening een plaats had moeten krijgen is heel wat minder evident. In de cijfers was het onmogelijk geweest, dus hooguit kan gedacht worden aan NUBV. En dan is wel de vraag: wat is de materiele fout die de accountant gemist zou hebben?

Onder BW 2:393, onder COS 240 en 250, en ook straks onder NOCLAR heeft de accountant géén opdracht/plicht om een oordeel te hebben over het functioneren van de leiding van de huishouding. De accountant dient uitsluitend onderzoek te doen naar de getrouwheid van de verantwoording door de leiding.

Alle overige zaken rond fraude en non-compliance zijn bijvangst, en wat daarvan gemist wordt kan per definitie dus geen verwijt aan de accountant opleveren.

Inderdaad, nuance is soms ver te zoeken in deze discussie. Goede communicatie vanuit het beroep vaak nog veel verder. Daarmee graaft het beroep zelf haar verwachtingskloof, en daar gaat een keer de prijs voor betaald worden.

Misschien is het in de tussentijd nuttiger om als beroep dat wat wel verwacht mag worden tenminste adequaat te doen.

Theo de Groot

Punt bij een financiële onderneming is nu juist dat door het (al dan niet bewust) voldoen aan financiële regelgeving de onderneming een groot risico loopt op boetes en/of claims. Deze zijn materieel voor de jaarrekening. Als dit reeds intern/extern wordt geconstateerd dan moet je daar iets mee als accountant in je controle. Je kunt het ook ander stellen vanuit het publiek belang. Men verwacht blijkbaar dat wij als accountants daar iets aan doen. Wat dat iets dan is is uiteraard weer lastig maar vermelding in de management letter, audit committee of toelichting AvA lijkt mij dat ten minste moet worden gedaan. Punt is uiteraard dat 1 en 2 niet openbaar zijn.

Marcel Pheijffer

Ik permitteer mij toch wat nuances.

1. 'Paardenvlees mixen met rundvlees': volgens Ten Wolde 'mag je geen verwachtingen' indeze hebbenvan de accountant.

Maar is zijn stelling wel juist? Gaat het hier niet om producten in verschillende opbrengstcategorien? Moet je dan geen rekening houden met de mogelijkheid tot verschuivingen en wellicht zelfs een frauderisico? Kan het instrumentarium van de geld-/goederenbeweging hier niet worden ingezet?

2. 'Overleg tussen aannemers bij fraude': volgens Ten Wolde spelen accountants hier 'geen rol'.

Maar is zijn stelling wel juist? Lieten de accountantsdossiers ten tijde van de bouwfraude niet zien dat de accountants die bouwbedrijven controleerden weet hadden van d eoverleggen en verrekeningen? Bleek dat nou juist niet uit hun dossiers? En was het niet de enquetecommissie die op basis daarvan concludeerde 'accountants, zij stonden erbij en keken ernaar'?

3. 'De Liborfraude': volgens Ten Wolde spelen accountants ook hier 'geen rol'.

Maar is zijn stelling wel juist? Zou hij het toentertijd door DNB openbaar gemaakte feitenrelaas wel hebben gelezen? Zou hij bekend zijn met de constateringen van de (interne) accountant, die wel allerhande gebrekken zag maar niet afdwong dat er maatregelen warden genomen? Zou hij bekend zijn met de publicaties die over Libor - met uitstapjes naar de accountantsrol - zijn gepubliceerd?

Het zijn zomaar wat nuances. Van een forensisch accountant, dat dan weer wel.......

Wim Nusselder

Nuttige categorisering!

Ik voeg er graag een vijfde categorie aan toe: het door de organisatie als geheel niet voldoen aan gerechtvaardigde maatschappelijke verwachtingen.
Gerechtvaardigde maatschappelijke verwachtingen zijn namelijk lang niet altijd adequaat vervat in wet- en regelgeving (en dat moeten we ook niet willen).
(Bij alle categorieën van fraude geldt: ‘met name: dat verhullen of actief anders voorspiegelen aan belanghebbenden’.)
Ook de pretentie zekerheid toe te voegen aan verantwoordingsgegevens en fraude te kunnen ontdekken, in de wetenschap dat dat maar beperkt het geval is, is dan een vorm van fraude.

Categorie 1 t/m 3 zijn vormen van verhulde malversatie (misbruik van middelen).
Die categorieën zijn te verbreden met corruptie (misbruik van macht).

Buiten de private sector en bij zichzelf respecterende (en dus maatschappelijk verantwoordelijke) ondernemingen zou ik de categorieën 1 t/m 3 (maar vooral 1) uit willen breiden met het te mooi presenteren van maatschappelijke resultaten.

Nee, met betrekking tot veel fraude mag je geen noemenswaardige verwachtingen hebben van ACCOUNTANTSCONTROLE MET HET GEBRUIKELIJKE INSTRUMENTARIUM EN VANUIT HET GEBRUIKELIJKE PERSPECTIEF.
Omdat dat bredere perspectief op fraude (dan beperkt tot niet-getrouwe weergave van resultaat en vermogen) maatschappelijk belangrijker is geworden, wordt het dus tijd voor het her-uitvinden van accountantscontrole.
Ook forensische accountants kunnen daaraan een nuttige bijdrage leveren!

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.