Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Omdat de directeur van een administratiekantoor zijn pensioen ziet naderen, polst hij een belastingadviseur van een accountants- en belastingadvieskantoor voor een mogelijke overname. Tijdens het gesprek geeft hij de belastingadviseur een lijst met (gedeeltelijk) geanonimiseerde klantgegevens. Op die lijst staan onder andere de eigenaar van een stoeterij en een uitzendbureau.

In maart 2013 ketsen de overnamegesprekken af. Het accountants- en belastingadvieskantoor heeft geen interesse. Ondertussen heeft de directeur van het administratiekantoor al wel een cliënt, die een accountantskantoor zocht, verwezen naar het accountants- en belastingadvieskantoor.

In april wordt het uitzendbureau dat op de lijst staat benaderd door een andere medewerker van het accountants- en belastingadvieskantoor, te weten de broer van de belastingadviseur. Die vraagt of het uitzendbureau cliënt wil worden. Korte tijd later benadert de broer ook de stoeterij met deze vraag.

De aandeelhouders van het administratiekantoor vragen vervolgens de broer van de belastingadviseur of het accountants- en belastingadvieskantoor het administratiekantoor niet alsnog wil overnemen. De aandeelhouders voeren hierover een gesprek met de broer en diens vader. De vader is een AA, die zijn accountantspraktijk in 2007 heeft verkocht aan zijn andere zoon, de belastingadviseur. Het kantoor van de zonen huurt de vader regelmatig in voor het beoordelen van jaarstukken en "overige kwesties".

Als het accountants- en belastingadvieskantoor weer geen belangstelling heeft voor een overname, stelt de advocaat van de aandeelhouders van het administratiekantoor het accountants- en belastingadvieskantoor aansprakelijk voor de schade van onrechtmatige acquisitieactiviteiten die de broer van de belastingadviseur heeft ondernomen.

Het administratiekantoor dient daarna een klacht tegen de vader/AA in bij de Accountantskamer.

Klacht

De AA heeft:

a. actief geprobeerd om klanten van een directe concurrent te laten overstappen en daarbij een vertrouwelijke lijst gebruikt die was verstrekt met het oog op overnamegesprekken;

b. de directeur van het administratiekantoor gevraagd om zijn klanten te laten overstappen naar het accountants- en belastingadvieskantoor met de toezegging daarvoor een financiële regeling te treffen;

c. meegewerkt aan de werving van klanten bij de concurrent en ondanks zijn afkeuring van de wervingspraktijken zijn werkzaamheden voor het accountants- en belastingadvieskantoor voortgezet en daardoor niet eerlijk en oprecht gehandeld;

d. zich in een gesprek met de twee aandeelhouders van het administratiekantoor geringschattend uitgelaten over dat kantoor en niet onderhandeld over een passende prijs.

Oordeel

De klachtonderdelen a en c  zijn gegrond.

De Accountantskamer verwerpt het verweer van de accountant dat hij:

• zich in zijn contacten met het administratiekantoor en de stoeterij niet heeft gepresenteerd als accountant-administratieconsulent;
• bij de verweten gedragingen niet heeft gehandeld als accountant;
• niet betrokken was bij de wervingsactiviteiten.

De AA heeft jarenlang zijn eigen accountantspraktijk gevoerd en deze in 2007 overgedragen aan één van zijn zonen, die deze praktijk nu voortzet in het accountants- en belastingadvieskantoor. Dat kantoor huurt hem nog met enige regelmaat in om jaarstukken te beoordelen en voor specifieke kwesties. De AA was vanwege zijn ervaring en deskundigheid als accountant betrokken bij de overnamegesprekken.

Ad a en c

Vaststaat dat de directeur van het administratiekantoor bij de overnamegesprekken een lijst van gegevens van klanten heeft verstrekt aan één van de zonen van de AA. De andere zoon heeft vervolgens aan de hand van die lijst klanten van het administratiekantoor benaderd om hen te werven als klant voor het eigen kantoor. Hij heeft met zijn vader geprobeerd de stoeterij te laten overstappen naar het accountants- en belastingadvieskantoor.

Op de zitting heeft de AA weliswaar gezegd dat hij op de hoogte was van de wervingsactiviteiten van de andere zoon en dat hij die werkwijze afkeurde. Maar hij heeft desondanks deelgenomen aan het acquisitiegesprek met de stoeterij.

De Accountantskamer vindt dat de AA daardoor niet eerlijk en oprecht is opgetreden in zijn beroepsmatige en zakelijke betrekkingen. Bovendien heeft hij met zijn handelwijze schade toegebracht aan de goede naam van het accountantsberoep.

Ad b en d

De beweringen in deze klachtonderdelen blijken op geen enkele manier uit de stukken die de klager heeft ingebracht en de klager heeft deze verwijten ook niet op een andere manier aannemelijk gemaakt.

Maatregel

Berisping.

De Accountantskamer geeft de Raad voor Toezicht van de NBA in overweging een onderzoek te verrichten naar de bedrijfsvoering van het accountants- en belastingadvieskantoor. Het kantoor is namelijk niet bekend bij de NBA, maar presenteert zich wel als accountantskantoor, omdat er één accountant aan verbonden is.