Lex van Almelo

De accountant is tot tien maanden cel veroordeeld (waarvan vier) voorwaardelijk omdat hij in 2012 en 2013 ob-aangiften opzettelijk onjuist heeft ingevuld. Het ging om aangiften van enkele vennootschappen onder firma, waarbij hij in de meeste gevallen geregistreerd stond dan wel feitelijk functioneerde als (indirect) bestuurder. Tijdens doorzoekingen zijn twee hennepplantages aangetroffen. Eén in de garage van de woning van de accountant, een ander in een gedeelte van een loods die de accountant had gehuurd.

Het Openbaar Ministerie dient een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer (zaaknummer 15/2044 Wtra AK). In afwachting van de uitspraak over die klacht, vraagt de NBA om een voorlopige voorziening.

Verzoek

De NBA vraagt de Accountantskamer om de inschrijving van de accountant alvast direct door te halen, omdat:

• zij na de veroordeling voor belastingfraude ernstig vermoedt dat de accountant het integriteits- en professionaliteitsbeginsel heeft geschonden en het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht;
• er zwaarwegende openbare belangen in het geding zijn die alvast nopen tot tijdelijke doorhaling van de inschrijving, omdat het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer in het beroep vermindert wanneer de accountant zijn titel mag blijven gebruiken.

Oordeel

Het verzoek wordt gehonoreerd.

De accountant verweert zich met het argument dat:

• het bij de belastingfraude ging om een bedrag van slechts 4700 euro;
• hij de woning waarbij (in de garage) een hennepplantage is aangetroffen lang geleden had verlaten wegens echtscheidingsproblemen;
• hij niet is veroordeeld voor het houden van die hennepplantage.

Gezien de inhoud van het strafvonnis van de rechtbank Amsterdam heeft ook de Accountantskamer het ernstige vermoeden dat de accountant het integriteits- en professionaliteitsbeginsel heeft geschonden. Verzachtende factoren ziet de tuchtrechter niet. Zo vindt de Accountantskamer het argument, dat de accountant de woning met de hennepplantage al lang had verlaten, “enigszins merkwaardig”. Hij was namelijk in de woning toen daar de hennepplantage werd ontdekt. En hij heeft niet ontkend dat hij de loods heeft gehuurd waarin een professionele hennepplantage werd aangetroffen. Ook het verweer dat de fiscus slechts voor 4700 euro is benadeeld, maakt weinig indruk. dat bedrag zou namelijk het “meer dan dertigvoudige” zijn geweest als de Belastingdienst de schijnconstructies van de accountant niet tijdig had doorzien.

De Accountantskamer willigt het verzoek in, omdat de kamer:

• “sterk de indruk” heeft dat de accountant het niet belangrijk vindt om zijn beroep uit te oefenen volgens de regels;
• derden wil beschermen tegen de accountant;
• vreest dat de accountant criminele contacten onderhoudt, gezien de professionele wijze manier van hennep telen.

Maatregel

Voorlopige doorhaling tot er een beslissing is over de klacht van het OM.