Tuchtrecht

Melding over grensoverschrijdend gedrag

Een partner van een big four-kantoor meldt onder meer dat zijn (ex-)leidinggevende hem na het delen van gevoelige informatie met een concurrent zou hebben geïntimideerd. Het blijkt hem uiteindelijk te gaan om zijn slechte beoordeling en de korting op zijn financiële vergoeding.

Accountantskamer

Zaaknummers:
22/642 en 22/830 Wtra AK
Datum uitspraak:
10 maart 2023
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
beroep aangetekend
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2023:18, ECLI:NL:TACAKN:2023:20

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een big four-kantoor verzorgt in juli/augustus 2018 een presentatie van een propositie voor volledig automatische factuurverwerking. Bij de presentatie zijn onder anderen een partner van de Advisory service line en diens leidinggevende aanwezig. In oktober 2018 stuurt de leidinggevende een formele waarschuwing aan de partner, omdat deze “several of our policies and procedures” heeft geschonden en niet reageert op redelijke instructies van de leidinggevende.

Twee dagen later krijgt de partner zijn ‘Total Compensation Fiscal Year 18’ toegestuurd. In verband met zijn Quality Risk Management-score (QRM-score) is er 4,84 procent dan wel 10 procent (daarover verschillen de meningen) in mindering gebracht op zijn vergoeding. De partner maakt bezwaar tegen de vaststelling bij de Regional Managing Partner en gaat daarna in beroep bij de beroepscommissie (het ‘Appeals Committee’). In de beroepsprocedure overlegt de partner ‘Appendix IX’, waarin hij zijn leidinggevende beschuldigt van intimidatie en schending van het mededingingsrecht.

De beroepscommissie informeert de general counsel (gc) van het kantoor over de laatstgenoemde beschuldiging. De gc en de partner voeren eind maart 2020 een gesprek, samen met de toenmalige ceo. Een week later spreken de partner en de ceo elkaar opnieuw, nu zonder de gc. Van beide gesprekken maakt de partner geluidsopnamen en overlegt daarvan transcripties. Het kantoor schakelt de huisadvocaat in om onderzoek te doen naar:

i. de mogelijke wijziging door de leidinggevende van ‘meet expectations’ naar ‘did not meet expectations’ in de Q-rating, die een component vormt voor de vergoeding van de partner;

ii. mogelijk ongepast gedrag van de leidinggevende tegenover de partner;

iii. mogelijke schending van het mededingingsrecht.

De advocaat-onderzoekers vinden geen bevestiging voor de juistheid van de drie beweringen. In oktober 2020 wordt de vergoeding van partner over boekjaar 2020 gekort met 25 procent. Op 24 december 2020 wordt de partnershipovereenkomst met de bv van de partner opgezegd.

Formele meldingen

In de loop van 2021 doet de ontslagen partner bij het in de Klokkenluidersregeling van het kantoor genoemde ‘ethicspoint’ een melding over:

  • “some integrity violations within the company”;
  • het niet adequaat opvolgen van eerdere meldingen over integriteitsschendingen tussen 2018 en 2021;
  • de aankondiging van een korting op diens honorarium en beschadiging van diens reputatie door degenen aan wie deze meldingen waren gedaan, bij wijze van wraak op de melder;
  • dreiging met ontslag door degenen aan wie deze meldingen waren gedaan;
  • drie integriteitsschendingen.

De integriteitsschendingen houden volgens de melder in:

  • het wijzigen van de kwaliteitsscore van de partner;
  • onheuse bejegening van hem als melder;
  • het delen van gevoelige informatie met een concurrent.

In april 2021 geeft de ontslagen partner bij het ethicspoint echter aan dat hij zijn zaak even “on hold” wil zetten. Het meldpunt laat weten dat het aanhouden van een melding “not an option in the system” is en de zaak zal worden gesloten als de partner niet binnen twee weken reageert. Nadat het meldpunt de zaak inderdaad heeft gesloten, doet de partner daar eind juni opnieuw een melding met vergelijkbare inhoud.

In september krijgt de melder antwoord van de Klachtencommissie van het kantoor. Die zegt dat deze melding conform de Klokkenluidersregeling van het kantoor zal worden onderzocht door het hetzelfde advocatenkantoor dat eerder een onderzoek uitvoerde. Het advocatenkantoor nodigt de ontslagen partner uit voor een interview. Deze wil echter eerst antwoord op zeventien vragen voordat hij ingaat op de uitnodiging.

Nadat de melder het bestuur heeft gedagvaard, schrijft de Klachtencommissie hem in oktober 2021 dat zij meldingen met aansprakelijkstellingen niet in behandeling neemt. De melder tekent protest aan en informeert de raad van commissarissen over de kwestie door de correspondentie met het bestuur en de advocaat van het kantoor toe te sturen, alsmede een kopie van het exploot waarmee hij het accountantskantoor heeft gedagvaard.

In maart 2022 sommeert de ontslagen partner het (later aangeklaagde) bestuurslid op straffe van een tuchtklacht om binnen twee weken schriftelijk te bevestigen dat de (tweede) onderzoeksopdracht aan het advocatenkantoor in strijd was met de VGBA, onder meer omdat het onderzoek onjuist, onvolledig en misleidend is.

In april 2022 reageert de bestuursvoorzitter namens het voltallige bestuur. Daarin staat dat:

  • er volgens het onderzoek van het advocatenkantoor geen misstanden waren;
  • de gesommeerde bestuurder geen enkele rol heeft gespeeld “in de omstandigheden rond het onderzoek, noch met betrekking tot het winstaandeel en uittreden”.

De partner dient een klacht tegen de toenmalig ceo (22/642 Wtra AK) en het bestuurslid (22/830 Wtra AK) in bij de Accountantskamer.

Klacht

De toenmalige ceo heeft:

a. nadat de partner in september 2018 bij hem melding had gemaakt van misstanden ten onrechte geen actie ondernomen en heeft niet gehandeld conform de Klokkenluidersregeling en artikel 27 van de Verordening accountantsorganisaties (VAO);

b. ten onrechte het voorstel met de korting op het salaris van de partner ondertekend zonder hem eerst te horen;

c. de partner naar aanleiding van diens nieuwe melding van (dezelfde) misstanden niet gewezen op zijn rechten volgens de Klokkenluidersregeling en deze melding ten onrechte gekwalificeerd als een ernstig verstoorde verhouding van de partner met zijn leidinggevende;

d. geen toereikende maatregelen genomen om te voorkomen dat ten opzichte van de melder repercussies zouden volgen naar aanleiding van de meldingen;

e. de Klokkenluidersregeling niet gevolgd door de meldingen te laten onderzoeken door de huisadvocaat van het kantoor die niet onafhankelijk was.

Het bestuurslid heeft:

  1. de melding van de partner uit april 2021 ten onrechte genegeerd en die melding niet in behandeling laten nemen;
  2. ten onrechte niet bevestigd dat het onderzoek door de huisadvocaat onjuist, onvolledig en misleidend was en zich daarvan niet gedistantieerd.

Oordeel

De klachten zijn ongegrond.

I Toenmalig ceo

Ad a Geen actie

De partner heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in september 2018 of daarna de misstanden heeft gemeld bij de toenmalige ceo. Als deze niets wist van de melding dan kan hem uiteraard niet worden verweten dat hij er niets mee heeft gedaan.

De Accountantskamer merkt op dat artikel 27 van de VAO aan accountantsorganisaties voorschrijft dat zij zorgen voor een deugdelijke klokkenluidersregeling die eenvoudig kan worden geraadpleegd. Dit voorschrift richt zich niet tot de individuele accountant. Wel kan de verantwoordelijke accountant in een concrete situatie op grond van de VGBA individueel worden aangesproken op de niet-naleving van de klokkenluidersregeling.

Ad b Korting salaris

De partner legt een oorzakelijk verband tussen de waarschuwingsbrief van zijn leidinggevende en de mededelingsbrief. Twee dagen na de waarschuwingsbrief heeft de ceo zijn handtekening gezet onder de mededelingsbrief, waarin de korting op de vergoeding 2018 is meegedeeld. De ceo ontkent het verband tussen beide brieven en zegt dat hij de eerste brief niet kende toen hij de tweede ondertekende.

Volgens de toenmalige ceo wordt de winstverdeling in belangrijke mate gebaseerd op de beoordeling van individuele partners binnen de service lines. Het bestuur van de divisie waaronder de partner in 2018 nog viel, was niet betrokken bij die beoordeling. Volgens de toenmalige ceo is het salaris van de partner gekort, omdat diens QRM-score onvoldoende was.

De Accountantskamer vindt het aannemelijk dat de ceo zich niet heeft bemoeid met de besluitvorming over de korting. Het kantoor heeft naast de juridische entiteiten, zoals de LLP, ook functionele entiteiten, zoals de Advisory service line. Binnen de service lines wordt het functioneren van partners beoordeeld en vallen de besluiten over de jaarlijkse vergoedingen. De klager heeft dit verwijt onvoldoende onderbouwd.

Ook het verwijt dat de ceo de partner had moeten horen alvorens de mededeling te ondertekenen is ongegrond, omdat de partner niet aangeeft op grond van welke regeling of afspraak dat dan had gemoeten. De partner kon bezwaar aantekenen tegen de korting en heeft dat ook gedaan.

Ad c en e Geen klokkenluider

De klagende partner vindt dat de ceo hem had moeten wijzen op de Klokkenluidersregeling en die regeling had moeten volgen. De Accountantskamer stelt vast dat de ceo in maart 2020 hoorde dat er volgens de partner sprake was van intimidatie en schending van het mededingingsrecht. Hij heeft daarover twee keer met de partner gesproken. De partner heeft de transcripties van beide gesprekken niet aangevochten, zodat de Accountantskamer ervan uitgaat dat die de gesprekken correct weergeven.

De Accountantskamer vindt dat intimidatie door de leidinggevende en de overtreding van het mededingingsrecht inderdaad vallen onder de definitie van ‘vermeende misstanden’ in de Klokkenluidersregeling. Ook bestond er een verband tussen de gemelde misstanden en de functie-uitoefening binnen het kantoor, zoals de regeling vereist. Verder zijn de partner en de leidinggevende medewerkers in de zin van deze regeling. De Klokkenluidersregeling was dus van toepassing, maar de ceo had de partner er niet op hoeven wijzen en die regeling evenmin hoeven toepassen.

Uit de transcripties van de gesprekken blijkt dat voor de general counsel (gc) en de ceo vooral de schending van het mededingingsrecht aanleiding was voor het eerste gesprek. Het ging de partner echter om zijn QRM-score Fiscal Year 2018 en de korting op zijn vergoeding. In het begin van het gesprek zegt de partner namelijk onder meer dat:

  • hij juridisch advies heeft ingewonnen over de waarschuwingsbrief;
  • de jurist zegt dat hij zich geen enkele zorg hoeft te maken;
  • er geen basis is voor ontslag;
  • hij een nieuwe job heeft gevonden en niet meer rapporteert aan zijn leidinggevende;
  • heeft gevraagd de kwestie “alsjeblieft” te laten voor wat het is;
  • hij niet de intentie heeft whistleblower te worden;
  • hij terug wil naar de feiten;
  • de feiten zijn dat hij een QRM 2-score heeft gehad;
  • hij dus een hogere remuneratie had verwacht;
  • hij de hulp van de general counsel en de ceo nodig heeft om dit weer recht te trekken.

De general counsel zegt dat hij van een medewerker had begrepen dat de partner de overtreding van het mededingingsrecht verder had gesubstantieerd en zegt verder dat:

  • het kantoor het moet onderzoeken als er sprake is van een inbreuk op het mededingingsrecht, omdat daaraan enorme gevolgen kunnen vastzitten voor het kantoor;
  • dit eigenlijk de reden is voor dit gesprek;
  • hij had gehoopt dat de partner de stukken, die er kennelijk zijn, zou toelichten;
  • de general counsel de stukken niet kent;
  • het daarom lastig is om echt op de inhoud in te gaan, tenzij de partner er in dit gesprek wat meer over zou willen en kunnen vertellen.

Het maakt geen indruk. Ook daarna wil de partner het hebben over zijn QRM-score en de korting op zijn vergoeding, terwijl de gc juist de vermeende overtreding van het mededingingsrecht wil bespreken. De partner wil de overtreding echter vertrouwelijk houden. De gc vindt dat “heel ingewikkeld”, omdat hij juist de behoefte heeft om de gemelde overtreding verder te onderzoeken. De partner vreest echter dat zijn leidinggevende hem kapot gaat maken en wil “een whistleblower zaak niet aangaan, dat is niet mijn ding”. Hij zegt in totaal vier keer dat hij geen klokkenluider wil zijn en in het vervolggesprek met de ceo nog eens twee keer.

Ook de intimidatie door de leidinggevende wil hij laten rusten. Tijdens of kort na de presentatie van de propositie in september 2018 zou die tegen de partner hebben geroepen: “Ik ga je ontslaan, ik ga je kapot maken”.

In het tweede gesprek juicht de ceo het toe dat de partner onjuist gedrag en onjuist handelen meldt. De ceo ziet dat niet als klokkenluiden, maar als “elkaar aanspreken op gedrag”. Daarom wil hij het verband tussen de intimidatie en de korting onderzoeken. Maar dat wil de meldende partner niet. Hij wil de-escaleren, zijn beroep intrekken en het dossier intern en vertrouwelijk houden. Wel wil hij dat de ceo nog iets probeert te doen aan de score en de korting in 2018, maar de ceo vindt dat een “gepasseerd station”.

De Accountantskamer concludeert uit een en ander, dat de partner:

  • de waarschuwingsbrief met een jurist heeft besproken;
  • volgens de jurist blijkbaar geen melding als klokkenluider hoefde te doen;
  • ervoor heeft gekozen niet de Klokkenluidersregeling te volgen, maar de vermeende misstand te melden aan de beroepscommissie door middel van appendix IX;
  • in de twee gesprekken in totaal zes keer heeft gezegd geen klokkenluider te willen zijn;
  • herziening van zijn QRM-score wilde en de korting over 2018 ongedaan wilde laten maken;
  • in 2020 niet meer werkte onder de leidinggevende en het dossier wilde sluiten voor wat de kwestie met de leidinggevende betreft;
  • geen onderzoek wilde naar de intimidatie en schending van het mededingingsrecht;
  • het advies van de ceo om te de-escaleren heeft aanvaard, zonder dat de bestuurder druk op hem uitoefende;
  • van mening was dat een partner het met de ceo bespreekt als er “iets geks gebeurt” en dan geprobeerd moet worden het binnen de kring van de partners te houden.

De Accountantskamer vindt dat laatste op zichzelf wel te begrijpen. De ceo heeft de zaak niet in de doofpot gestopt, maar de huisadvocaat de misstanden laten onderzoeken. Al met al kan de ceo niet worden verweten dat hij de partner had moeten wijzen op de Klokkenluidersregeling en die regeling had moeten volgen door de vermeende mistanden te laten onderzoeken door de klachtencommissie.

Ad d Bescherming tegen repercussies

In de ogen van de partner heeft zijn melding geleid tot repercussies, die bedacht zijn door zijn leidinggevende en zijn uitgevoerd door de ceo. Hij heeft dit verwijt niet toegelicht. Als hij doelt op de brief waarin de score en de korting werden meegedeeld dan is het verwijt ongegrond, zie ‘ad b’ hierboven. De twee gesprekken maken duidelijk dat de ceo zijn melding niet heeft genegeerd.

De Accountantskamer is niet bevoegd een oordeel te vellen over de 25 procents-korting op de vergoeding over 2020 en de opzegging van de partnershipovereenkomst.

II Bestuurder Advisory

Ad 1 Negeren melding

De bestuurder was op geen enkele manier betrokken bij de behandeling van de melding in april 2021 bij het ethicspoint. Hij kan daarop dus niet tuchtrechtelijk worden aangesproken.

In de ogen van de Accountantskamer lijkt het erop dat het ethicspoint het dossier heeft gesloten, omdat de partner niet meer reageerde na zijn mededeling dat hij de melding “on hold” wilde zetten. Eind juni 2021 heeft de inmiddels ontslagen partner opnieuw een (vergelijkbare) melding gedaan.

De ontslagen partner klaagt er verder over dat de behandeling van zijn tweede melding is gestaakt, omdat hij het kantoor aansprakelijk houdt voor zijn schade. De Accountantskamer vindt dit verwijt niet terecht. Het staken van de behandeling was een besluit van ‘de Klachtencommissie’ en de ontslagen partner heeft niet aannemelijk gemaakt dat het bestuurslid hierin de hand heeft gehad.

Verder wijst de Accountantskamer erop dat accountantskantoren volgens artikel 27 VAO, waarop de klager een beroep doet, een deugdelijke klokkenluidersregeling moeten hebben. Het artikel is gericht op kantoren. Eventueel kan in een concrete situatie de individuele accountant, die verantwoordelijk is voor de regeling, op grond van de VGBA worden aangesproken op niet-naleving van de klokkenluidersregeling. De ontslagen partner doet echter ten onrechte een beroep op dit VAO-artikel.

Ad 2 Onderzoek advocatenkantoor

De ontslagen partner heeft niet toegelicht waarom het onderzoek door het advocatenkantoor in 2020 onjuist, onvolledig en misleidend was. Hij heeft evenmin toegelicht op grond waarvan de bestuurder tegenover hem had moeten verklaren dat dit onderzoek in strijd was met de VGBA, nadat hem dit schriftelijk was gevraagd. De Accountantskamer ziet geen grond voor die verplichting. Bovendien heeft het bestuur per e-mail gereageerd, zij het op een andere manier dan de ontslagen partner wenste. Nadien is het bestuur meer inhoudelijk ingegaan op de brief van de partner. In de reactie stond dat het bestuur dit mede namens de bestuurder deed.

Maatregel

Geen.

Annotatie Lex van Almelo

De kwestie lijkt op het eerste gezicht een ‘klokkenluidersmelding’ over grensoverschrijdend gedrag van een leidinggevende. Die zou tijdens een presentatie concurrentiegevoelige informatie hebben gedeeld met een concurrent, de partner daarna hebben geïntimideerd (“ik maak jou kapot”) en er vervolgens voor hebben gezorgd dat de partner een lagere kwaliteitsscore en dus een lagere vergoeding kreeg.

Maar uiteindelijk lijkt het meer te gaan om een arbeidsgeschil tussen de partner en zijn leidinggevende, die de partner verweet dat hij zich niet aan de regels hield en instructies niet opvolgde. De partner noemt de misstanden in een bijlage bij zijn beroepsschrift, als hij de zijns inziens te lage score en korting aanvecht. De beroepscommissie speelt de aantijgingen door naar de general counsel (het hoofd juridische zaken) van het kantoor.

De general counsel en de ceo van het kantoor nemen de aantijgingen uiterst serieus, al was het maar omdat het kantoor flink last kan krijgen met overtredingen van de mededingingswetgeving. Zij willen daar graag meer over horen. De ex-partner licht zijn beweringen echter niet toe, laat staan dat hij deze onderbouwt. De huisadvocaat vindt er in een onderzoek ook geen bewijs voor. De ex-partner wil het na de verdachtmakingen alleen nog hebben over zijn lage QRM-kwaliteitsscore en de korting op zijn vergoeding. Een klokkenluider wil hij niet zijn, zegt hij tot zes keer toe.

Toch doet hij na zijn ontslag als partner op basis van de klokkenluidersregeling van het kantoor een melding van de vermeende misstanden bij het ‘ethicspoint’ van het kantoor. Als hij een functie elders heeft, vraagt hij de behandeling van de melding “voor nu on hold” te zetten. Maar twee maanden later dient hij de klacht opnieuw in. Omdat hij het bestuur van het kantoor heeft gedagvaard, wordt die melding niet in behandeling genomen.

Wel is inmiddels een tweede advocatenonderzoek gelast. Daaraan wil de ex-partner niet meewerken. De ex-partner sommeert het bestuur afstand te nemen van het onderzoek en brengt een dagvaarding uit met een schadeclaim. De bestuursvoorzitter schrijft hem dat er volgens het advocatenonderzoek geen misstanden zijn. En dat het bestuurslid, dat de ex-partner op de korrel heeft, niet betrokken was en kon zijn bij de reactie op de vermeende misstanden, omdat hij toen nog geen bestuurslid was. De Accountantskamer vindt de klacht tegen dit bestuurslid ongegrond.

Ook de klacht tegen de toenmalige ceo van het kantoor is ongegrond. Die zou de melding hebben genegeerd en de klager niet hebben gewezen op de klokkenluidersregeling van het kantoor. Uit transcripties van de gesprekken die de klager zelf (stiekem) heeft opgenomen blijkt dat dit niet waar is en dat de ceo en de general counsel de bewering over vermeende misstanden juist zeer serieus namen. Maar daarover wilde de partner het niet hebben. Hij smeekte de zaak “alsjeblieft” te laten rusten en wilde “terug naar de feiten” rond de lage QRM-score en vergoeding.

Per saldo wakkert de uitspraak het vaak onterechte vooroordeel aan dat ‘klokkenluiders’ uit eigen belang handelen in plaats van uit principe. Maar het goede is dat dit kantoor de aanvankelijke melding van vermeende misstanden desondanks serieus heeft opgepakt.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.