Tuchtrecht

Executeur nalatenschap gaat vreemd met cliënte

Een accountant-administratieconsulent legt het als executeur van de nalatenschap van een overleden apotheker aan met diens weduwe. Hij heeft te weinig oog voor de belangenverstrengeling. En voor de weduwe.

Accountantskamer

Zaaknummers:
22/445 Wtra AK
Datum uitspraak:
27 maart 2023
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
beroep aangetekend
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2023:24

» Direct naar annotatie

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een accountant-administratieconsulent is partner van een accountantskantoor en werkt voor een apotheker. De apotheker ziet hem als vertrouwenspersoon en benoemt de accountant tot executeur van zijn nalatenschap. In 2014 overlijdt de apotheker op 56-jarige leeftijd; de accountant wikkelt de nalatenschap af. Voor zijn werkzaamheden als executeur stuurt het accountantskantoor facturen.

De accountant stelt ook jaarrekeningen samen voor de bv van de weduwe. Zij laat in 2017 een testament maken, waarin een legaat voor de accountant staat van 150.000 euro. Tussen de accountant en de weduwe is een affectieve relatie ontstaan die enkele jaren duurt. Als de weduwe in de loop van 2021 ontdekt dat haar Romeo elders samenwoont met een andere vrouw beëindigt zij de relatie. Vijf maanden na de ontdekking licht zij het accountantskantoor in over de verbroken relatie. Het kantoor voert er meerdere gesprekken over met de weduwe en onderzoekt de kwestie.

In januari 2022 stuurt het kantoor de weduwe een brief, waarin onder meer staat dat:

  • er op basis van het onderzoek niet is vast te stellen dat er fouten zijn gemaakt in de uitvoering van de zakelijke dienstverlening aan de weduwe, haar vennootschap of andere cliënten van het kantoor;
  • de weduwe het hiermee eens was;
  • er geen reden is om te twijfelen aan de professionele integriteit van de accountant;
  • de betalingen van de weduwe aan de accountant niet ongebruikelijk zijn tussen mensen die een persoonlijke, affectieve relatie met elkaar hebben;
  • het niet professioneel is om als accountant een relatie aan te gaan met een cliënte van het kantoor en dit niet direct te vertellen;
  • er namelijk geen vermenging moet zijn van een zakelijke en een privéverhouding;
  • na de afhandeling van haar klacht een interne procedure zal volgen;
  • daarbij wellicht een disciplinaire maatregel wordt opgelegd.

Begin 2022 berispt het kantoor de accountant, die met ingang van 1 januari 2023 zijn werkzaamheden beëindigt voor het accountantskantoor. De weduwe heeft dan al een klacht tegen hem ingediend bij de Accountantskamer.

De tuchtrechter wijst het verzoek van de accountant af om de zaak achter gesloten deuren te behandelen. De deuren gaan namelijk hooguit (even) dicht als openbare behandeling “een goede rechtspleging of de belangen van betrokkene, klager of derden ernstig zou schaden”. Het argument van de accountant dat de weduwe moet worden beschermd, gaat niet op. Zij verwacht juist dat openbaarheid haar zal helpen bij het verwerken van een en ander.

Klacht

De accountant heeft:

a. aangedrongen op het geheim houden van de affectieve relatie;

b. geen onafhankelijke rol gespeeld bij het opstellen van het testament van de weduwe;

c. de jaarrekening steeds samengesteld ondanks zijn privérelatie met de weduwe;

d. zich niet onafhankelijk opgesteld in zakelijke transacties;

e. zich niet onafhankelijk opgesteld als executeur van de nalatenschap van de apotheker;

f. geld en douceurtjes aangenomen van de weduwe, die 40.000 euro terugeist;

g. zonder medeweten van de weduwe geld opgenomen van haar privérekening;

h. computerbestanden gewist.

Oordeel

De klachtonderdelen a en d zijn deels gegrond; de rest van de klacht is ongegrond of niet-ontvankelijk.

Ad a Geheimhouden relatie

De weduwe is van buitenlandse komaf, is het Nederlands niet goed machtig en heeft weinig kaas gegeten van financiële en bankzaken. De accountant was de vertrouwenspersoon van haar man en na diens overlijden ook van haar. De accountant heeft haar financiële en bankzaken overgenomen. De accountant ziet een toekomst voor hen beiden, maar zegt haar dat zij de relatie een jaar of vijf geheim moet houden. Als accountant mag hij geen privérelatie hebben met een cliënt, aldus zijn toelichting. De weduwe komt nooit bij de accountant thuis, omdat hij zijn kinderen niet zou willen lastigvallen met een nieuwe relatie.

Maar dan ontdekt zij dat de accountant een andere vaste relatie heeft en heeft gelogen over zijn thuissituatie. Zo heeft hij haar in een ongezonde relatie getrokken die tot mislukken gedoemd was en waarin zij afhankelijk was van hem. Daardoor heeft hij misbruik gemaakt van haar afhankelijke en kwetsbare positie tegenover hem.

De accountant geeft toe dat hij na het overlijden van de apotheker veel over de vloer kwam bij de weduwe, die erg afhankelijk bleek te zijn geweest van haar man. Als ‘helper’ probeerde hij de zelfstandigheid van de weduwe te vergroten. Zo heeft hij haar leren pinnen, internetbankieren en rijden in de sportauto van haar man. De affectieve relatie begon volgens hem pas in het najaar van 2019. Over het aangaan van een affectieve relatie heeft de tuchtrechter volgens de accountant niets te zeggen, omdat dit niet kan worden gezien als een professionele dienst.

Vanaf wanneer zij precies een affectieve, seksuele relatie met elkaar hebben gehad, kan volgens de Accountantskamer in het midden blijven. Duidelijk is dat die enkele jaren heeft geduurd en de accountant toen ook optrad voor de weduwe of de aan haar gelieerde vennootschappen. Het aangaan van een affectieve relatie is inderdaad geen professionele dienst, maar het professionaliteitsbeginsel is van toepassing op elk handelen of nalaten van de accountant.

De weduwe heeft een – niet bestreden - transcriptie overgelegd van een telefoongesprek dat zij in juli 2021 voerde met de accountant. Als zij daarin aangeeft dat zij haar verhaal wil vertellen aan het accountantskantoor zegt de accountant dat:

  • hij geen verhouding mag hebben met een klant van het kantoor;
  • hij desgevraagd zal zeggen dat de verhouding begin dat jaar is begonnen;
  • het probleem groter wordt, als zij zou zeggen dat die al lang duurt;
  • hij dan moet zeggen dat het korter is;
  • het dan ja tegen nee is;
  • hij dan ook moet vertellen wat hij heeft gedaan voor haar en wat voor zakelijke relaties zij heeft met andere klanten van het kantoor, zoals de verhuur van het apotheekpand aan een kantoorklant;
  • de problemen dus groter worden naarmate de verhouding langer heeft geduurd.

De accountant heeft dus geprobeerd de weduwe te bewegen om niets te vertellen aan het accountantskantoor en haar verhaal klein te houden als zij dit toch zou doen. Hij heeft gepoogd haar angst in te boezemen door te wijzen op mogelijke gevolgen voor haarzelf.
Door haar zo af te houden van het vertellen van de waarheid heeft hij het accountantsberoep in diskrediet gebracht en daarmee in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van professionaliteit.

Ad b Opstellen testament weduwe

De Accountantkamer kan niet vaststellen of de accountant op de lijst met legaten inderdaad het cijfer 1 heeft geplaatst voor een bedrag van 50.000 euro bij het voor hem bestemde legaat, zoals de weduwe beweert. Op de zitting heeft de weduwe gezegd dat zij destijds een legaat van 150.000 euro voor hem wilde opnemen omdat zij meende dat hij haar vriend was. In zoverre is het legaat van 150.000 euro niet buiten de wil van de weduwe om in het testament gekomen. Dat zij zich nu door hem bedrogen voelt, betekent niet dat hij bij de werkzaamheden voor haar testament het objectiviteitsbeginsel heeft geschonden.

Ad c Samenstellen jaarrekening

De vrouw is dga van een bv, waarvoor de accountant tot en met 2013 de jaarrekening samenstelt. Daarna neemt een kantoorgenoot het over. De accountant blijft wel alle financieel-administratieve zaken doen voor de weduwe en haar vennootschappen. De weduwe vermoedt dat de kantoorgenoten niets wisten van de affectieve relatie en vraagt zich af of zij wel voldoende hebben gekeken of er geen fouten stonden in de stukken.

De accountant beaamt dat hij zijn werkzaamheden heeft overgedragen aan een kantoorgenoot toen hij begon als executeur. Nadat de afwikkeling van de nalatenschap was voltooid is een kantoorgenoot de contactpersoon geworden voor de weduwe.

De Accountantskamer vindt dat er onder deze omstandigheden voor wat betreft het samenstellen van de jaarrekeningen geen bedreiging bestond voor de objectiviteit. Bij de verwijten over het verlenen van hulp bij allerlei financiële en administratieve zaken in de privésfeer heeft de weduwe niet onderbouwd waarom de accountant hiermee tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gehandeld.

Ad d Zakelijke transacties

Dit klachtonderdeel gaat over een vermeend gebrek aan een onafhankelijke opstelling bij vier transacties met zakelijke relaties van de bv van de weduwe:

I. de afwikkeling van de nalatenschap van de echtgenoot als executeur/bewindvoerder;

II. de verkoop van het tweede deel van de apotheek door de bv van de weduwe aan een bv van een kantoorrelatie;

III. de afkoop van het lopende huurcontract en het afsluiten van een tijdelijk huurcontract, door de bv van de weduwe als verhuurster met kantoorelaties;

IV. de verkoop van het pand waarin de apotheek was gevestigd door de bv van de weduwe.

Het verwijt over transactie I is verjaard en dus niet-ontvankelijk. Wat de transacties II en III betreft, is de klacht gegrond. Bij het voeren van onderhandelingen met twee klanten van het kantoor vormde de – volgens de Accountantskamer vriendschappelijke - band tussen hem en de weduwe een bedreiging voor zijn objectiviteit, die een toereikende maatregel nodig maakte.

De accountant had in ieder geval tegenover de wederpartijen duidelijk moeten zijn over zijn relatie met de weduwe. Ook al zouden de belangen van de partijen inderdaad parallel lopen, had hij op dit punt openheid moeten betrachten. Door dit niet te doen, heeft hij in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van objectiviteit.

Op het punt van transactie IV is de klacht ongegrond. Het pand is verkocht aan een derde die geen klant was van het accountantskantoor en er was geen bedreiging voor de objectiviteit.

Ad e Afhandeling nalatenschap

Als executeur in de nalatenschap van haar man heeft de accountant onderhandeld met de familie van de weduwe, maar de familie niet geïnformeerd over zijn privérelatie met haar. Dit klachtonderdeel is niet-ontvankelijk, want verjaard.

Ad f  Geld aan- en opgenomen

In de periode waarin hij een relatie had met de weduwe heeft het accountantskantoor werkzaamheden uitgevoerd voor de weduwe en haar vennootschappen en daarvoor een factuur gestuurd tot in 2021. De weduwe heeft niet aannemelijk gemaakt dat de accountant tenminste 40.000 euro heeft gepind. Ook het verwijt over het aannemen van geschenken is onvoldoende onderbouwd. Er was sprake van een affectieve relatie waarbij over en weer geschenken werden gegeven. Dit is geen professionele dienst en het professionaliteitsbeginsel is hierbij niet in het geding.

Uit de overgelegde rekeningafschriften van de bankrekening van de weduwe blijkt dat tussen 2015 en 2018 onder meer pinbetalingen zijn gedaan in verband met restaurantbezoeken en het tanken van brandstof in verschillende delen van het land. De weduwe wist niet dat de accountant bepaalde bankpassen had voor de afwikkeling van de nalatenschap en voor het regelen van haar bankzaken, omdat zij niet kon telebankieren. Op haar verzoek reed hij in de auto van haar man (en tankte daarvoor) en pinde hij soms bedragen. De Accountantskamer kan niet vaststellen dat hij dit heeft gedaan zonder haar toestemming en dat dit een bedreiging was voor zijn objectiviteit

Ad h Wissen computerbestanden

Nadat in september 2021 bestanden zijn gewist van haar computer heeft de weduwe een computerdeskundige ingeschakeld. Uit diens onderzoek blijkt dat de accountant enkele pornowebsites heeft bezocht en die van de computer heeft gewist, net als een deel van de administratie van de bv van de weduwe. Verder heeft hij een conceptakte gewist die verband hield met de verkoop van de woning van de partner met wie de accountant ook een relatie had.

De accountant bestrijdt dat hij het was die porno op de computer heeft gedownload en daarna heeft gewist. Er waren meer personen in huis en de accounts op de computer waren niet beveiligd. De conceptakte heeft hij inderdaad bekeken en daarna gewist. Daarvoor had hij geen toestemming nodig van de weduwe, omdat het een privébestand was.

Het eerste verwijt is ongegrond. Met het overgelegde overzicht van ‘recovered files’ en de toelichting daarop heeft de weduwe onvoldoende aannemelijk gemaakt dat pornografische bestanden zijn gedownload op haar computer en dat deze nadien zijn verwijderd. Er kan niet worden vastgesteld wie de desbetreffende bestanden heeft gedownload en vervolgens heeft verwijderd. Ook het tweede verwijt is ongegrond. De accountant heeft dit gemotiveerd betwist en de weduwe heeft het niet nader onderbouwd.

Het derde verwijt is eveneens ongegrond. De conceptakte is opgesteld in verband met de verkoop van de woning van de andere partner van de accountant. Het document was niet van de weduwe, die er ook geen aanspraak op kon maken. De Accountantskamer vindt het wissen “weliswaar niet fraai”, maar dat wil niet zeggen dat de accountant dat bestand niet mocht verwijderen en dat dit tuchtrechtelijk verwijt is.

Maatregel

Berisping. De accountant heeft niet de vereiste professionele distantie bewaard tegenover een cliënte, zijn rollen als accountant en partner vermengd en grenzen overschreden. Hij heeft onprofessioneel gehandeld door druk uit te oefenen op de cliënte om niet de waarheid te vertellen over het bestaan van hun affectieve relatie. Daarbij heeft hij zijn eigen belang vooropgesteld en er geen rekening mee gehouden dat de weduwe in een kwetsbare positie verkeerde. Daar staat tegenover dat de accountant inziet dat zijn handelen ongepast was voor een accountant en dat hij zich heeft laten uitschrijven uit het accountantsregister.

In beginsel zou een zwaardere maatregel dan een berisping hier op zijn plaats zijn geweest. De Accountantskamer houdt er echter rekening mee dat de (ex-)accountant als gevolg van de affaire zijn werk bij het accountantskantoor is kwijtgeraakt en dat de weduwe geen financieel nadeel lijkt te hebben ondervonden van de werkzaamheden die hij zowel zakelijk als privé voor haar heeft verricht.

Annotatie Lex van Almelo

Een accountant-administratieconsulent is de huisaccountant en vertrouwenspersoon van een apotheker, die getrouwd is met een buitenlandse vrouw. De apotheker overlijdt op 56-jarige leeftijd en heeft de accountant benoemd tot executeur van zijn nalatenschap. De accountant draagt een deel van zijn werk over aan een kantoorgenoot. Zelf gaat hij verder met het afwikkelen van de erfenis en het regelen van de financiën en administratie van de weduwe. Vanwege haar buitenlandse komaf is zij de Nederlandse taal niet machtig en weet zij niets van bankzaken. Zelfs bedragen pinnen laat zij over aan de accountant, die haar graag vooruit helpt op de weg naar zelfstandigheid. (In de uitspraak staat dat zij enkele vennootschappen heeft, waarvoor de accountant tot het overlijden van haar man de jaarrekeningen samenstelde. Hoe dit zich verhoudt tot haar financiële en bancaire analfabetisme is niet duidelijk).

De weduwe lijkt de afhankelijkheid van haar echtgenoot te verruilen voor afhankelijkheid van de accountant. In ieder geval is er sprake van aanhankelijkheid, want er ontstaat een affectieve relatie, die de Accountantskamer ‘vriendschappelijk’ noemt. De weduwe hecht zo veel waarde aan de ‘vriendschap’ dat zij de accountant voor tienduizenden euro’s cadeau doet en hem betrekt bij het opstellen van haar testament. In dat testament wordt hem een bedrag van anderhalve ton gelegateerd. Dat zij de relatie geheim moet houden tegenover het accountantskantoor en zij niet bij hem thuis mag komen, is jammer. Maar ze begrijpt dat de werkgever het verbiedt en de kinderen van haar nieuwe partner niet belast willen worden met haar aanwezigheid. Tot hiertoe lijkt het op een meer romantische variant van ‘The Accountant’.

Het verhaal begint echter meer op de oorspronkelijke film te lijken als de weduwe erachter komt dat de accountant samenwoont met een andere vrouw. Dan informeert zij het accountantskantoor en dient zij een tuchtklacht in. De klacht is een mix van affectieve en zakelijke verwijten vol smeuiïge details. Met de priveverwijten kan de tuchtrechter echter weinig. Privézaken zijn geen professionele dienst, maar kunnen in strijd komen met het professionaliteitsbeginsel.

De accountant wordt berispt, omdat hij met klanten van het kantoor onderhandelt over de verkoop van het apothekerspand en de afkoop van een huurcontract, zonder hen in te lichten over de affectieve relatie met hun wederpartij. Dat is in strijd met het objectiviteitsbeginsel. Verder is het verzijgen van de relatie tegenover zijn werkgever niet in de haak, net zoals de weduwe onder druk zetten om zijn werkgever niets (althans zo weinig mogelijk) te vertellen.

Als de zaak uitkomt en de vrouw een klacht indient, probeert de accountant de zaak achter de gesloten deuren te laten behandelen, omdat hij haar wil beschermen tegen het openbaren van pijnlijke details. De vrouw zegt juist een openbare behandeling te willen, omdat die bevorderlijk is voor haar verwerkingsproces. De Accountantskamer wijst het verzoek van de accountant af, maar is wel mild bij het opleggen van de maatregel. De accountant ziet namelijk in dat hij onjuist heeft gehandeld, zijn kantoor heeft hem ontslagen en hij heeft zich laten uitschrijven uit het accountantsregister. Bovendien lijkt de weduwe geen financieel nadeel te hebben ondervonden van de werkzaamheden die de accountant zakelijk en privé voor haar uitvoerde. De lezer mag daaruit opmaken dat de weduwe haar testament – met het legaat van 150.000 euro voor de accountant – heeft gewijzigd.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.