Tuchtrecht

Professioneel zijn als je niet professioneel optreedt

Accountants die niet beroepsmatig handelen en dus geen professionele dienst verlenen, moeten zich houden aan het fundamentele beginsel van professionaliteit.

Accountantskamer

Zaaknummers:
22/1789 Wtra AK
Datum uitspraak:
01 mei 2023
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2023:35

» Direct naar annotatie

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant is als gastdocent verbonden aan een universiteit, waar hij voorheen een leerstoel bekleedde. Een universitair docent van deze universiteit bereikt na dertig jaar de AOW-gerechtige leeftijd. De hoogleraar die verantwoordelijk is voor het onderwijsprogramma gaat in juli 2021 samen met de gastdocent en de universitair docent (UD) lunchen in een restaurant, om het einde van de arbeidsovereenkomst te bespreken.

Volgens het gespreksverslag van de UD heeft hij gezegd dat hij formeel nog in dienst is van de universiteit, omdat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd. Bij rechtsgeldige beëindiging zou hij minimaal drie maandsalarissen (6.500 euro) meekrijgen, meent hij. Tijdens de lunch wordt voorgesteld het docentschap van de UD voort te zetten op declaratiebasis. De drie bespreken welke werkzaamheden daaronder zouden kunnen vallen en tegen welk tarief. De UD zou maximaal 19.460 euro mogen declareren, inclusief 2.500 euro voor een referaatgroep. Een jaar later zullen de afspraken van de 'lunchovereenkomst' worden geëvalueerd.

Volgens de UD zal hij declareren op basis van de gebruikelijke tarieven. Gezien deze 'afspraken' is de UD bereid af te zien van zijn claim van 6.500 euro. De programmadirecteur kan zich net als de UD vinden in de vastgelegde afspraken. Een paar maanden later stuurt de universiteit de UD echter een modelovereenkomst toe, die de UD nadeliger vindt. De UD spreekt de gastdocent/registeraccountant hierop aan.

De accountant laat hem weten dat geen van de twee lunchende hoogleraren bevoegd was de universiteit te vertegenwoordigen en een overeenkomst te sluiten met de UD. Zij wilden tijdens de lunch - behalve het onderhouden van collegiale contacten - de mogelijke werkzaamheden voor de komende periode inventariseren. "Dit past bij onze functionele bevoegdheid, zoals wij dat ook bij de jaarlijkse evaluatiegesprekken met de overige docenten doen."

Met ingang van augustus 2022 beëindigt de universiteit de overeenkomst met de UD, die vervolgens een tuchtklacht indient tegen de accountant.

Klacht

a. De accountant heeft ontkend dat tijdens de lunch een rechtsgeldige overeenkomst tussen de UD en de universiteit tot stand is gekomen en heeft daarmee niet eerlijk en oprecht gehandeld.

b. De modelovereenkomst kent slechtere voorwaarden voor de UD als opdrachtnemer. de accountant heeft zich niet gedistantieerd van dit niet-integere handelen.

c. De accountant heeft geen maatregel genomen toen hij er kennis van nam dat de universiteit de opdrachtovereenkomst niet wilde voortzetten, wat volgens de UD niet integer was.

Oordeel

De klacht is ongegrond.

Reikwijdte tuchtrecht

In zijn verweer stelt de accountant de vraag wat de reikwijdte is van het accountantstuchtrecht en welk normatief kader van toepassing is op de beoordeling van het handelen en nalaten. Voor het antwoord maakt de Accountantskamer een onderscheid tussen de reikwijdte van het tuchtrecht en de toepasselijkheid van de Verordening Gedrags- en Beroepsregels Accountants (VGBA).

Het tuchtrecht is in beginsel van toepassing op al het handelen en nalaten van de accountant; uit de VGBA vloeit het normatief kader voort.

Sinds de inwerkingtreding van de Wet op het accountantsberoep vallen onder het tuchtrecht niet alleen beroepsmatige gedragingen, maar ook andere gedragingen van de accountant, mits die andere gedragingen te allen tijde van invloed zijn op de uitoefening van het beroep (Kamerstukken II 2011-2012, 33 025, nr. 3, blz. 27 en 28). In artikel 42 lid 1 van de Wet op het accountantsberoep (Wab) staat daarom dat de accountant is onderworpen aan het accountantstuchtrecht ter zake van:

  • enig handelen of nalaten in strijd met het bij of krachtens deze wet bepaalde;
  • enig ander handelen of nalaten in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

Er kan dus grofweg worden geklaagd over elk handelen of nalaten van een accountant dat in strijd is met de wet- en regelgeving die van toepassing is op de accountant, of het belang van een goede beroepsuitoefening.

Uit artikel 3 van de VGBA volgt dat het fundamentele beginsel van professionaliteit van toepassing is op elk handelen of nalaten van de accountant. Professionaliteit strekt zich dus ook uit over gedragingen van een accountant buiten het verrichten van een professionele dienst, dus buiten de uitoefening van zijn beroep. Een gedraging buiten een professionele dienst wordt alleen tuchtrechtelijk gehandhaafd als die van invloed is op de uitoefening van het beroep en dus afstraalt op het beroep. De fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid/zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid zijn alleen van toepassing als de accountant een professionele dienst verleent, dus bij de uitoefening van het accountantsberoep.

De bemiddelende rol van de accountant in het kader van het arbeidsconflict tussen de UD en de universiteit behoort tot het beroepsmatig handelen in ruime zin en dat valt daarom onder de tuchtrechtspraak. Ook als de accountant bij zijn bemiddelende rol geen vakbekwaamheid zou hebben aangewend en er dus geen sprake is van een professionele dienst, moet deze zich houden aan het fundamentele beginsel van professionaliteit.

Ad a Ontkennen lunchovereenkomst
Een klacht over een ingenomen (civielrechtelijk) standpunt kan alleen onder bijzondere omstandigheden leiden tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als dat standpunt bewust onjuist of misleidend is. De accountant handelt dan te kwader trouw en brengt daarmee het accountantsberoep in diskrediet. Dat is eveneens zo als een objectieve en redelijke derde, die over alle relevante informatie beschikt, meent dat het standpunt het accountantsberoep in diskrediet brengt, zoals bij deze uitspraak uit 2016.

De accountant zei dat tijdens de lunchbijeenkomst geen juridisch bindende overeenkomst tot stand is gekomen tussen de UD en de universiteit. De Accountantskamer vindt dat de accountant niet te kwader trouw heeft gehandeld. Hij heeft gereageerd op een besprekingsverslag van de UD, dat opende met een vrijblijvende omschrijving van het besprokene. De UD heeft het gespreksverslag toegestuurd met de tekst: "Hierbij mijn besprekingsverslag: akkoord?"

Gezien de mate van vrijblijvendheid hoefde de accountant er geen rekening mee te houden dat de UD meende dat er een opdrachtovereenkomst tot stand was gekomen. Het standpunt van de accountant was dus niet bewust misleidend of onjuist, maar pleitbaar. Dat de UD het er niet mee eens is, wil nog niet zeggen dat de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.

Ad b en c Niet distantiëren resp. geen maatregel
Het is maar de vraag of de accountant überhaupt in de positie was om iets te doen tegen de slechtere voorwaarden en de opzegging van het contract. Hij was slechts als zzp'er verbonden aan de universiteit en had geen leidinggevende of managementpositie meer. Los daarvan meende hij dat het resultaat van de lunchbespreking geen kracht van bindende overeenkomst toekwam. Dat standpunt is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar, zodat het de accountant ook niet te verwijten valt dat hij daarna niet heeft opgetreden tegen de overeenkomst die de universiteit met de UD wilde sluiten en tegen de geweigerde voortzetting daarvan.

Maatregel

Geen.

Annotatie Lex van Almelo

Een registeraccountant was als hoogleraar verbonden aan een universiteit en gaat door als zzp'er/gastdocent. In die hoedanigheid spreken hij en een collega informeel met een universitair docent die na zijn pensionering wil doorgaan. De docent denkt na afloop dat er een overeenkomst is en gaat aan het werk op declaratiebasis. Na een paar maanden schotelt de universiteit hem een modelcontract voor met slechtere voorwaarden. De docent verwijt de accountant tevergeefs dat hij heeft ontkend dat er een contract was, dat hij zich niet heeft verzet tegen de slechtere voorwaarden en ook niet tegen de uiteindelijke opzegging van het modelcontract. Bij de bemiddelende rol verleende de accountant een professionele dienst.

De Accountantskamer legt (nogmaals) uit wat de reikwijdte van de tuchtrechtspraak is als een accountant wel respectievelijk géén professionele dienst verleent. De accountant kan tuchtrechtelijk worden aangesproken op elk handelen of nalaten dat in strijd is met de wet- en regelgeving voor accountants, of met het belang van een goede beroepsuitoefening. De VGBA vormt daarbij het normenkader.

De fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid/zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid zijn alleen van toepassing bij de uitoefening van het accountantsberoep, dus als de accountant een professionele dienst verleent. Als de accountant géén professionele dienst verleent, dus niet het accountantsberoep uitoefent, is in de logica van de VGBA alleen het fundamentele beginsel van professionaliteit van toepassing. Dat wordt alleen tuchtrechtelijk gehandhaafd als het handelen of nalaten van de accountant negatief afstraalt op het accountantsberoep.

Anders gezegd: als je niet professioneel optreedt moet je toch professioneel zijn. En de tuchtrechter knoopt je op als je niet beroepsmatig bezig bent, maar toch het beroep in diskrediet brengt. Leg dat maar eens uit aan een objectieve, redelijke en goed geïnformeerde derde. Ik ben benieuwd of mij dat nu is gelukt…

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.