Tuchtrecht

Gebruik vertrouwelijke gegevens voor eigen offertes niet integer

Een registeraccountant vult zijn freelancevergoeding aan door voor zichzelf bij te beunen. Dat hij daarvoor informatie gebruikt uit offertes van zijn baas is niet-integer en in strijd met de geheimhoudingsplicht.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
22/1058
Datum uitspraak:
13 februari 2024
Oordeel:
hoger beroep ongegrond, klacht gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2024:78

» Direct naar annotatie

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een jonge registeraccountant werkt op freelancebasis voor de directeur van een accountantskantoor. Als de directeur de accountant niet meer per project wil betalen maar een vaste vergoeding van 8500 euro per maand biedt, voelt de accountant zich ‘in de tang’ zitten. De beloning is namelijk lager dan voorheen, maar hij zit vast aan zijn contract. Dat contract loopt per 1 oktober 2018 af. De accountant blijft niettemin tot juni 2019 werken voor de directeur.

Om de lagere vergoeding te compenseren, brengt hij op eigen naam of dat van een ander accountantskantoor offertes uit aan potentiële klanten van de directeur c.q. diens accountantskantoor. Daarvoor gebruikt de jonge accountant informatie uit offertes en aanbestedingen die hem in cc wordt toegestuurd. Op die manier schiet hij drie keer onder de duiven van zijn baas.

Met deze praktijken schendt de jonge accountant niet alleen het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid, maar ook dat van integriteit. Hij had open, eerlijk en oprecht moeten zijn tegenover zijn baas, zegt de Accountantskamer, die hem een berisping oplegt. De accountant gaat hiertegen in hoger beroep.

Hogerberoepsgronden

De Accountantskamer heeft er met het opleggen van een berisping ten onrechte geen rekening mee gehouden dat:

  • de accountant tuchtrechtelijk gezien nog niets op zijn kerfstok had;
  • het in dit geval niet gaat om een vaktechnisch verwijt, maar om zijn persoonlijk gedrag;
  • dit gedrag bovenal werd veroorzaakt door de directeur en door de financieel nadelige schijnconstructie waarin de accountant opgesloten zat;
  • de accountant als net gestarte zelfstandig ondernemer feitelijk en juridisch gezien werknemer was;
  • de accountant lering heeft getrokken uit de kwestie en een vaste sparringpartner heeft ingeschakeld;
  • de vaste sparringpartner hem positieve beoordelingen heeft gegeven;
  • de accountant aan het kantoor van zijn opdrachtgever 50.000 euro heeft moeten betalen om de zaak te schikken;
  • de accountant daardoor hoopte af te zijn van verdere (tucht)procedures;
  • de NBA toch deze tuchtklacht heeft ingediend;
  • de Accountantskamer doorgaans een waarschuwing oplegt als een accountant zorgvuldiger had moeten handelen;
  • er geen publiek belang gediend is met het opleggen van een berisping;
  • ook de NBA op de zitting van de Accountantskamer een mildere maatregel heeft bepleit.

Oordeel

Het hoger beroep is ongegrond.

Dat de opdrachtgever na de schikking zou afzien van het indienen van een tuchtklacht, heeft geen invloed op de bevoegdheid van de NBA om een tuchtklacht in te dienen. Bij de (zakelijke) relatie tussen de accountant en zijn opdrachtgever gaat om andere belangen dan het algemene belang van de tuchtrechtspraak.

Bij het bepalen van de zwaarte van de maatregel wordt vooral rekening gehouden met de aard en ernst van de tuchtrechtelijk laakbare gedragingen. Vervolgens kan ook betekenis worden toegekend aan de omstandigheden waaronder deze gedragingen hebben plaatsgevonden.

Dat de accountant - zoals hij zegt - een ‘first offender’ is, betekent niet dat de Accountantskamer een waarschuwing had moeten opleggen. Bij schending van de fundamentele beginselen van vertrouwelijkheid en van integriteit is een berisping in het algemeen niet een te zware maatregel.

De accountant heeft (meermaals) vertrouwelijke informatie over leads en offerte-aanvragen gebruikt om zijn opdrachtgever te beconcurreren. De accountant heeft dit niet bestreden. Het college vindt dit geen ‘menselijke fout’, omdat het hierbij ging om offerte-aanvragen voor accountantswerk. Van belang is ook dat de accountant meermaals vertrouwelijke informatie over leads en offerteaanvragen heeft gebruikt nadat hij contractueel niet meer was gebonden aan de opdrachtgever. Een berisping is daarom passend en geboden.

Uit de stukken blijkt niet dat de NBA bij de Accountantskamer een waarschuwing in plaats van een berisping heeft bepleit. Los daarvan is de tuchtrechter niet gebonden aan wat de klager wenst. Het college ziet in de aangevoerde omstandigheden geen aanleiding om een minder zware maatregel op te leggen. De Accountantskamer heeft terecht overwogen dat de omstandigheden wellicht een verklaring bieden voor het gedrag, maar geen rechtvaardiging.
Dat de accountant zich slecht behandeld voelde door zijn opdrachtgever doet niets af aan zijn eigen verantwoordelijkheid als accountant.

Dat de accountant inmiddels werkt met een vaste externe sparring partner kan net als de andere omstandigheden niets afdoen aan de ernst en verwijtbaarheid van de schendingen van de fundamentele beginselen van vertrouwelijkheid en integriteit.

Maatregel

Berisping.

Annotatie Lex van Almelo

Een jonge registeraccountant voelt zich financieel slecht behandeld door de directeur van het accountantskantoor waarvoor hij op freelancebasis werkt. Zijn vergoeding per project is namelijk teruggeschroefd naar een vaste vergoeding van 8500 euro per maand. Omdat hij vastzit aan zijn contract voelt de accountant zich ‘in de tang’ genomen. Niettemin blijft hij na afloop van het contract nog acht maanden voor het kantoor werken. Omdat hij in de cc staat van mails over offertes en aanbestedingen neemt de accountant kennis van vertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie van het kantoor. Hij gebruikt die om zelf offertes uit te brengen aan prospects. Dat komt natuurlijk uit. De directeur en hij komen overeen dat eerstgenoemde geen tuchtklacht zal indienen of andere procedures zal voeren als de jonge accountant 50.000 euro betaalt. Beiden houden zich aan deze afspraak.

Maar dan dient de NBA een klacht in. De Accountantskamer legt een berisping op, maar de accountant vindt een waarschuwing passender als een accountant zorgvuldiger moet handelen – zeker gezien de omstandigheden van het geval. Het college ziet in die omstandigheden hooguit een verklaring voor het optreden van de accountant en – net als de Accountantskamer – geen rechtvaardiging. Het schenden van de vertrouwelijkheid en het niet-integer handelen rechtvaardigt een berisping.

reacties

Reageer op dit artikel

Spelregels debat

    Aanmelden nieuwsbrief

    Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

    Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.