Collegiaal overleg

Collegiaal overleg bij opdrachtaanvaarding: gewoon doen!

Uit verschillende signalen blijkt dat het voor accountants zeker geen standaardgebruik is om bij aanvaarding van nieuwe opdrachten de voorgaande accountant om inlichtingen te vragen. En dat is in veel (zo niet 'alle') gevallen een gemiste kans.

Anton Dieleman

Zulk collegiaal overleg helpt niet alleen om tot een betere risico-inschatting te komen voorafgaand aan acceptatie van de opdracht, maar ook bij planning en uitvoering van de werkzaamheden. Bovendien is het een mooie gelegenheid om vanuit de voorgaande accountant de reden voor de accountantswissel te horen. Dus getuigt het niet van de meest hoogstaande vorm van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid om dit overleg achterwege te laten.

In ere herstellen

Daarom een oproep om dit collegiale overleg 'in ere te herstellen'. Tot eind 2006 was sprake van een verplichting (gebaseerd op artikel 31 van de gedrags- en beroepsregels voor accountants) om, voorafgaand aan de opdrachtaanvaarding, de voorgaande accountant om inlichtingen te vragen. Die verplichting is vervallen toen de genoemde gedrags- en beroepsregels werden vervangen door de Verordening GedragsCode (VGC); de voorloper van de huidige Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Het lijkt er helaas op dat het vervallen van die verplichting in veel gevallen het einde heeft betekend van het collegiale overleg.

'Het lijkt er helaas op dat het vervallen van die verplichting in veel gevallen het einde heeft betekend van het collegiale overleg.'

De huidige regelgeving draait het om: volgens het conceptuele uitgangspunt van de VGBA moet een accountant eventuele bedreigingen voor het uitvoeren van de opdracht beoordelen en op basis daarvan passende maatregelen nemen. Ook is de accountant ontslagen van zijn geheimhoudingsplicht als hij informatie wil verstrekken aan een opvolgend accountant, die een opdracht mogelijk gaat overnemen. Ik noem een aantal aspecten waaruit blijkt dat het collegiale overleg nuttig is - en in mijn optiek zelfs niet gemist kan worden.

Nuttige informatie

In veel gevallen kan de voorgaande accountant over de opdracht en zijn ervaringen met de cliënt nuttige informatie verstrekken, die je als opvolgend accountant niet wilt missen. Te meer omdat die informatie belangrijke input geeft over de cliëntacceptatie, de risico-analyse en de controle-aanpak. Informatie die (soms node) wordt gemist, als het collegiaal overleg achterwege wordt gelaten. En het is zo eenvoudig. Een telefoontje (met vastlegging in het dossier) is al voldoende om de genoemde relevante informatie te verkrijgen.

Ik heb nog nooit een collega ontmoet die achteraf spijt had van het collegiaal overleg. Uiteraard blijkt dan in veel gevallen dat het licht op groen staat, maar voor die situaties waar het anders is levert het collegiaal overleg bijzonder nuttige informatie op. Zeker als het mondeling of telefonisch plaatsvindt; mijn ervaring is dat de voorgaande accountant dan vaak bereid is net iets meer informatie te geven dan bij de schriftelijke variant. Het is niet zonder reden dat NBA-Handreiking 1134 overleg met de voorgaande accountant als 'voor de hand liggend' kwalificeert.

'Als overleg achterwege wordt gelaten en achteraf blijkt toch sprake van bedreigingen, is het niet zelden te laat om maatregelen te treffen.'

Dan de meer formele kant van het spectrum. De genoemde VGBA is gebaseerd op het uitgangspunt dat de accountant bedreigingen voor de fundamentele beginselen moet beoordelen en waar nodig maatregelen moet treffen. Als sprake is van een nieuwe cliënt en een nieuwe opdracht heeft de opvolgend accountant over het algemeen geen (of onvoldoende) zicht op dergelijke bedreigingen. Om relevante informatie te verkrijgen over eventuele bedreigingen en daarvoor de nodige maatregelen te (kunnen) treffen, is overleg met de voorgaande accountant essentieel. Sterker nog: als het overleg achterwege wordt gelaten en achteraf blijkt toch sprake van bedreigingen, is het niet zelden te laat om maatregelen te treffen. En dat had eenvoudigweg voorkomen kunnen worden!

Actieve dialoog

"De voorgaande en opvolgende accountant voeren een actieve dialoog (met inbreng vanuit beide accountants) over de belangrijkste onderwerpen op het gebied van verslaggeving en controle.

Vooral als er in de transitieperiode discussies met de entiteit worden gevoerd over verslaggevings- of controle-issues die relevant zijn voor de controleperiode van de opvolgende accountant. Een open communicatie maakt dit mogelijk, waarbij het voor alle partijen duidelijk moet zijn wie waarvoor verantwoordelijk is. Deze actieve dialoog mag echter niet ten koste gaan van de 'frisse blik' van de opvolgende accountant."

(uit NBA Handreiking 1134, Samenwerking voorgaande en opvolgende accountant)

Gewoon doen

Ik draai het dus om: het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid brengt mee dat collegiaal overleg met de voorgaande accountant in principe niet gemist kan worden. En dat is nu juist de reden dat de huidige VGBA een meer principles based benadering kent. Geen formele verplichting, maar een conceptuele bepaling, die accountants de mogelijkheid geeft om de voorgaande accountant te benaderen. Eigenlijk teleurstellend dat veel accountants - door het vervallen van de verplichting tot collegiaal overleg - het principe achter de VGBA-bepaling onvoldoende onderkennen en het overleg helemaal achterwege laten. Want collegiaal overleg met de voorgaande accountant, dat moet je gewoon doen!

Anton Dieleman is directeur vaktechniek accountancy bij Forvis Mazars en van 2017 tot en met 30 juni 2025 voorzitter van het College voor beroepsreglementering van de NBA.

Gerelateerd

15 reacties

Harry Mock RA

John Weerdenburg geeft terecht de suggestie om het permanente dossier over te dragen. Denk eens aan de gegevens over de binnen en buitenlandse structuren en de identificatie van de UBO (s)

John Weerdenburg

Beste Anton,
Ik onderschrijf geheel jouw voorstel tot de herinvoering van collegiaal overleg. En wil aan je artikel wel toevoegen dat collegiaal overleg juist de beste (misschien wel enige ) methode is om mogelijke bedreigingen te signaleren. Bedreigingen die een potentiële cliënt vaak niet aan de opvolgende accountant vertelt.
Daarbij zou die overleg wellicht ook wel uitgebreid kunnen worden met de verplichting tot uitwisseling van gegevens over de cliënt; denk hierbij voornamelijk maar aan het permanent dossier. Niet alleen van de onderneming maar in het MKB vaak ook met informatie over de ondernemer. Zo zijn huwelijkse voorwaarden, testamenten, gegevens over leningen eigen woning enz. essentieel bij de advisering van deze nieuwe cliënt.

anton ewoldt ra

Ik ondersteun de dringende oproep van anton dieleman om het collegiale overleg (C.O). weer gewoon als standaard procedure in te voeren. Gezien de dwang om de kwaliteit van onze werkzaamheden met verhoogde snelheid te verbeteren zou het C.O. weer gewoon verplicht moeten worden.
Mij heeft het altijd verbaasd dat het toen niet bij de "53 maatregelen" als aparte maatregel is opgenomen. Accountants die het overslaan hebben dus niet alle! mogelijke bedreigingen volledig onderzocht en wordt het doel van een "volkomen controle" niet bereikt. Waarom worden de vaak standaard simpele werkzaamheden vergeten?
Misschien is de slogan "Voorkomen is beter dan genezen" een hint voor hen.
Dieper probleem: raakt de ethiek van het vak niet steeds naar de achergrond.
In opleiding weer het vak " ethiek en grondslagen van het accountantsbe- roep" weer invoeren.

Harry Mock RA

Heer Dieleman, geheel mee eens .

Na het afschaffen van het collegiaal overleg ,zijn er toch een aantal duidelijke ongelukken gebeurd in de periode tussen de vertrekkende en aankomende accountant. (Vestia bijvoorbeeld). En wat is er voor in de plaats gekomen ?

Jan Achten

Anton, helemaal mee eens. Wijlen Hans Blokdijk heeft zeer geijverd voor herstel van de plicht (behoudens in evident nutteloze gevallen), maar directeur vaktechniek Rob Bosman hield de poot stijf: de beroepsregels zijn voortaan principle-based, dus de accountant moet het zelf beoordelen of er een noodzaak is. Helaas kan hij het pas constateren NA vaktechnische overleg.
En doe het niet alleen met een collega, maar met elke voorganger, zelfs een avondboekhouder. Want als later rottigheid blijkt die tevoorschijn was gekomen met vaktechnisch overleg, heb je heel wat uit te leggen.

René Vromans

Wat mij betreft een prima statement van een professional die duidelijk stelling weet te nemen.


Ed Suiker

Beste Valentijn,
Ik ben het helemaal met je eens. De vraag is echter hoeveel accountants dat ook (durven) doen?
Uit een rondgang tijdens onze cursussen waarin collegiaal overleg af en toe voorbij komt is de gemene deler toch: "als ik geen bewijzen heb kan ik niets over een klant melden".
Misschien ook leuk om het artikel van collega Roek van vandaag (https://www.accountant.nl/artikelen/2018/8/accountants-moeten-op-hun-woorden-letten/) erin te betrekken.
Uit zijn stuk blijkt juist dat accountants te vaak zonder deugdelijke grondslag uitspraken doen.
Nogmaals ik ben een enorme voorstander van (desnoods informeel) vaktechnisch overleg. Maar durven we onze vermoedens te uiten over een klant waarvan we wellicht blij zijn dat ie gaat vertrekken?

Valentijn Kerklaan

Beste Ed, dat je zorgvuldig met dit onderwerp moet omgaan spreekt voor zich. Het gaat erom dat accountants leren 'courageous conversations' te voeren met hun client EN met collega's. Vraagstukken rondom integriteit zitten vaak in het grijze circuit en daar mag je m.i. best een eigen zorgvuldige mening over hebben (zonder 'veroordeling'). Iets kan wel kloppen maar toch niet deugen.

Ed Suiker

Even een knuppeltje in het hoenderhok.
Hoeveel accountants zullen aan de opvolger hun vermoedens (dus niet bewezen) over de moraliteit van de klant kenbaar durven te maken?
En als er bewijzen zijn dat een klant willens en wetens de boel besodemieterd kan hij al geen klant meer zijn toch?
Het is uiteraard fijn als de vorige accountant mij verteld wat zijn ervaringen met de klant zijn maar ik denk niet dat hij snel zijn "onderbuikgevoelens" zal doorgeven.
Want wat gebeurt er als de klant daar van op de hoogte komt?

Gert Timmerman

Beperk het contact niet tot alleen de eigen beroepsgroep, ga ook eens -als het kan- een babbeltje maken bij het kantoor of de man (m/v) van herkomst. Altijd wenselijk en menselijk.

Lizette Sirre-Heijdra

Inderdaad, gewoon even langsgaan voor een gesprek of een telefoontje. En dan elk onderwerp aanstippen dat je ook met management wilt bespreken inzake bedrijfsverkenning/organisatie-analyse en risico-inschatting.

Valentijn Kerklaan

Ik ben er een voorstander van om collega’s wat meer (dwingend) te helpen om voorafgaande aan de opdrachtacceptatie het gesprek aan te laten gaan. Zeker voor die onderwerpen die niet alleen maar ‘technisch vaktechnisch’ van aard zijn en waar in de praktijk blijkt dat de accountant zich minder comfortabel bij voelt. Een van die wicked vraagstukken is het onderwerp fraude, waarbij een diepgaande kennis van de client om relevante risicofactoren te identificeren essentieel is. Vragen rondom tone at the top, specifieke dilemma’s vergaar je slechts beperkt in een acquisitiegesprek. Dit is een andere dimensie dan kennis nemen van waarderingsgrondslagen van activa. Een standaard ‘artikel 31 GBR-briefje’ voldoet dan ook niet. Het echte gesprek aangaan met je voorganger biedt veel meer inzicht.

Jules Muis

Vijf decennia terugkijkend mag gezegd worden dat er ten aanzien van vak-technische en - etische voorschriften er ongelooflijk veel goeds is gepresteerd, may be too slow motion, may be too reactief in plaats van pro-actief, maar we gaan niet zeuren.

Er staan over die periode drie wijzigingen op mijn geheugen/ netvlies gekerft:

1) het terugdraaien van de disciminatore bepaling dat je, tot eind zeventiger jaren geloof ik, als RA niet binnenlands in dienstverband mocht werken van een buitenlandse accountant, zelfs als deze een ministeriele vergunning had in Nederland als wettelijk controleur te mogen werken.

Die onzin is gelukkig verleden tijd. Voor mij had het tot gevolg dat ik me na afstuderen een paar jaar niet in liet schrijven, kont tegen de krib.

2) In de 80 er jaren, het laten vallen van de verplichting bij review opdrachten eindigende in negative assurance daar tevens een disclaimer/oordeelonthouding aan toe te voegen. Een ongeneerde commerciele concessie aan het maatschappelijk en duidelijkheids betamelijke. Vind ik overigens nog steeds.

En 3) het thema hier aangesneden, waarvan de diepere gedachten en beroepspolitieke motieven me in 2006 bbhh zijn ontgaan - zou goed zijn daar nog eens meer over te horen. Maar dat voor mij bij eerste horens een paar jaar geleden als een banaliteit overkwam, en dat nog steeds doet.

Goed dit weer eens tegen het licht gehouden te zien.

Lizette Sirre-Heijdra

Het gaat er toch niet om ‘om aan te tonen dat je geprobeerd hebt informatie te krijgen?’ Volgens mij gaat het erom dat het mooie gelegenheid is om mogelijk nuttige informatie te verkrijgen! Hoe meer bronnen we aanboren om informatie te verkrijgen des te beter; we bouwen gen controledossiers, we voeren controles uit!

Ed Suiker

Hear, hear.
Ik heb nooit begrepen waarom het verplichte vaktechnisch overleg is afgeschaft. Natuurlijk was er zelden sprake van enige inhoudelijke beantwoording van de (schriftelijke) vraag om inlichtingen maar je kon in ieder geval aantonen dat je geprobeerd had informatie te verkrijgen. Herinvoeren lijkt me dus een prima idee.
Mocht het tot een stemming komen, de mijne heb je.

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.