Forensisch onderzoek

Lessen uit een tuchtzaak

Forensisch accountant Peter Schimmel blikt terug op een tuchtzaak tegen hem, waarin het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) anders oordeelde dan de Accountantskamer. Hij schrijft op eigen titel en initiatief; het betreft uitsluitend zijn eigen weergave van zaken. In het kader van de beroepsmatig vereiste vertrouwelijkheid heeft hij zijn cliënte om toestemming gevraagd (en gekregen) voor publicatie. Gezien de genoemde vertrouwelijkheid zal de auteur geen inhoudelijke vragen beantwoorden over het artikel en er geen discussie over aangaan.

Peter Schimmel

Ik heb recent een draai om mijn oren gekregen in het tuchtrecht voor de accountant. Die draai om mijn oren betreft twee formele punten, namelijk de opstelling ten aanzien van de inhoud van een persbericht en welke informatie moet worden verschaft als iemand wordt uitgenodigd voor een interview. Dat laat ik hier verder onbesproken, omdat helder uit de uitspraak blijkt wat van een accountant wordt verwacht.

Foto: rechterhamer

Het derde onderdeel is complex en voor (forensisch) accountants veel interessanter. Het betreft het risico dat bestaat als je de werkzaamheden van een andere deskundige onderzoekt, in plaats van een second opinion-onderzoek te verrichten.

'Mijn opdrachtgever wilde zekerheid over de juistheid van de aan hem gerapporteerde bevindingen.'

Wat is er gebeurd? Ik ben in 2017 gevraagd een onderzoek te doen naar een aantal gebeurtenissen die zich in 2013 en 2014 voordeden rond een aanbesteding, bij wijze van second opinion-onderzoek. Er waren namelijk al eerder interne-onderzoekwerkzaamheden verricht naar aanleiding van een klokkenluidersklacht. Mijn opdrachtgever wilde zekerheid over de juistheid van de aan hem gerapporteerde bevindingen.

Procesreview

Er is gekozen om een procesreview op het eerder verricht onderzoekswerk te doen. In feite betreft dit een onderzoek naar de kwaliteit van de werkzaamheden van een andere deskundige. Mocht daar uitkomen dat de verrichte werkzaamheden niet toereikend waren geweest, dan kon alsnog een verdergaand onderzoek plaatsvinden, voor zover mogelijk. Zo is dat ook vastgelegd in een opdrachtbevestiging. Het gaat in beginsel om een persoonsgericht onderzoek, waarbij het functioneren, handelen of nalaten van die andere deskundige object van onderzoek is. Voor de goede orde, want ook daar is een misverstand over geweest: dat was niet de klokkenluider. Dit wordt in de uitspraak van het CBb ook bevestigd.

Bij gebrek aan een lokaal onderzoeksprotocol in Duitsland is het onderzoeksrapport van internal audit als uitgangspunt genomen en is nagegaan op welke bevindingen/beweringen dat rapport was gebaseerd. Ook is nagegaan of die bevindingen/beweringen waren gebaseerd op gedocumenteerd feitenmateriaal en wat de werkzaamheden waren die zijn verricht om de juistheid daarvan vast te stellen. Voor zover er onduidelijkheid resteerde over de inhoud van dat materiaal, is door mij getracht die feiten door derden bevestigd te krijgen. So far so good. Hoewel ik een relatief mager rapport van bevindingen als uitgangspunt had, met weinig motivering en context omtrent de gerapporteerde bevindingen, bleek daarachter een rijke hoeveelheid gedocumenteerde feiten schuil te gaan, die ik in mijn rapport heb vastgelegd. Een nader onderzoek bleek mij daarom niet nodig.

De opdrachtgever kon op basis van mijn bevindingen concluderen dat het eerdere internal audit-rapport was gebaseerd op een zorgvuldig doordacht en uitgevoerd onderzoek. Maar niet iedereen dacht daarover hetzelfde. Als onderzoeker zou ik mij te weinig hebben verdiept in de juiste rechtskeuze (Duits recht, zoals toegepast, tegenover Europees recht, waarvoor de organisatie gemotiveerd niet had gekozen, binnen een mogelijke vrijstelling van de Europese Commissie), waardoor ik ten onrechte de werkzaamheden van internal audit toereikend zou hebben beschouwd, in relatie tot zijn oordeel. Maar op het moment van onderzoek door internal audit, dat geheel is ingericht op basis van de klachten afkomstig van de klokkenluider, speelde die rechtskeuze niet; de klokkenluider heeft de kwestie van rechtskeuze namelijk pas na het onderzoek door internal audit geïntroduceerd.

Misgegaan

Waar is het nou misgegaan? Ik heb een procesreview verricht, waarbij het object van onderzoek is beperkt tot het functioneren, handelen of nalaten van de procesverantwoordelijke. Nadat mijn rapport was uitgebracht, ben ik geconfronteerd met de verwachting dat het onderzoek ook gericht had moeten zijn op de juiste wetstoepassing en de gevolgen daarvan op de werkzaamheden en bevindingen van internal audit. Ik kon geen uitspraken doen over de juistheid van de wetstoepassing of de gevolgen van een alternatieve keuze. De klokkenluider meende dat als Europees recht als kader was gehanteerd, internal audit tot andere bevindingen zou zijn gekomen. Dat had ik moeten beseffen en daarop mijn werkzaamheden moeten richten, ook omdat de klokkenluider mij daarvan voorafgaande aan mijn onderzoek over had geïnformeerd. Een tuchtklacht volgde.

'Uit de tuchtzaak bleek dat ik mij had moeten buigen over de mogelijk alternatieve uitkomsten bij toepassing van Europese wetgeving.'

Uit de tuchtzaak bleek dat ik mij had moeten buigen over de mogelijk alternatieve uitkomsten bij toepassing van Europese wetgeving. Ik had mij daarover moeten laten informeren door een deskundige op het gebied van aanbestedingsrecht. In dat kader is geoordeeld dat ik te weinig kritisch ben geweest. Bovendien, in eerste aanleg van de tuchtprocedure werd ik geacht uitleg te kunnen geven of inderdaad de mogelijkheid bestond dat de uitkomsten van het onderzoek van internal audit en mij anders zouden zijn geweest, als Europees recht was toegepast. Omdat ik dat niet wist, want daartoe geen onderzoek had gedaan, heb ik die mogelijkheid opengelaten, in de zin van "ja, dat zou kunnen".

Omdat ik had moeten beseffen en ter zitting ook besefte dat onder ander recht er andere uitkomsten zouden kunnen zijn geweest, werd getwijfeld aan mijn eerlijkheid en oprechtheid bij mijn rapportering en werd ook op die wijze geoordeeld, met een schorsing van drie maanden tot gevolg. In tweede instantie, bij mijn beroep, is de beoordeling door de beroepsinstantie niet geheel anders verlopen, hoewel daar mijn integriteit niet in twijfel werd getrokken, maar wel dat ik onvoldoende kritisch zou zijn geweest. De schorsing verviel en werd vervangen door een berisping.

Lessen

Wat leer ik hier nou van? Het punt is dat er een verwachting was dat mijn werk niet geheel bij een procesreview zou blijven. Wellicht kwam dat door het mogelijk voorziene vervolgonderzoek. Zo'n vervolg kan je daarom maar beter niet voorzien. Ik meen dat een dergelijke verwachting niet valt te rechtvaardigen, omdat mijn opdrachtgever die verwachting niet had. Maar de tuchtinstanties zien dat anders.

'In een situatie waarin evident is overwogen om wellicht later toch een second opinion-onderzoek te doen, beïnvloedt dat kennelijk de verwachting.'

In een situatie waarin evident is overwogen om wellicht later toch een second opinion-onderzoek te doen, beïnvloedt dat kennelijk de verwachting. Had ik daarmee rekening  moeten houden? Gezien de beperkte verspreidingskring meende ik van niet. Anderzijds was er een klager/klokkenluider die wist van het onderzoek en op wiens bij mij bekende verwachting ik wellicht had moeten anticiperen.

Ik zal niet snel meer procesreviews doen in hoogst litigieuze omgevingen. Als ik dat toch doe en ik weet van alternatieve verwachtingen, ook buiten de verwachtingen van mijn opdrachtgever, dan zal ik bij mijn opdrachtaanvaarding expliciet die verwachtingen beschrijven en motiveren waarom ik wel of niet aan die verwachtingen zal trachten te voldoen.

Rubriek Tuchtrecht: 'Validatierapport mist deugdelijke grondslag'

Peter Schimmel is forensisch accountant bij BDO.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.