Fraude

EAA-congres in Helsinki: 'Fraude is voorspelbaar'

Luc Quadackers reisde naar Helsinki voor het jaarlijkse congres van de European Accounting Association (EAA) en koos uit het enorme aanbod vooral voor bijdragen over fraude. Daarbij ging het vaak over Wirecard.

Luc Quadackers

Het EAA-congres in Venetië was volgens mij was het eerste internationale congres waar ik mocht presenteren, in 1994. Daar ving ik toen een gesprek op dat mij is bijgebleven: "Nee, volgend jaar ga ik niet hoor, want dan is het in Birmingham, daar is echt niks te beleven." Misschien klopt dat ook wel (ik ben er nooit geweest), maar een congres gaat vooral om de inhoud, toch? Daar wordt blijkbaar verschillend over gedacht. Nu is het wel zo dat je soms nogal gemakkelijk verzandt in de gigantische hoeveelheid presentaties. Misschien dat sommigen daardoor uit wanhoop vooral de stad ingaan? Wie het weet mag het zeggen.

Foto: vlag van Finland

Hoe dan ook, hier moest ik weer aan denken toen ik eind mei het 45ste EAA-congres bezocht in Helsinki (en het aangrenzende Espoo). Inhoud zoals gezegd boven alles, maar het is een hele opgave om je een weg te banen door bijna achthonderd presentaties (!) en tien symposia, verdeeld over tien categorieën, tussen 1.300 bezoekers (delegates) uit 53 landen. Vandaar dat ik vooraf had bedacht om mij te richten op de presentaties over fraude, een onderwerp dat mij zeer boeit en bovendien erg (en ongetwijfeld blijvend) actueel is. Een scan van het gigantische programma aan de hand van de aangeboden zoekfilter leidde uiteindelijk tot zo'n vijftien hits op de term 'fraude'. De meest interessante bijdragen vat ik hier kort samen. Niet vreemd: die blijken in veel gevallen het Wirecard-schandaal te gebruiken ter inspiratie en zelfs als onderwerp van onderzoek.

Betrokkenheid bij de organisatie: een 'tweezijdig zwaard'

Betrokkenheid bij een organisatie (organisational commitment) wordt vaak gezien als iets positiefs en wenselijks voor de organisatie. Die betrokkenheid werd echter ook sterk benadrukt door Wirecard (op interne posters stond bijvoorbeeld 'We are Wirecard!') en Theranos (het bloedtestbedrijf van Elizabeth Holmes, waardoor velen starstruck raakten). Betrokkenheid is dus niet per definitie goed, het kan ook slecht uitwerken.

In de studie Commitment as a double-edged sword: organizational commitment influences norm effects on unethical behavior onderzoekt Sebastian Oelrich (Technical University Dresden) of de relatie tussen drie typen normen en (de houding ten opzichte van) onethisch gedrag wordt beïnvloed door de mate van betrokkenheid bij de organisatie. De drie sets onderzochte normen zijn normen die gelden op de werkplek, bredere maatschappelijke normen en persoonlijke normen (het eigen 'morele stelsel'). De gedachte is dat betrokkenheid bij de organisatie sommige normen meer prominent maakt, terwijl andere normen minder belangrijk worden. Oehlrich beschrijft de normen als 'ventielen', die je open en dicht kunt zetten met behulp van betrokkenheid.

Uit enkele veldstudies en een experiment blijkt dat hoge betrokkenheid bij de organisatie inderdaad ongunstig kan uitwerken. Hoge betrokkenheid doet de invloed van naaste collega's (op hetzelfde niveau) afnemen (hoe hoger de betrokkenheid hoe minder relevant de mening van co-werkers), terwijl die meestal een belangrijk referentiepunt vormen voor gedrag. Tegelijkertijd zorgt grotere betrokkenheid ervoor dat meer naar de normen van de leiding wordt gehandeld. En dat leidt dus mogelijk ook tot het volgen van ongewenst gedrag van de leiding. Uit de tweede studie blijkt dat een hogere betrokkenheid bij de organisatie het belang van maatschappelijke normen bij de houding ten opzichte van onethisch gedrag negatief beïnvloedt. Uit de derde studie blijkt dat ook de invloed van persoonlijke normen op onethisch gedrag afneemt door een hogere betrokkenheid bij de organisatie.

'Grotere betrokkenheid zorgt ervoor dat meer naar de normen van de leiding wordt gehandeld.'

Betrokkenheid bij organisaties heeft dus invloed op de impact van normen op gedrag. En het stimuleren van betrokkenheid bij de organisatie kent meerdere invalshoeken.

Wirecard 1: Hoe ceo Markus Braun fraudesignalen legitimeerde

Dat de gang van zaken bij Wirecard mogelijk niet in de haak was, werd al in een vroeg stadium gesuggereerd. De Financial Times begint bijvoorbeeld al in 2015 met publicaties die duiden op problemen, vijf jaar voor het faillissement. Uiteraard valt de puzzel pas achteraf op zijn plek. Een vraag die zich hierbij voordoet, is welke manieren van 'legitimatie' Wirecard-ceo Markus Braun gebruikte tijdens vijftien publiek beschikbare interviews die voorafgingen aan het faillissement, waarin de ceo werd geconfronteerd met pittige vragen over onwaarschijnlijke ontwikkelingen en mogelijke malversaties.

In het artikel Legitimation of accounting fraud: A micro-discursive analysis of Wirecard's CEO presenteren onderzoekers Philippe Touron (Université Paris 1) en Peter Daly (EDHEC Business School) hun analyse van de reacties van de ceo waarin hij de stand van zaken en de ontwikkelingen legitimeert. Zij doen dat op basis van een indeling in zeven strategieën. Uit de analyse blijkt dat Braun veel gebruikmaakt van wat zij noemen 'rationalisatie'. Braun zet Wirecard neer als the leading online payment service processing company en the biggest European player en zegt bijvoorbeeld "We are a good benchmark generally for the development that fintech companies can take." Hij ontwijkt vragen over de technologische aspecten en benadrukt de grote voordelen voor handelaren en consumenten, die vragen om een andere manier van denken en het aanpassen van de levensstijl van consumenten (qua manieren van betalen). Het zal het leven een stuk eenvoudiger maken.

'In zijn storytelling maakt Braun Wirecard de held en de Financial Times de slechterik.'

Bij de toelating tot de DAX toont het gedrag van Braun dat hij dat ziet als volstrekt logisch gevolg van waarmee ze bezig zijn en dat het verder business as usual zal blijven. Een strategie die Braun veelvuldig hanteert is de 'hypothetische toekomst'. In plaats van in te gaan op beschuldigingen, toont hij aan dat in het verleden grote successen zijn geboekt en benadrukt vervolgens de indrukwekkende groei en grote innovaties die in de toekomst nog gaan komen. Die rooskleurige toekomst, waarvan niet duidelijk is hoe die zal uitpakken, wordt dan afgezet tegen de fraudebeschuldigingen. Het biedt een aantrekkelijk alternatief, waarin het publiek maar al te graag wil geloven. Hij presenteert zichzelf als visionair en expert en gebruikt waar nodig regelgeving en accountantscontrole als legitimering, waarmee hij de verantwoordelijkheid ook richting externen verschuift. In zijn storytelling maakt Braun bovendien Wirecard de held en de Financial Times de slechterik.

Wirecard 2: Hadden we dit niet eerder kunnen zien aankomen?

Naast de vraag 'Waar was de accountant?', die vaak wordt gesteld bij boekhoudschandalen is er ook de vraag 'Hadden we dit niet eerder kunnen zien aankomen?' Deze laatste vraag vormt het onderwerp van het artikel Wirecard - Could the financial fraud have been unveiled by machine learning data analysis techniques?’ En het antwoord is: Ja.

In de jaren voorafgaand aan het faillissement van Wirecard werd in de media al fors gespeculeerd over mogelijke fraude. Achteraf gezien zijn dat signalen die onvoldoende zijn opgepikt. Onderzoeker Michael Werner (Universiteit van Amsterdam) vroeg zich af of het Wirecard-schandaal ook voorspeld had kunnen worden aan de hand van machine learning-technieken op basis van publiekelijk beschikbare data (onder andere financiële gegevens, krantenartikelen en persberichten). Als input gebruikt hij bijvoorbeeld Accounting and Auditing Enforcement Releases van de SEC, op basis waarvan een match is gemaakt tussen frauderende ondernemingen en hun jaarrekeningen, waarmee vervolgens een dataset is gevormd die is gebruikt voor een zogenaamde supervised learning task.

'Acht van de tien jaarrekeningen die Wirecard tussen 2009 en 2018 publiceerde, worden door het best presterende machine learning-model als frauduleus aangemerkt.'

De voornaamste bijdrage van de studie is het toepassen van de gebruikte technieken op een daadwerkelijke casus. Volgens Werner was bij Wirecard al sinds 2012 zichtbaar dat abnormale relaties bestonden tussen omzet en cash. Dat blijkt een voorspeller te zijn voor de fraude. Acht van de tien jaarrekeningen die Wirecard tussen 2009 en 2018 publiceerde, worden door het best presterende machine learning-model als frauduleus aangemerkt.

Aangezien slechts een klein percentage van occupational fraud door controlerend accountants wordt ontdekt (meestal gebeurt dat door klokkenluiders) zijn dit soort geavanceerde technieken welkom, ook voor toezichthouders.

Fraudes afleiden uit taalgebruik

Een tweede fraude-paper vanuit de Universiteit van Amsterdam (Accounting fraud detection using contextual language learning) bevat een verkenning van hoe tekstanalyse (uit de MD&A-secties uit 10K-rapporten uit de SEC-database) kan helpen bij het detecteren van boekhoudfraude. Deze vrij technische paper van Ana Mickovic en Indranil Bhattacharya bevat een finetuning van het zogenaamde 'BERT-(taal)model'. De onderzoekers tonen aan dat het BERT-model aanzienlijk beter presteert dan eerder gebruikte tekstuele en kwantitatieve modellen. Hun uiteindelijke model overtreft het tekstuele benchmarkmodel en het kwantitatieve benchmarkmodel uit voorgaande literatuur met respectievelijk 15 procent en 12 procent. Verder identificeert het model vijf keer meer frauduleuze bedrijven dan de tekstuele benchmark (met dezelfde steekproefomvang) en drie keer meer dan de kwantitatieve benchmark. Dat is van belang voor toezichthouders, investeerders, financiële analisten en auditors. Naast deze overkoepelende bevinding zien de onderzoekers bijvoorbeeld dat frauduleuze bedrijven de neiging hebben om steeds meer positieve woorden te gebruiken (zoals 'vooruitgang' en 'verbetering') en af te zien van het gebruik van negatieve woorden (zoals 'vertraging' en 'ongunstig').

Over glazen deuren en fraudedetectie

Een laatste 'fraudevoorspellende' paper van het congres gaat over de voorspellende waarde van bedrijfsevaluaties door werknemers op het internetplatform Glassdoor, dat ook in Nederland actief is. Het artikel The Role of Employees in Fraud Detection: Evidence from Glassdoor Online Employee Reviews is geschreven door Shiheng Wang en Yue Zheng, beiden werkzaam aan The Hong Kong University of Science and Technology.

Glassdoor is een 'werk- en rekruteringssite', die mensen helpt bij het vinden van een baan bij een onderneming die bij ze past. Glassdoor streeft naar transparantie van werkplekken, onder andere door het ontsluiten van bedrijfsbeoordelingen door werknemers. De onderzoekers benadrukken het belang van werknemers bij het aankaarten van eventuele fraudes. Werknemers zijn immers nauw betrokken bij hun onderneming en nemen zaken waar die voor de buitenwereld gesloten blijven. Vaak is de stap richting 'klokkenluider' te groot, gezien de grote persoonlijke risico's die daarmee gepaard gaan. Het op een andere manier gebruiken van de kennis van werknemers zou de rol van klokkenluiders misschien kunnen aanvullen of overnemen.

'Het op een andere manier gebruiken van de kennis van werknemers zou de rol van klokkenluiders misschien kunnen aanvullen of overnemen.'

Uit eerder onderzoek blijkt dat Glassdoor-evaluaties onder andere voorspellende waarde hebben voor bedrijfsprestaties en informatie bevatten die de managementinformatie overstijgen. In deze studie is onderzocht of bedrijfsevaluaties op Glassdoor ook voorspellende waarde hebben voor het optreden van fraudes. De resultaten laten zien dat de Glassdoor-evaluaties additionele voorspellende waarde hebben - naast gebruikelijke variabelen uit bestaande fraudemodellen - voor het optreden van fraude. Evaluaties (inclusief beoordelingen voor het bedrijf als geheel en de cultuurwaarden) die zijn gedaan in het jaar voorafgaande aan de fraude hebben de grootste voorspellende waarde. Ze dalen gedurende twee jaar voorafgaand aan de onthulling van fraude. Werknemers zijn ook minder geneigd zijn om voordelen (en meer geneigd om nadelen) van de sociale en bestuurlijke praktijken van het bedrijf te noemen in tekstuele reacties, wat suggereert dat het interne beleid in dezelfde periode verslechtert.

Deze studie laat dus zien dat anonieme gegevens via een online platform kunnen helpen bij het voorspellen van fraude, zonder dat werknemers als klokkenluider risico lopen.

Wat doet fraude met controlekwaliteit van overige cliënten?

Dan rest nog een artikel dat niet zozeer gaat over het verklaren of voorspellen van fraude, maar meer over de gevolgen van fraude voor controlekwaliteit. In de studie Auditing on the edge: spillover effects of having an exposed client is onderzocht hoe negatieve media-aandacht met betrekking tot een accountant-cliënt-relatie (lees: accountant ligt onder vuur door problemen bij de cliënt) afstraalt op de accountantscontrole van andere cliënten van hetzelfde accountantskantoor. Onderzoekers Stavriana Hadjigavriel (CUNEF Universidad) en Mert Erinc (BI Norwegian Business School) vroegen zich af of die controles beter zijn omdat de accountant daar, ter compensatie, intensiever controleert? Of zijn die controles juist kwalitatief minder omdat de 'beschuldigde' cliënt de resources van andere cliënten verbruikt?

Nederland congresland

Nederland was van oudsher nauw en vroeg betrokken bij internationale congressen op het gebied van de accountantscontrole.

Het tweede Internationaal Accountantscongres werd in 1926 in Amsterdam gehouden. Volgens geschiedschrijver De Vries vormde die bijeenkomst "wegens de aanzienlijke deelneming in feite het eerste echte internationale congres". Ook na het ontstaan van de meer academische congressen van de European Accounting Association was Nederland snel (als derde land) aan de beurt om het congres in 1980 in Amsterdam te organiseren. Daarna was Nederland nog drie keer gastland: in 1991 in Maastricht (EAA-president was toen Hein Schreuder, die ons onlangs veel te vroeg is ontvallen), in 2008 in Rotterdam en in 2016 wederom in Maastricht.

Aan de hand van een steekproef van 'fraudegerelateerde gebeurtenissen' in de Verenigde Staten tussen 2005-2020 bestudeerden de onderzoekers de variatie in controlekwaliteit van de kantoorvestigingen waarvan een cliënt was blootgesteld aan negatieve berichtgeving in de media. De resultaten laten zien dat de cliënten met problemen een lagere controlekwaliteit hebben dan de andere cliënten uit dezelfde portefeuille. De onderzoekers laten bovendien zien dat de resultaten niet sterker worden als er ook een SEC enforcement action werd gestart. Dit suggereert dat de bevindingen niet worden gedreven door het bestaan van fraude(signalen), maar met name door de zichtbaarheid van de problemen in de media.

Eindigen waar het mee begint: educatie!

Naast de paper-presentaties vonden tien symposia plaats, allemaal niet over fraude. Maar het is natuurlijk mooi om af te kunnen sluiten met het beginpunt van het accountantsberoep, namelijk: educatie. Ik bezocht daarom een van de slotsymposia met als titel The balance between technical and critical content in accounting education. Onder leiding van Gia Chevis (onder andere PwC-professor of teaching excellence bij Baylor University) spraken enkele academische experts en de cfo van Fiskars Group Finland over de toekomst van het accounting- en auditingonderwijs.

Dat onderwijs staat onder druk om steeds nieuwe en meer geavanceerde (technische) inhoud op te nemen (die best op langere termijn minder relevant zou kunnen zijn). Tegelijkertijd wil men de saaie onderdelen van de opleiding tot een minimum beperken, met name onderdelen die het meest waarschijnlijk zullen worden geautomatiseerd. Ook vragen werkgevers om niet-technische vaardigheden, zoals effectieve communicatie, kritisch denken en de intellectuele nieuwsgierigheid om te blijven leren tijdens de verdere loopbaan. Maar waar ligt de balans, zowel op korte als op lange termijn? Dat was het basisthema van het symposium.

'Veel studenten zijn zich volgens het panel onvoldoende bewust van de waarde en noodzaak van life long learning.'

Enigszins tot mijn verbazing werd vrij weinig aandacht besteed aan de daadwerkelijke technische inhoud. Het bleef eigenlijk bij de opmerkingen "Technical knowledge is about knowing how to turn data into information, and it is key that an accountant/auditor adds value there" en "Students need to know the basics to learn how it works (and often, it is not rocket science)". Een groot deel van de discussie ging over wat studenten in de toekomst nodig hebben, wat voor een groot deel betrekking heeft op soft skills. Genoemd werden onder andere "networking skills, creativity, being an allround human being, judgment skills, having the courage, understanding power of communication, interpersonal skills, ability to deal with ambiguity, being critical of status quo (of the way we do things) and having an open mind (not only a mind that knows stuff)". Veel studenten zijn zich volgens het panel onvoldoende bewust van de waarde en noodzaak van life long learning. Studenten moeten leren hoe ze moeten leren en hoe ze kritisch moeten zijn. Ook docenten moet beter worden aangeleerd hoe zij hun studenten kunnen leren om te blijven leren.

Een andere rode draad was dat het onderwijs te veel blijft hangen in de oude patronen. Docenten doceren nog steeds wat zij al decennialang onderwijzen. Voor een belangrijk deel is dat niet meer wat de studenten van nu nodig hebben. De praktijk vraagt inmiddels heel andere dingen. De vraag What is the role of an accountant/auditor in the modern world hebben we ons, volgens het panel, al veel te lang niet goed genoeg gesteld. En zeker niet wat, hoe en wanneer we daarvoor moeten onderwijzen. De universiteit zou trouwens meer ruimte moeten krijgen om dat zelf in te richten (ook van de regulatory bodies). En het onderwijs moet binnen universiteiten hoger op de agenda worden geplaatst. De verdeling van financiering vindt nog vaak plaats op basis van onderzoek (en publicaties), terwijl het geld voor een belangrijk deel binnenkomt vanwege het onderwijs. Het woord 'silo' viel regelmatig. Opleiders moeten buiten hun eigen silo denken en ook weten wat in andere faculteiten gebeurt. Zelfs tussen accounting en auditing bestaat vaak te veel afstand. "Students won’t be in a silo when they leave us!"

Yuri Ijiri lecture: 'Tracing intellectual origins in accounting'

Tijdens de eerste dag van het congres sprak de 89-jarige Stephen Zeff (Rice University) de jaarlijkse Yuji Ijiri Lecture on Foundations of Accounting uit.

De nog wonderbaarlijk vitale Zeff is voor veel Nederlandse accountants geen onbekende, onder andere door zijn boek Company Financial Reporting: A Historical and Comparative Study of the Dutch Regulatory Process. Een boek over de historie van de Nederlandse regelgeving van verslaggeving, dat hij samen met Kees Camfferman en Frans van der Wel schreef. Zeffs lezing had betrekking op het traceren van enkele accountingconcepten en had vooral als doel hoe die zoektocht historische ontwikkelingen kan verklaren. Hij ging onder andere in op decision usefulness, general price-level accounting en goodwill recognition. Christoph Pelger (Universität Passau) verzorgde de discussie. Het geheel is terug te zien. Fraai geschiedkundig extraatje: Zeff verwees naar de website van de SEC Historical Society, een online museum over de geschiedenis van de financiële regulering, inclusief oral histories. Laten we dat in Nederland ook doen, uiteraard ook voor de NBA!

Volgens een van de panelleden is een wezenlijke vraag die studenten na hun studie moeten kunnen beantwoorden: "Are you adding value, or are you just measuring?" Deze vraag omvat niet de algehele afdronk van het bezochte congres, maar het is misschien de opmerking die bij mij het meest is blijven hangen. Alle artikelen die tijdens het congres zijn gepresenteerd zijn inmiddels beschikbaar.

Luc Quadackers is eigenaar van Margila.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.